Fictie: vertelperspectieven + motieven

Fictie
Onderwerp:  vertelperspectieven



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fictie
Onderwerp:  vertelperspectieven



Slide 1 - Tekstslide

Spanning - vertelperspectieven
Verhalen kunnen verteld worden uit verschillende perspectieven:  
* ik-verteller
* de personale verteller
* de alwetende( auctoriale) verteller

Slide 2 - Tekstslide

De ik-verteller
De ‘ik’ is een personage ub het verhaal. De ‘ik’ vertelt alleen wat hij zelf meemaakt, wat hij weet van anderen en wat hij denkt dat gebeurd is. In een verhaal kunnen meerdere ‘ik-vertellers’ voorkomen. 

Slide 3 - Tekstslide

De personale verteller
Het verhaal wordt uit de 3e persoon verteld, een hij of zij. Deze heeft alleen inzicht in de eigen belevingswereld. In een verhaal kunnen meerdere personale vertellers voorkomen. 

Slide 4 - Tekstslide

De alwetende verteller.
Ook wel: auctoriale verteller genoemd. 
de alwetende verteller weet alles van alle personages, kan vooruitkijken, commentaar geven en de lezer persoonlijk aanspreken. de alwetende verteller is GEEN personage in een verhaal. 

(Hangt als een helikopter boven het verhaal). 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 11 - Quizvraag

Motieven


Wat zijn dat?

Slide 12 - Tekstslide

Motief
Een motief is een terugkerend aspect/patroon. 

Motieven geven het thema vorm. 

Slide 13 - Tekstslide

Motieven
- Wat is een motief?
Elementen die in het verhaal telkens terugkomen. Ook wel herhalingen genoemd.


Slide 14 - Tekstslide

Motieven
Deelonderwerpen van het verhaal. 
Terugkerende onderwerpen (thema's) die worden besproken in het boek, maar die niet centraal staan in het verhaal. 
Voorbeelden van motieven:
Pesten
Haat
Schuld
Scheiding
Eetstoornissen
Seksualiteit (LHBT)
Psychische stoornissen

Slide 15 - Tekstslide