Het doel van toetsen is informatie verzamelen om te kunnen beoordelen of studenten de leerstof hebben begrepen en kunnen toepassen op het beoogde niveau.
Een toets is op te vatten als een steekproef uit alle mogelijke kennis/vaardigheden uit de leerstof.
Een oefentoets tijdens de les is een voorbeeld van...
A
ontwikkelingsgerichte toetsing
B
voorwaardelijk ontwikkelingsgerichte toetsing
C
examinerende toetsing
Slide 17 - Quizvraag
Een Proeve van Bekwaamheid is een voorbeeld van...
A
ontwikkelingsgerichte toetsing
B
voorwaardelijk ontwikkelingsgerichte toetsing
C
examinerende toetsing
Slide 18 - Quizvraag
Het kwalificatieportfolio aan het einde van de PDG is een voorbeeld van...
A
ontwikkelingsgerichte toetsing
B
voorwaardelijk ontwikkelingsgerichte toetsing
C
examinerende toetsing
Slide 19 - Quizvraag
Aantoonbaar feedback vragen voor je de eindopdracht mag inleveren is een voorbeeld van...
A
ontwikkelingsgerichte toetsing
B
voorwaardelijk ontwikkelingsgerichte toetsing
C
examinerende toetsing
Slide 20 - Quizvraag
Ontwikkelingsgericht toetsen (formatief)
Slide 21 - Tekstslide
Ontwikkelingsgericht toetsen (formatief)
Slide 22 - Tekstslide
Ontwikkelingsgericht toetsen (formatief)
Feed-up
Feedback
Feed-forward
Slide 23 - Tekstslide
Toetsvormen
Welke toetsvormen zien we in het mbo?
Schriftelijke kennistoets
Verslag / werkstuk
Praktijkopdracht / practicum / praktijksimulatie
Presentatie
Portfolio
Slide 24 - Tekstslide
Van welke toetsvorm(en) ga jij gebruik maken
in je lessenserie?
Slide 25 - Tekstslide
Bepaal de leerdoelen
Plaats de leerdoelen in een toetsmatrijs / taxonomie
Bepaal toetssoort (formatief / summatief)
Bepaal toetsvorm
Bepaal lengte / omvang toets
Bepaal beoordelingscriteria, normen en cesuur
Schrijf instructies voor de student
Laat de toets door een collega beoordelen
Voer de toets uit en bepaal de uitslag
Evalueer de toets met studenten
Verbeter je toets
Stappenplan toetsing
Slide 26 - Tekstslide
Taxonomie
Een taxonomie is bedoeld om de verschillende niveaus van leren te ordenen. Bij de start van leren, lesgeven en toetsing denk je na over waar de leerling/student naar toe werkt. Voorbeelden: Bloom, ERK, Romiszowski e.d.
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Kwaliteitseisen toets
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Kwaliteitseisen toets
Validiteit
Meet je wat je wilt meten?
a) Gaat de toets over alle leerstof?
b) Meet je op het niveau dat je wilt meten?
Transparant
Is de toets voor alle betrokkenen transparant georganiseerd? Denk aan:
a) instructie
b) cesuur
c) beschikbare tijd
d) toegestane hulpmiddelen
Betrouwbaarheid
Is het resultaat van de toets bij herhaalde meting hetzelfde?
Representatief
Zijn er verantwoorde keuzes gemaakt?
a) Past de toets bij het niveau van de studenten?
b) Past de toets bij de beroepstaak uit het kwalificatiedossier?
c) Past de toets bij de beginsituatie van de studenten?
Slide 35 - Tekstslide
Inhoudsvaliditeit:
Wordt de inhoud geheel gedekt? Stel je vragen over de gehele inhoud van de lesstof?
Begripsvaliditeit:
Meet je op het niveau dat je beoogt te meten?
Vaardigheden meet je niet door kennisvragen te stellen.
Slide 36 - Tekstslide
Wanneer is een toets wel/niet valide?
In de toets worden vragen gesteld die buiten de les vallen
In de toets wordt niet alle stof behandeld
Slide 37 - Tekstslide
Als het resultaat bij herhaalde meting hetzelfde is.
De gestelde vraag is goed, als er steeds hetzelfde antwoord uit komt.
Slide 38 - Tekstslide
Wat zou een niet betrouwbare vraag kunnen zijn?
Een vraag waarbij verschillende manieren van uitleg mogelijk is.
Een vraag met een dubbele ontkenning.
Een onduidelijk instructie bij de casus.
Taalniveau te moeilijk.
Als bij een toets 'sterkte' studenten een eenvoudige vraag fout hebben, dat kan betekenen dat de vraag niet betrouwbaar is.
Slide 39 - Tekstslide
De transparantie en organisatie naar de student toe: