Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
klas 1 B week 9-12 Lezen par. 6
Week 13 klas 1B
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Week 13 klas 1B
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Allereerst...
Is iedereen aanwezig?
stamgroepen
iPad = dicht / in de tas
boek blz. 40 en de schrijfopdracht/ schrijfschrift
I
t's Learning : weektaak
voor week 11 week 9
week 11
les 1
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
terugblik 'Deelonderwerpen/ fictie : boek lezen
wat is de weektaak van deze week ? it's Learning
toetsen
samen : filmpje kijken bij opdracht 6 = schrijfopdracht
Zelfstandig werken aan de schrijfopdracht
aan het einde van de les inleveren
Slide 4 - Tekstslide
Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.
Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot
Slide 5 - Tekstslide
Week 12 klas 1B
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Allereerst...
Is iedereen aanwezig?
stamgroepen
iPad = dicht / in de tas
boek blz. 236
I
t's Learning : weektaak
voor week 12 week 9
week 12
les 2
Slide 8 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
uitleg bij par. 10: vervolg
maken par. 10 opdracht
1 en 2 , 3 , 4 en 5
controle par. 9 sterke en zwakke werkwoorden
opdracht 1 t/m 5 = af
Zelfstandig werken aan de schrijfopdracht
aan het einde van de les inleveren
Slide 9 - Tekstslide
Werkwoord (ww)
werkwoorden zijn: doe-woorden
Een werkwoord zegt wat iets of iemand overkomt.
Een werkwoord kan je 'doen'
werkwoord geeft ook
de tijd
aan in een zin
Slide 10 - Tekstslide
Zwakke en sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.
Zwakke werkwoorden niet.
Slide 11 - Tekstslide
herhaling : terugblik : Zwakke of sterke werkwoorden?
fietsen
hoeveel zwakke werkwoorden ?
lopen
hangen
zingen
verven
lezen
krijgen
Slide 12 - Tekstslide
uitleg bij par.10
Een
werkwoord
heeft verschillende vormen.
je kunt met de persoonsvorm ook de
tijd
aangeven
tegenwoordige
tijd
(pv tt). of de
verleden
tijd ( pv vt )
sterk
zwak
zwak
kopen
rennen
rapen
pv tt
nu
hij koopt
hij ren
t
hij raap
t
pv vt
gister
hij
kocht
hij ren
de
hij raap
te
Slide 13 - Tekstslide
zwakke werkwoorden > 't ex-kofschip
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Hoe werkt 't eX kofschip
De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een
werkwoord
rapen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus '
rap
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van rap =
p
4. Zit deze letter in '
t
x
k
o
f
s
ch
i
p
m?
ja dan
+te(n
)
5. Neem de '
ik-vorm
' van het ww +e(n)
raap+
te(n)
harken : gisteren: ik hark
de
/ hark
te ?
luisteren : gisteren: ik luister
de
/ ik luister
te ?
Slide 16 - Tekstslide
T KoFSCHiP X
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Allereerst...
Is iedereen aanwezig?
stamgroepen
iPad = dicht / in de tas
boek blz. 236 en de schrijfopdracht/ schrijfschrift
I
t's Learning : weektaak
voor week 12 afmaken week 9
week 12
les 3
Slide 19 - Tekstslide
filmpje
Slide 20 - Tekstslide
zwakke werkwoorden > 't ex-kofschip
Slide 21 - Tekstslide
'
t
e
X
K
o
f
s
ch
i
p
Slide 22 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Wat?
BLZ 236 OPDRACHT 1 EN 2 , 3,4, 5
OPDRACHTEN PAR. 9
AF/LATEN ZIEN
schrijfopdracht deelonderwerpen Af
Hulp nodig?
vragen mag altijd
Tijd?
tot einde les
Klaar?
Score t/m 18 eindtest
4 april
Slide 23 - Tekstslide
Persoonsvorm verleden tijd
Sint reiste /reisde...... (reizen ) in december terug naar Spanje .
laatste letter stam
't
ex-kofschip
ja - te(n)
nee - de(n)
stam= -en = rei
z
't ex kofschip
nee
= ik-vorm
+de
reis
+d
e
/
gereisd
Slide 24 - Tekstslide
Je gebruikt 't kofschip bij:
A
Sterke werkwoorden
B
Zwakke werkwoorden
Slide 25 - Quizvraag
Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?
Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?
A
Bij de tegenwoordige tijd
B
Bij alle persoonsvormen.
C
Bij de verleden tijd
D
Bij elk werkwoord
Slide 26 - Quizvraag
Gebruik: ´t kofschip
Hij ......... vroeger.
A
danste
B
danstte
C
dansde
D
dansdden
Slide 27 - Quizvraag
Gebruik: ´t kofschip
Hij ......... groeten gister.
A
groete
B
groette
Slide 28 - Quizvraag
Gebruik: ´t kofschip
De kaars......... (branden )gister.
A
brandde
B
brande
C
brante
D
brantte
Slide 29 - Quizvraag
Wat gaan we doen?
terugblik 'Deelonderwerpen/ fictie : boek lezen
wat is de weektaak van deze week ? it's Learning
toetsen
samen : filmpje kijken bij opdracht 6 = schrijfopdracht
Zelfstandig werken aan de schrijfopdracht
aan het einde van de les inleveren
Slide 30 - Tekstslide
lopen, zoeken,
zien,
vinden, passen , kopen, betalen.
Slide 31 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
werd
kookt
gaf
leert
Slide 32 - Sleepvraag
Bij een sterk werkwoord...
A
blijft de klank hetzelfde
B
verandert de klank
Slide 33 - Quizvraag
Wat is een sterk werkwoord?
A
slapen
B
werken
C
branden
D
fietsen
Slide 34 - Quizvraag
Wat is een sterk werkwoord?
A
schilderen
B
roepen
Slide 35 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Wat?
schrijfopdracht deelonderwerpen
par. 9 opdracht 1 t/ 3
Hulp nodig?
vragen mag altijd
Tijd?
tot einde les :opdrachten par. 9 af
schrijfopdracht af
Klaar?
Score/lezen
Slide 36 - Tekstslide
Onderwerp:
Black Friday
Deelonderwerp
:
Ontstaan van Black Friday
Deelonderwerp:
Drukte in de stad.
Deelonderwerp:
Goede aanbiedingen of onzin aanbiedingen
Middenstuk:
Alinea 3
Alinea 4
Alinea 2
Slide 37 - Tekstslide
WAT ZIJN
DEELONDERWERPEN?
leerdoel :
Ik kan uitleggen wat deelonderwerpen zijn.
Slide 38 - Tekstslide
deelonderwerpen in
tekst over vakantie
blz. 37 : theorie
Slide 39 - Woordweb
weektaak week 10 ?
filmpje bij schrijfopdracht
Slide 40 - Tekstslide
Deelonderwerp
Het onderwerp in een tekst van
één
(of meerdere) alinea's.
tussenkopje is titel
Je hebt (bijna) altijd meerdere deelonderwerpen in een tekst.
Slide 41 - Tekstslide
kijk/luister opdracht 5 blz 35
vragen lezen
filmpje
Slide 42 - Tekstslide
Deelonderwerpen over puppies
Slide 43 - Open vraag
Bij het onderwerp horen altijd deelonderwerpen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 44 - Quizvraag
Een onderwerp kan je verdelen in
A
Tussenkopjes
B
Deelonderwerpen
Slide 45 - Quizvraag
Deelonderwerpen staan in..
A
Inleiding
B
Slot
C
Kern
D
Conclusie
Slide 46 - Quizvraag
Deelonderwerpen zijn altijd maar 1 alinea
A
Waar
B
Niet waar
Slide 47 - Quizvraag
Waar vind je deelonderwerpen?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 48 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Les met
27 slides
door
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Zaterdag 18 mei 2024 Herhaling werkwoordspelling
Mei 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
Weektaak 4 t/m 8 oktober
Oktober 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
Oktober 2024
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
Les 3.5 Bespreken schrijfopdracht en werkwoordspelling
Maart 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvormen en 't kofschip
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7