Les 3.4 De verspreiding van het christendom

§3.4 Verspreiding Christendom vroege middeleeuwen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.4 Verspreiding Christendom vroege middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling §3.3
- Uitleg
- Opdrachten maken


Slide 2 - Tekstslide

Welke hoort niet bij een 'vrije boer'?
A
Werken in het leger
B
Eigen grond
C
Herendiensten
D
Oogsten

Slide 3 - Quizvraag

Leg het begrip 'hofstelsel' uit.

Slide 4 - Open vraag

Zet de tekstwolken in het goede tijdvak
Tijdvak 2 Grieken en Romeinen
Tijdvak 3: Monniken en Ridders
ontstaan christendom
het hofstelsel
handel drijven
geloven in Romeinse goden
de tijd van volksverhuizingen
kloosters in noordwest Europa.

Slide 5 - Sleepvraag

Heidenen
  • Frankische koningen en geestelijken vonden dat deze heidenen bekeerd moesten worden.
  • Ze probeerden Noord-Nederland en Duitsland te veroveren.
  • Zij geloofden in Germaanse goden, zoals Donar (god van de donder en onweer), dit waren natuurgoden.

Slide 6 - Tekstslide

Verspreiding christendom
  • Christendom werd nog belangrijker!
  • Monniken (Willibrord en Bonifatius) bekeren heidenen tot het chrtistendom en stichtten kloosters.
  • Heidenen bleven hun feesten vieren, daarom koppelde de kerk die feesten aan christelijke gebeurtenissen.

Slide 7 - Tekstslide

Invloed op dagelijks leven
  • Vroege middeleeuwen toename christenen, elk dorp had een eigen kerk en priester. Een priester hielp de gelovigen om te leven, volgens christelijke regels.
  • Geestelijken hebben contact met god. In deze tijd was dit erg belangrijk, dus luisterden mensen goed naar hen.

Slide 8 - Tekstslide

Standensamenleving
1e stand
Geestelijken, waren de belangrijkste stand. Zij hebben contact met God. Geestenlijken moesten bidden voor de mensen.
2e stand
Mensen van adel, bijvoorbeeld: ridders, hertogen en graven.
Bieden bescherming aan boeren en geestelijken.
3e stand
De boeren, waren de laagste stand. Zij bewerken het land en zorgden voor voedsel.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Maak in Memo §3.4 opdr 4 tm 10.


Ben je klaar?
Maak een woordspin of andere manier van samenvatting van §3.4 De verspreiding van het christendom.


Slide 10 - Tekstslide

Wat ga je onthouden van deze les?

Slide 11 - Woordweb