Koppeltekens gebruiken we:
- bij een functie, rang of titel
assistent-bedrijfsleider, minister-president
- in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling, niet-, non, oud- : non-actief, oud-werknemer
- als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft:
anti-Amerikaans, pro-Amerikaans (maar antiroker)
- in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden (het ene woord is niet belangrijker dan het andere): hotel-restaurant, zwart-wit, cultureel-maatschappelijk, hink-stap-sprong