Vwo 4 Nectar 1.4

Biologie
Hoofdstuk 1
Gedrag
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.4
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Hoofdstuk 1
Gedrag
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.4

Slide 1 - Tekstslide

Jan bestudeert zeehonden. Hij spot een zeehond die snel met open bek op een andere zeehond afzwemt. Op het laatste moment schiet de zeehond naar rechts en duwt met zijn snuit tegen een stuk hout.
Dit is een voorbeeld van:
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag
D
territoriumgedrag

Slide 2 - Quizvraag

Als een kat tijdens een gevecht in ene zijn poten gaat likken noemen wij dit gedrag:
A
omgericht gedrag
B
ambivalent gedrag
C
territoriumgedrag
D
overspronggedrag

Slide 3 - Quizvraag

Je bent met de hond aan het spelen, gooit de bal weg maar de hond mist hem en de bal valt in de vijver. De hond begint te piepen en rent heen en weer langs de rand van de vijver, komt dan weer terug bij jou en gaat dan weer terug naar de vijver. Van wat voor een gedrag is hier sprake?
A
omgericht gedrag
B
ambivalent gedrag
C
territoriumgedrag
D
overspronggedrag

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het doel van baltsgedrag?
A
Het verdedigen van het territorium
B
Het tonen van agressie
C
Het vinden van voedsel
D
Het aantrekken van een partner

Slide 5 - Quizvraag

Baltsgedrag is een onderdeel van:
A
territoriumgedrag
B
voortplantingsgedrag
C
voedingsgedrag
D
groepsgedrag

Slide 6 - Quizvraag

Definitie
Begrip
Studie van het gedrag
Een zintuigelijke prikkel koppelen aan een andere prikkel
Een lijst van achtereenvolgens waargenomen handelingen 
Handelingen met een gemeenschappelijk doel
Prikkel waarop telkens hetzelfde gedrag volgt.
Objectieve beschrijving van verschillende handelingen die bij een diersoort kunnen voorkomen
Gedragssysteem
Associatief  leren
Ethogram
Sleutelprikkel
Ethologie
Protocol

Slide 7 - Sleepvraag

Leerdoelen 1.3

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 1.4

Slide 9 - Tekstslide

Aangeboren
Aangeleerd

Slide 10 - Tekstslide

Leren van nieuw gedrag
  • Inprenting (paragraaf 1.2)
  • Gewenning
  • Imitatie
  • Sociaal gedrag
  • Klassieke conditionering
  • Operante conditionering
  • Inzicht (paragraaf 1.5)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Klassieke conditionering

Slide 17 - Tekstslide

Operante conditionering

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Leren van nieuw gedrag
  • Inprenting (paragraaf 1.2)
  • Gewenning
  • Imitatie
  • Sociaal gedrag
  • Klassieke conditionering
  • Operante conditionering
  • Inzicht (paragraaf 1.5)

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen operant conditioneren en klassiek conditioneren?
A
operant werkt met beloning en straf, en klassiek werkt met reflexen
B
operant is onbewust en klassiek is bewust
C
operant komt in de natuur niet voor en klassiek wel
D
operant werkt snel en klassiek werkt langzaam

Slide 21 - Quizvraag

Door welke vorm van leren heeft deze jongen dit gedrag hoogstwaarschijnlijk geleerd?
A
Imitatie
B
Gewenning
C
Operant conditioneren
D
Inzicht

Slide 22 - Quizvraag

Deze jonge eendjes lopen achter dit meisje aan. Welke vorm van leren is dit?
A
inprenting
B
gewenning
C
klassieke conditionering
D
operante conditionering

Slide 23 - Quizvraag


Een chimpansee bevindt zich in een ruimte met een tros bananen aan het plafond. In de ruimte bevonden zich enkele kisten. Zie afbeelding: 
hoe noem je deze manier van leren?
A
Inprenting
B
Inzicht
C
Imititatie
D
Gewenning

Slide 24 - Quizvraag

Een koekoek legt haar eieren in een nest van een andere soort. Dit is de zelfde soort als waarin ze zelf zijn grootgebracht.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Conditionering
D
Imitatie

Slide 25 - Quizvraag

Een mus leert dat het geluid van de schoolbel betekent dat er veel broodkruimels op het plein komen te liggen.
A
Inzicht
B
Klassieke conditionering
C
Operante conditionering
D
Imiteren

Slide 26 - Quizvraag

Malika is gebeten door een grote herdershond. Nu is ze zelfs bang voor puppy's.
Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
gewenning
D
imitatie

Slide 27 - Quizvraag

Je ringtone is een toeter van een auto. Als een echte auto toetert heb je de neiging om je telefoon te pakken.
A
Inprenting
B
Klassieke conditionering
C
Operante conditionering
D
Gewenning

Slide 28 - Quizvraag

In het dolfinarium leren dolfijnen door een hoepel te springen. Doen ze het goed, dan krijgen ze een vis.
Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
inzicht
D
gewenning

Slide 29 - Quizvraag

Een rat kan geleerd worden in een koude ruimte op
een pedaaltje te drukken om een warmtelamp
enkele seconden te laten branden.
Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
gewenning
D
inprenting

Slide 30 - Quizvraag

Een cavia maakt geluid wanneer hij eten krijgt. Het eten staat in een kastje dat piepend open gaat. Na een tijdje maakt de cavia geluid wanneer het kastje piept.
Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
imitatie
D
gewenning

Slide 31 - Quizvraag

Leerdoelen 1.4

Slide 32 - Tekstslide


  • Lezen paragraaf 1.5 (5 min!)
  • Maken 1.4: opdrachten 42 t/m 51 (NIET opdracht 44, 48, 49)
Huiswerk

Slide 33 - Tekstslide