Havo 4 Nectar 1.2

Biologie
Hoofdstuk 1
Gedrag
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Hoofdstuk 1
Gedrag
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze periode (TW1)
  • Hoofdstuk 1: Gedrag
  • Hoofdstuk 3: Onderzoek


Slide 2 - Tekstslide

Deze periode (TW1)

Slide 3 - Tekstslide

Deze periode (TW1)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is GEEN voorbeeld van gedrag?
A
Anne heeft lang haar
B
Anne doet een elastiekje in haar haar
C
Simon staart Anne aan
D
Simon laat een pen vallen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is GEEN gedrag?
A
Een kat vangt een muis
B
Een vogel zit in een kooi
C
Een bloem draait zich naar de zon
D
Een leeuw slaapt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van gedrag?
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is dit voor gedrag ?

A
territoriumgedrag
B
broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 8 - Quizvraag

Wat is dit voor gedrag?
A
territoriumgedrag
B
broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het doel van baltsgedrag?
A
Het verdedigen van het territorium
B
Het tonen van agressie
C
Het vinden van voedsel
D
Het aantrekken van een partner

Slide 10 - Quizvraag

Baltsgedrag is een onderdeel van:
A
territoriumgedrag
B
voortplantingsgedrag
C
voedingsgedrag
D
groepsgedrag

Slide 11 - Quizvraag

Je kunt:
  • de sociale functies van gedrag toelichten
  • de rol in het vergroten van overlevingskansen toelichten
  • de sociale functies van rituelen en signalen herkennen
  • beschrijven hoe territoriumgedrag de overlevingskansen voor het individu vergroot
Leerdoelen 1.1

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen 1.2

Slide 13 - Tekstslide

Gedrag = alles wat een mens of dier doet of nalaat
    Wat is gedrag?

    Slide 14 - Tekstslide

    Prikkels
    Een prikkel is informatie over een verandering in de omgeving.
    • inwendige prikkel: prikkel uit het lichaam
    • uitwendige prikkel: prikkel van buiten het lichaam
    • De respons is de manier waarop er op de prikkel wordt gereageerd

    Slide 15 - Tekstslide

    Prikkels
    Inwendige prikkel: 
    honger, dorst, hormonen, warm, koud, pijn, ....

    Uitwendige prikkel: waarnemingen (zien, horen, ruiken, proeven, voelen)

    Slide 16 - Tekstslide

    Inwendige en uitwendige prikkels

    Slide 17 - Tekstslide

    Supernormale prikkels

    Slide 18 - Tekstslide

    Sleutelprikkels

    Slide 19 - Tekstslide

    Supernormale prikkels

    Slide 20 - Tekstslide

    Supernormale prikkels

    Slide 21 - Tekstslide

    Drempelwaarde

    Slide 22 - Tekstslide

    Motivatie

    Slide 23 - Tekstslide

    Motivatie

    Slide 24 - Tekstslide

    Aangeboren
    Aangeleerd

    Slide 25 - Tekstslide

    Een uitwendige prikkel is een prikkel die in het lichaam ontstaat
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 26 - Quizvraag

    Gedrag wordt beïnvloed door prikkels.
    Wat is een prikkel?
    A
    een verandering waarop je kunt reageren
    B
    alles wat een mens doet
    C
    een handeling
    D
    een verandering van gedrag

    Slide 27 - Quizvraag

    Wanneer een kip liever op een groot kalkei gaat zitten en haar eigen eieren koud laat worden, is het grote kalkei een...
    A
    sleutelprikkel
    B
    supernormale prikkel
    C
    motivatieprikkel
    D
    inwendige prikkel

    Slide 28 - Quizvraag

    Leerdoelen 1.2

    Slide 29 - Tekstslide


    • Lezen paragraaf 1.3 (5 min!)
    • Maken 1.2: opdracht 19, 20, 21, 24, 26, 29, 31, 32, 35
    Huiswerk

    Slide 30 - Tekstslide