De microscoop

Biologie


De microscoop

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Biologie


De microscoop

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
• Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen.
• Je kunt de onderdelen van de microscoop op de juiste wijze gebruiken.
• Je kunt de microscoop netjes opruimen.






    Slide 2 - Tekstslide

    Kijken 
    Als je met het blote oog een object of organisme niet zo goed kunt zien, kun je gebruik maken van een loep (vergrootglas) of microscoop. 

    Slide 3 - Tekstslide

    De Microscoop
    De twee belangrijke microscopen
    1. Elektronenmicroscoop.
    2. Lichtmicroscoop.

    Op school wordt er gewerkt met een lichtmicroscoop.








    Slide 4 - Tekstslide

    Onderdelen
    1. Tubus
    2. Revolver
    3. Objectief
    4. Preparaatklemmen
    5. Diafragma
    6. Lamp
    7. Oculair
    8. Statief
    9. Tafel
    10. Grote en kleine schroef
    11. Voet

    Slide 5 - Tekstslide

    Kijken met een microscoop
    Een microscoop bestaat uit verschillende onderdelen (zie slide 5). Je pakt een microscoop vast bij het statief. je kijkt door de bovenste lens: het oculair. Je gebruikt meestal het 10x vergroten oculair. De buis waar het oclulair zit, heet de tubus. Het oculair zit los in de tubus. Houd de microscoop dus nooit ondersteboven, want dan valt het oculair eruit!

    Onder de tubus zit de revolver. Dit is een draaibare schijf waarin de onderste lenzen zitten geschroefd. Deze lenzen heten objectieven. Aan de meeste schoolmicroscopen zitten drie objectieven. Het kleinste objectief vergroot meestal 4x, het middelste 10x en het grootste 40x. De vergroting staat op het objectief.
    Wanneer je de microscoop verplaatst houdt je het statief en de ondersteun je de voet. Je gebruikt dus twee handen.
    Grote schroef
    Kleine schroef

    Slide 6 - Tekstslide

    Waar moet je een microscoop aan vasthouden?
    A
    Objectief
    B
    Oculair
    C
    Statief
    D
    Tubus

    Slide 7 - Quizvraag

    Kijken met een microscoop
    Bij de meeste schoolmicroscopen zitten aan het statief twee schroeven: een grote schroef en een kleine schroef. Door aan deze te draaien, verandert de afstand tussen tafel en objectieven. Als je aan de grote schroef draait verandert de afstand snel; als je aan de kleinste schroef draait verandert de afstand langzaam.

    Het voorwerp dat je met de microscoop wilt bekijken heet een preparaat. Je legt het preparaat op de tafel, midden boven de opening. Met de preparaatklem(men) kun je het preparaat vastklemmen. Onder de tafel zit een lampje. Tussen het lampje en de tafel zit een diafragma. Hiermee kun je regelen hoeveel lihct er door de lezen valt. Een diafragma bestaat uit een plastic schijf die je kan ronddraaien om meer of minder licht door te laten.
    Grote schroef
    Kleine schroef

    Slide 8 - Tekstslide

    Preparaat
     datgene wat je onder de microscoop wilt bekijken.

    Slide 9 - Tekstslide

    Preparaat

    Slide 10 - Tekstslide

    Een preparaat leg je tussen de preparaatklemmen op de tafel van de microscoop.

    Slide 11 - Tekstslide

    Wat is een preparaat?
    A
    Het voorwerp dat je bekijkt onder de microscoop
    B
    Het voorwerpglas en dekglas onder de microscoop
    C
    Het voorwerpglas, met voorwerp en dekglas
    D
    Alle lenzen op de microscoop

    Slide 12 - Quizvraag

    objectief 4x, 10x, 40x
    oculair 10x

    Slide 13 - Tekstslide

    revolver
    objectief
    oculair
    tubus
    draaibaar magazijn
    houder van het oculair
    ooglens, vergroot 10x
    lens, vergroot 4x, 10x en 40x

    Slide 14 - Sleepvraag

    Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
    A
    diafragma
    B
    objectief
    C
    oculair
    D
    revolver

    Slide 15 - Quizvraag

    Vergroting berekenen
    Hoe ver je iets vergroot kun je berekenen.
    Het oculair heeft een vergroting: meestal 10x
    Het objectief kan verschillende vergrotingen hebben, bijvoorbeeld 20x.

