4V Argumenteren Argumentatiestructuren en Argumentatieschema's

Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.

Slide 1 - Quizvraag

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak
B
De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
C
De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
D
De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
C
nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
D
onderschikkende argumentatie

Slide 8 - Quizvraag


A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
C
nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
D
onderschikkende argumentatie

Slide 9 - Quizvraag


A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
C
nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
D
onderschikkende argumentatie

Slide 10 - Quizvraag


A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
C
nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
D
onderschikkende argumentatie

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Haar nieuwe baas komt uit Limburg. Hij zal dus wel met een zachte g praten.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 19 - Quizvraag

Myanmar is schuldig aan het verdrijven van de moslims uit het land. Amnesty International heeft de bewijzen daarvoor vorige week gepubliceerd.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 20 - Quizvraag

Vorige week organiseerde de dorpscommissie nog een soepactie voor de bejaarden. Ze doet goed werk voor de gemeenschap.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 21 - Quizvraag

Mobiele telefoons moeten tijdens de les uit staan. In het theater en in de bioscoop moet dat namelijk ook.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 22 - Quizvraag

Onze geschiedenisleraar is opgegroeid in een Indisch gezin: hij zal dit pittige gerecht zeker waarderen.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 23 - Quizvraag

In Amstelveen is vorige week een drone een huis in gevlogen. Het wordt volgens mij de hoogste tijd dat dronebezitters een vliegbewijs moeten halen voordat ze hun drone mogen gebruiken.
A
autoriteit
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
voorbeeld(en)

Slide 24 - Quizvraag