V3B B7: argumenten voor de evolutietheorie

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

 B7: argumenten voor de evolutietheorie

Planning

• Terugblik BS 6
• Leerdoelen BS 7
• Uitleg BS 7: argumenten voor de evolutietheorie
• Vragen 
• Aan de slag

Terugblik

Welke stelling over genetische variatie is waar?

1. Genetische variatie binnen een populatie is nodig voor evolutie om plaats te vinden
2. De mate van genetische variatie binnen een populatie heeft geen invloed op het verloop van evolutie
3. Genetische variatie binnen een populatie heeft een negatief effect op het plaatsvinden van evolutie

Natuurlijke selectie is een mechanisme dat van belang is voor de evolutietheorie. Wat verstaan we onder natuurlijke selectie?

1. Dat verschillende vormen van een soort zich gescheiden ontwikkelen
2. Dat individuen met een betere aanpassing aan het milieu een grotere overlevingskans hebben
3. Dat verwante soorten door aanpassingen aan het milieu verschillen gaan vertonen
4. Dat de sterksten een grotere overlevingskans hebben

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe fossielen zijn ontstaan en wat hun rol is in de evolutietheorie
• Je kunt verwantschap verklaren op basis van DNA
• Je kunt de rol van rudimentaire organen in de evolutietheorie verklaren.

Wat is evolutie?

Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderd en/of verdwijnen.

Argumenten evolutietheorie

1. Fossielen
   
2. Overeenkomsten in bouw
   
3. Rudimentaire organen

Fossielen

• Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteente.
  
• Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn.

• De fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie, ze laten zien dat de evolutietheorie waar kan zijn.
  

Ontstaan fossielen.

1.dier sterft en komt op de aarde te liggen.

2. klei/zand deeltjes (=Sediment) komt hieroverheen.

3. allen harde delen blijven over en zijn bewaard.

Verwantschap

Alle soorten op aarde hebben een gezamenlijke voorouder gehad. 

Door evolutie zijn nieuwe soorten ontwikkeld

 Verwantschap van soorten

Verwantschap: DNA

DNA bevat genen --> maken eiwitten --> maken eigenschappen (fenotype)

Hoe meer het DNA, het fenotype en de eiwitten overeenkomen, hoe korter geleden die gemeenschappelijke voorouder leefde

Overeenkomst in bouw 

• Organen met een verschillende functie vertonen overeenkomsten in bouw
  
• Zij zijn dus waarschijnlijk uit dezelfde grondvorm (voorouder) ontstaan
  
• Door aanpassingen aan verschillende milieus hebben organen van de oorspronkelijke voorouders verschillende functies gekregen.

Rudimentaire organen

- Rudimentaire organen: organen die deel van hun functie verliezen en niet of nauwelijks tot ontwikkeling komen.

vragen

VRAGEN? 

leerdoelen checken

Hoe vormen fossielen bewijs voor de evolutietheorie?

Soort B toont het meeste verwantschap met
soort: A, C of E?

1. A
2. C
3. D
4. E

Wat zijn rudimentaire organen?

1. Een groep samenwerkende organen
2. Organen die alleen bij mensen voorkomen.
3. Organen die zich in de loop van de tijd steeds verder ontwikkelen.
4. Organen die we door aanpassingen aan het milieu niet meer nodig hebben

Aan de slag

Maak opdrachten van BS7 in LessonUp

Klaar? 

Kies uit de onderstaande mogelijkheden

• Lees BS 8 alvast door
• Kijk filmpje van Freek Fonk op volgende slide
• Maak voor jezelf een samenvatting
• Oefen met de kruisingen op biologiepagina

www.bnnvara.nl

biologiepagina.nl