    Om de juiste vergroting te berekenen:
    Oculair maal objectief

    Vergeet niet de vergroting te vermelden bij  een biologische tekening van het voorwerp dat je bekijkt onder de microscoop. 

    Slide 16 - Tekstslide

    Het objectief
    heeft een vergroting van 4x
    wat is de totale vergroting bij een oculair van 10x
    A
    10x
    B
    4x
    C
    40x
    D
    400x

    Slide 17 - Quizvraag

    Microscoop 
    Op school kunnen we:
    40 x vergroten,
    100 x vergroten of 
    400 x vergroten. 

    Slide 18 - Tekstslide

    Vergroting
    Als je een preparaat bekijkt, begin je altijd scherp te stellen bij de kleinste vergroting. Je kunt dan gemakkelijk het voorwerp in het preparaat vinden. Bovendien is dan de kans klein, dat het objectief tegen het preparaat aan komt.

    Slide 19 - Tekstslide

    Diafragma

    Slide 20 - Tekstslide

    Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
    A
    het preparaat vergroten
    B
    hoeveelheid licht te regelen
    C
    microscoop aan vastpakken
    D
    microscoop aan/uit zetten

    Slide 21 - Quizvraag

    voet
    stelschroef
    diafragma
    tafel
    objectief
    tubus

    Slide 22 - Sleepvraag

    Welk onderdeel van de microscoop vind je lastig om te onthouden?

    Slide 23 - Open vraag

    Maak onderdeel A
    • revolver
    • objectief
    • preparaatklemmen
    • diafragma
    • lampje
    • oculair
    • statief
    • tafel
    • grote schroef
    • kleine schroef

    Slide 24 - Tekstslide

    oculair
    statief
    tafel
    tubus
    voet
    lamp

    Slide 25 - Sleepvraag

    kleine schroef
    objectief
    diafragma
    revolver
    preparaatklemmen
    grote schroef

    Slide 26 - Sleepvraag

    0

    Slide 27 - Video

    Waar moet je een microscoop aan vasthouden?
    A
    Objectief
    B
    Oculair
    C
    Statief
    D
    Tubus

    Slide 28 - Quizvraag

    Als je een preparaat bekijkt, gebruik je dan het grootste objectief eerst?
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 29 - Quizvraag

    Waarvoor gebruik je de kleine schroef van een microscoop?
    A
    Hiermee beweeg je de tafel omhoog en omlaag
    B
    Hiermee kun je nauwkeurig scherpstellen
    C
    Hiermee zet je het preparaat vast
    D
    Hiermee regel je de hoeveelheid licht

    Slide 30 - Quizvraag

    Met deel 10 kun je het beeld nauwkeurig scherpstellen.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 31 - Quizvraag

    Als je niets ziet...
    Als je geen beeld krijgt, kan dit de volgende oorzaken hebben.
    1. Je hebt de revolver niet goed gedraaid, zodat het objectief niet precies boven het preparaat staat. Bij de meeste microscopen 'klikt' de revolver in de goede stand.
    2. Het preparaat ligt niet goed boven de opening in de tafel.
    3. Je gebruikt een te sterke vergroting.
    4. Het diafragma laat geen licht door.
    5. Het lampje staat niet aan. 
    Controleer dit voordat je hulp vraagt.

    Slide 32 - Tekstslide

    Afsluiten

    Hoe ging het?

    Hoe vond je het?


    Slide 33 - Tekstslide