Woordenschat Bouwsteen 3
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent de collectie?
A
Een collectief
B
Alle producten in een winkel
C
Producten
D
Inzamelen van geld
Slide 3 - Quizvraag
Focussen
A
Bepaalde voorjaarsbloemen
B
Een sterrenhemel
C
Je aandacht richten op iets waar je mee bezig bent
D
Heel snel alles maken
Slide 4 - Quizvraag
In de watten leggen.
A
Iemand heel goed verzorgen
B
Iemand verwaarlozen
C
iemand heel goed kennen
D
Iemand links laten liggen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de CAO?
Slide 6 - Open vraag
Compensatie
A
Iets positiefs dat je krijgt om iets negatiefs aan te vullen.
B
Een soort mest dat je op het land gebruikt.
C
Dat je nog meer gebreken er bij krijgt.
D
Dat je iets heel goed doet.
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent stabiel?
Slide 8 - Open vraag
Je grenzen verleggen
A
Spanning opzoeken
B
Een land krijgt meer grond
C
Heel erg gemotiveerd zijn
D
Meer doen dan je eerst durfde of kon
Slide 9 - Quizvraag
Articuleren
A
Onduidelijk spreken
B
Slissen
C
Stotteren
D
Duidelijk uitspreken
