10 min. - Fantasie oefening en filosofisch onderzoekOpstelling: klassikaal, in een kring
Zet op een lage tafel of kist in het midden van de kring een flinke stapel spullen klaar, zonder dat de kinderen het kunnen zien. Leg er een grote doek overheen, en liefst daarover heen nog één. Stop overal in de stapel intrigerende voorwerpen die je gemakkelijk op elkaar kunt stapelen, op zo'n manier dat ze het niet meteen kunnen zien als je de bovenste voorwerpen er af haalt. Denk aan: vellen stevig papier, een boek, lap stof, doos, knoop, plattegrond, enz.
In de kring kijken alle leerlingen naar de toegedekte stapel. Vraag de leerlingen of ze denken dat er iets onder zit. Neem vervolgens de bovenste doek van de stapel. Er zit een volgende doek onder! Zou daar iets onder zitten?
Bekijk samen met de kinderen de stapel. Pak steeds het bovenste voorwerp er af of laat één van de kinderen dat pakken. Zit er iets onder? En daar onder? En daar onder? Werk zo de hele stapel door tot je op het tafelblad bent gekomen. Blijf steeds bij de vraag: en daar onder?
Filosofiegesprek - Startvraag:
We hebben net gezien dat er steeds ergens iets onder zat. Klop op het tafelblad. En zit daar iets onder?
Vervolgvragen:
- De antwoorden uit de groep zijn je leidraad. Bijvoorbeeld:
- Lucht, stof, de vloer. En daar onder? …. En daar onder?
Ga door tot de ideeën van de kinderen opraken. Stel dan de verdiepingsvraag.
Verdieping:
Vraag de leerlingen: Zit overal iets onder? (Hoe) Kunnen we dat weten? Zou je er iets kunnen ontdekken? Is ‘ergens onder’ (of aan de andere kant van de wereld) meer te ontdekken dan hier? of minder? Waar is het meeste te ontdekken?
Bedenk verschillende voorbeelden om de kinderen te prikkelen … op de maan, in je hoofd, in je droom, bij de buren, op school, op tv. Vraag steeds door: hoe weet je dat daar het meeste te ontdekken is?