5v 1.5 Het buurtprofiel

4.5 Buurtprofiel
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.5 Buurtprofiel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

De stad van de toekomst
Bevolkingsgroei <-> bevolkingskrimp

Ontwikkeling tot:
  • Duurzame stad
  • Smart city

Slide 5 - Tekstslide

Stad van de toekomst: Duurzaam en Smart

Slide 6 - Tekstslide

Stedelijke vernieuwing
Herstructurering van 19e eeuwse bedrijventerreinen. 
  • Bedrijven weggetrokken -> leegstand en verloedering
  • Tegelijk: meer reizigers en gebrek aan woonruimte


Te onderscheiden in:
  1. Verdichting: meer m² vloeroppervlak per hectare, dus meer hoogbouw
  2. Transformatie: gebied krijgt nieuwe functie: bijvoorbeeld wonen, werken, recreatie 
  3. Renovatie: Opknappen van karakteristieke gebouwen (industrieel erfgoed) 

Slide 7 - Tekstslide

Het buurtprofiel

Slide 8 - Tekstslide

Model van een stad

1. Historische binnenstad/stadscentrum - kantoren
2. oude woonwijken - industrie
3. nieuwe woonwijken - ruimte

Slide 9 - Tekstslide

Hoe verder naar buiten hoe...

Slide 10 - Tekstslide

Stad -> wijk -> buurt

Slide 11 - Tekstslide

Buurtprofiel
  1. Woningkenmerken
  2. Bewonerskenmerken
  3. Kenmerken van de woonomgeving

Slide 12 - Tekstslide

Woningkenmerken

  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud

Slide 13 - Tekstslide

19e-eeuwse wijken  

Slide 14 - Tekstslide

Tuindorpen
(1920 - 1940)
Voorbeeld: Utrecht - Tuindorp
Amsterdam - van der pekbuurt
Kwaliteitsverbetering door woningwet.

  • Erkers
  • Ruimte voor enkele auto's
  • Voortuinen en openbaar groen

Slide 15 - Tekstslide

Na oorlogse wijken
  • Tegen de arbeiderswijken liggen vooroorlogse wijken (tuindorpen)
    - grotere huizen
    - minder dicht op elkaar gebouwd

  • Daaromheen: naoorlogse wijken
    - goedkopere huizen
    - hoogbouw
       - snel gebouwd, goedkoop
       - wordt nu geleidelijk vervangen

Slide 16 - Tekstslide

Woonwijken laagbouw jaren 70 + 80 
Amsterdam

Slide 17 - Tekstslide

Vinexwijk

Slide 18 - Tekstslide

Hoe kom je hier achter?
Hoe kom je hier achter?

Slide 19 - Tekstslide

Woningkenmerken

  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud

Slide 20 - Tekstslide

Werkvorm: woningkenmerken

Slide 21 - Tekstslide

Welke woningkenmerken zie je?

Slide 22 - Tekstslide

jaren '60, hoogbouw, woningcorporatie, redelijk onderhouden

Slide 23 - Tekstslide

Welke  woningkenmerken zie je?

Slide 24 - Tekstslide

nieuwbouw na 2000, gezinswoningen, 70% koop- en 30% huurwoningen, goed onderhouden.

Slide 25 - Tekstslide

Welke woningkenmerken zie je?

Slide 26 - Tekstslide

Woningkenmerken?
±1910, woningbouwcorporatie, etagewoningen, goed onderhouden.

Slide 27 - Tekstslide

Wanneer zijn deze woningen gebouwd?
Jaren 1960-'70
Na-oorlogse wederopbouw 1945-60
21e eeuw
19e eeuw / vroeg 20e eeuw

Slide 28 - Sleepvraag

Wat voor woningtypes zijn het?
Galerijflat
portiek-etagewoningen
Modern appartement
19e eeuwse arbeiderswoningen
Moderne eengezinswoning / rijenwoning

Slide 29 - Sleepvraag

Bewonerskenmerken
Grootte van huishouden

Etniciteit

Inkomen

Gezinsfase

Leeftijd

Slide 30 - Tekstslide

Wat zijn hier de bewonerskenmerken?

Slide 31 - Open vraag

Wat zijn hier de bewonerskenmerken?

Slide 32 - Open vraag

Woningkenmerken
Bewonerskenmerken
Huur/koop
Appartement/ Eengezinswoning
Bouwperiode
Staat van onderhoud
Huishoudensamenstelling
Etniciteit
Leeftijd
gezinsfase
Inkomen

Slide 33 - Sleepvraag

Leerschema: 
Leefbaarheid
Buurtprofiel
Ongelijkheid
Oplossingen
Problemen
Soort woningen
Bewonerskenmerken
Woonomgeving
Voorzieningen
Openbare ruimte
Veiligheid
Ruimtelijke segregatie
Sociale ongelijkheid
Stadsvernieuwing
Herstructureren
Saneren
Renoveren
Gentrificatie

Slide 34 - Sleepvraag

Bedenk een verband tussen een woningkenmerk en een bewonerskenmerk.

Slide 35 - Open vraag

Segregatie-index

De segregatie-index loopt van 0 (evenredige spreiding over de
stad) tot 100 (complete segregatie). 

De waarde van de segregatie-index kan worden
geïnterpreteerd als het percentage van een groep dat zou moeten verhuizen om een 
verdeling over de stad te krijgen die evenredig is aan die van de overige bevolking
(Tesser et al. 1995)

Slide 36 - Tekstslide

Is elke vorm van segregatie een probleem? Licht je antwoord toe.

Slide 37 - Open vraag