Monniken en ridders H.4. 2,3,4 Speeddaten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Binnenkomst

Neem rustig plaats op je vaste plek.

Op tafel ligt:

Een schrift

Een pen

Op hoek van de tafel ligt: Ipad

Afspraken

Ipad afspraken

1. Wifi = GSR

2. Bluetooth = aan

3. VPN = uit (app verwijderen)

Wat gaan we doen?

1. Toetsdata benoemen
2. Terugblik
3. Introductie en leerdoelen
4. Instructie 
5. Inoefening
6. Verwerkingsopdrachten
7. Evaluatie van de les
8. Huiswerk

Toetsdata

Datum: 4 juni 2019

Repetitie

Hoofdstuk 4; paragraaf 2, 3, 4

Datum: 25 juni 2019

PO Geschiedenis van de Islam

Repetitie 4 juni 2019

Leerwerk: 

Leerstof: Hoofdstuk 4; paragraaf 2 - 4

Leer de begrippen en de leerteksten. Doe dit aan de hand van de leerdoelen A,B,C, die je kan vinden in paragraaf 8, afsluiting.

Terugblik 

4 redenen voor de problemen in het Romeinse rijk.
Welke reden hoort er niet bij?

1. Het leger was te klein om alle grenzen te bewaken
2. De belastingen waren te hoog
3. Er was steeds ruzie over de opvolging van de keizer
4. Er was voldoende voedsel

Tijdens de 4e en 5e eeuw na Christus vinden volksverhuizingen plaats.
Wat wordt hiermee bedoeld?

Bekijk deze landkaart

Welk deel van het Romeinse
Rijk had het meeste last van
de volksverhuizing?

1. West-Romeinse Rijk
2. Oost-Romeinse Rijk

In welk jaar viel het West-Romeinse Rijk definitief?

1. 476 na Christus
2. 1453 na Christus
3. 476 voor Christus
4. 1453 voor Christus

De late middeleeuwen duren van ...

1. 500 - 1000 na Christus
2. 1000 - 1500 na Christus
3. 500 - 1500 na Christus
4. 476 - 1453 na Christus

Welke gebeurtenis zie je op de achtergrond?

1. De doop van koning Clovis
2. De kroning van Karel de Grote
3. De doop van Karel de Grote
4. De kroning van koning Clovis

Een horige is ...

1. een boer die eigen grond bewerkt
2. een boer die moest werken voor een heer
3. iemand die gehoorzaam is aan God
4. iemand die in dienst is van de kerk

Wat hoort niet bij het hofstelsel ?

1. Heer
2. Horige
3. Domein
4. Geestelijke

Wat is de juiste indeling van de standen tijdens de middeleeuwen?

1. 1e geestelijken 2e boeren 3e adel
2. 1e boeren 2e adel 3e geestelijken
3. 1e geestelijken 2e adel 3e boeren
4. 1e adel 2e geestelijken 3e boeren

Standensamenleving

Je krijgt 5 minuten om een schema te maken van de standensamenleving.

In het schema plaats je de standen en de taken per stand.

Einde 

Terugblik

Introductie

Leerdoelen

Wat leer je?

• Je moet kunnen uitleggen:
  

• B. Het leven op het platteland
  
•  Hoe het hofstelsel werkte
  
• Welke middelen van bestaan er waren in de vroegmiddeleeuwse samenleving 
  

Leerdoelen: wat je moet kennen en kunnen

Einde

Introductie

Instructie 

Leren leren op verschillende manieren

Inoefenopdracht: 

1. mindmap 

Verwerkingsopdrachten:

1. Speeddaten 

2. Keuzeopdrachten

Einde 

Instructie 

Inoefenen

Inoefenopdracht 

Van de docent ontvang je een A3 of A4 papier. 

Maak een mindmap waarin je de hoofdzaken van hoofstuk 4, paragraaf 2 - 4 verwerkt.

Hoofdtitel, Titel, titelkopjes, begrippen, hoofdzaken van de tekst 

Voorwaarden: 

- je onderscheidt iedere titel en titelkopjes met een andere kleur.  

- per vakje niet meer dan 4 woorden

 

Einde

Inoefenen

Opdrachten

Verwerking

Speeddaten

1. Je krijgt een vraag voorgelegd

2. De vraag beantwoord je aan de persoon tegenover je.

3. Docent geeft aan welke persoon mag starten

4. De ene vertelt, de andere luistert

5. Als het nodig is kan je als klas besluiten om een time-out te vragen, om je in te lezen.

6. Op deze manier bereiden we ons voor op de toets

De Franken komen

Je krijgt 2 minuten om het verhaal over volksverhuizingen en de opkomst van de Franken te vertellen.

Je mag gebruik maken van een time-out.

Hofstelstel

Je krijgt 2 minuten om d.m.v. een tekening het hofstelsel uit te leggen. Daarin staan de volgende begrippen:

Domein, herendiensten, horige, vrije boer.

Je kan geen gebruik maken van een time-out.

Standensamenleving

Je krijgt 2 minuten de standensamenleving uit te leggen.

In je verhaal vertel je over de standen en de taken per stand.

Je mag gebruik maken van een time-out.

Jongens tegen de Meisjes

Je krijgt 3 minuten de tijd om in een woordweb zoveel mogelijk woorden op te schrijven die te maken hebben de tijd van monniken en ridders.

Vergelijk elkaars resultaten

Test jezelf

Maakwerk: digitale werkboek :

Test jezelf: 

Hoofdstuk 4; paragraaf 2, 3, 4

Einde 

Opdrachten

Evaluatie

Het volgende onderdeel over het tijdvak monniken en ridders beheers ik niet goed

Einde

Evaluatie

Repetitie 4 juni 2019

Leerwerk: 

Leerstof: Hoofdstuk 4; paragraaf 2 - 4

Leer de begrippen en de leerteksten. Doe dit aan de hand van de leerdoelen A,B,C, die je kan vinden in paragraaf 8, afsluiting.