les 2

Verpleegtechnische vaardigheden 
 module  9  Les  2 medicijnen/ Farmacokinetiek 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Verpleegtechnische vaardigheden 
 module  9  Les  2 medicijnen/ Farmacokinetiek 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicijnen delen is een...?
A
Voorbehouden handeling
B
Risicovolle handeling

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat gaan we behandelen 

Wat is een medicijn
farmacokinetiek
De werking van medicijnen
Verschillende soorten
casus uitkomst 
  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicijnen?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een Medicijn 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een geneesmiddel/ medicijn 
Een geneesmiddel (ook wel medicijn genoemd) is een natuurlijke of synthetische stof die een bepaalde, gewenste werking op het lichaam uitoefent.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Of: wat is het doel? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van medicatie ken je?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van medicijnen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswegen
- oraal  (mond)
-rectaal (anus)
- sublinguaal (onder de tong)
- injectie (subcutaan, intraveneus, intramusculair, intra-articulair, intra cardiaal, intralumbaal en epiduraal)
- inhalatie (via luchtwegen)
- transdermaal (via huid)
-vaginaal


Slide 15 - Tekstslide

oraal = via de mond 

rectaal = via de anus

sublinguaal = onder de tong (hartproblemen, epilepsie)

transdermaal = via pleister (lokale toediening maar soms systemische werking denk maar aan nicotine pleister)

inhalatie = tracheaal via luchtpijp of nasaal via neus (astma) soms lokaal soms systematisch

vaginaal = via de vagina (anti schimmel)




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswegen
- Enteraal = 
via het maag-darmstelsel -tabletten, capsules, drankjes

- Parenteraal= buiten het maag darm stelsel om 
 via injectie subcutaan en im /infuus / pleisters +tbl onder de tong 

-lokaal 
via de huid en alleen lokaal/plaatselijk
 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wie moet er voor de rechter
verschijnen nu?
en waarom?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies