In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk bespreken:
Opdracht 7 en 8 op bladzijde 95 in je boek.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
Waarom groeit de bevolking?
Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
H3.4 Wisselen van schaalniveau's
Slide 5 - Tekstslide
Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
Waarom groeit de bevolking?
Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Leerdoel
In deze les leer je
- de vijf verschillende soorten schaalniveaus.
- wisselen van schaalniveau.
- Je kunt het verschijnsel centrum - periferie op de vijf schaalniveau's begrijpen.
- Je begrijpt hoe ontwikkelingen op verschillende schaalniveau's elkaar beïnvloeden.
Slide 6 - Tekstslide
Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
Waarom groeit de bevolking?
Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Geografisch schaalniveau = Het niveau waarop je een verschijnsel bekijkt.
Door inzoomen en uitzoomen verander je van schaalniveau.
Inzoomen = Je bekijkt een gebied van dichterbij.
Uitzoomen = Je gaat van een klein gebied naar een groter gebied.
Slide 7 - Tekstslide
Als je van A naar B naar C naar D gaat ben je aan het ...
A
inzoomen
B
uitzoomen
Slide 8 - Quizvraag
Schaalniveau
Slide 9 - Tekstslide
Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
Waarom groeit de bevolking?
Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Er zijn 5 schaalniveaus:
Wisselen van schaalniveau: Schaalniveau: Gebied:
Slide 10 - Tekstslide
Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
Waarom groeit de bevolking?
Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Bijzonder schaalniveau:
Fluviale schaal = stroomgebied van een rivier.
Slide 11 - Tekstslide
Welk schaalniveau zie je hier?
B13 Wisselen van schaalniveau's
A
lokaal
B
regionaal
C
nationaal
D
continentaal
Slide 12 - Quizvraag
Als je inzoomt zie je een ... gebied.
A
groter
B
kleiner
Slide 13 - Quizvraag
Welk schaalniveau zie je hier?
A
lokaal
B
regionaal
C
nationaal
D
continentaal
Slide 14 - Quizvraag
Welk schaalniveau zie je hier?
A
mondiaal
B
nationaal
C
regionaal
D
continentaal
Slide 15 - Quizvraag
Mondiaal
Schaalniveau= mondiaal (de wereld)
Hoe donkerder rood, hoe hoger het BBP per hoofd.
Donkerrood=centrum
geel=periferie
Slide 16 - Tekstslide
Continentaal
Schaalniveau= continentaal (in dit geval Europa)
Hoe donkerder groen, hoe hoger het BNP (soort BBP) van dat land.
Donkergroen= centrum
Lichtgroen= periferie
Slide 17 - Tekstslide
Nationaal
Schaalniveau=nationaal (in dit geval Nederland)
Hoe donkerder paars, hoe hoger het gemiddelde inkomen in die gemeente.
Centrum= de Randstad
Periferie= voornamelijk Friesland, Groningen, Drenthe, Limburg en Zeeland.
Slide 18 - Tekstslide
Regionaal
Schaalniveau= regionaal (in dit geval provincie Groningen)
Hoe donkerder blauw, hoe hoger het gemiddelde inkomen in die gemeente.
Je ziet hier dat Groningen het laagste gemiddelde inkomen heeft van de hele provincie. Dit komt oa doordat er veel studenten in de stad Groningen wonen.
Slide 19 - Tekstslide
Lokaal
Schaalniveau=lokaal (in dit geval de stad Groningen)
Ook op dit niveau zie je verschillen
Oranje= In deze wijk kunnen de mensen moeilijker rondkomen dan het landelijk gemiddelde.
Licht-oranje= In deze wijk kunnen de mensen gemiddeld rondkomen dan het landelijk gemiddelde.
Groen= In deze wijk kunnen de mensen beter rondkomen dan het landelijk gemiddelde.
Slide 20 - Tekstslide
Uitzoomen
Nu gaan we in 1x helemaal uitzoomen, dus van de wijken van Groningen naar --> de Wereld
Hierdoor krijg je weer overzicht
Slide 21 - Tekstslide
Let op, de mensen uit de oranje wijken op deze afbeelding....
...wonen nog wel altijd in een rood land op bovenstaande kaart. Een land dat tot het centrum van de wereld behoort met een hoog BBP per hoofd.
Relatieve armoede
Slide 22 - Tekstslide
Schaalniveaus beïnvloeden elkaar
- De periferie van Nederland (Drenthe, Friesland, Limburg ,Overijssel, Zeeland) kan je niet vergelijken met de periferie in Afrika. (De vorm van armoede is enorm anders)
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wisselen van schaalniveau
Soms helpt het om in/uit te zoomen als je ergens naar kijkt.
Slide 25 - Tekstslide
HW
- H3.4 Opdracht 1 t/m 7.
- Leren voor het SO (H4 par. 2,3,4) in week 7 (13 t/m 17 februari)