Zomerquiz

De Zomerquiz

4 rondes 

Zorg theorie
Van alles wat
zorg praktijk
Zomer
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 18 min

Onderdelen in deze les

De Zomerquiz

4 rondes 

Zorg theorie
Van alles wat
zorg praktijk
Zomer

Slide 1 - Tekstslide

Ronde 1 Zorg theorie

Slide 2 - Tekstslide

Op de huid van mannen komen meer bacteriën voor is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Niet waar
omdat de huid van mannen zuurder is kunnen bacteriën minder goed overleven.
Ook door verzorgingsproducten en verschil in transpiratie.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde van de spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, maag, mondholte

Slide 5 - Quizvraag

Door aandoeningen in het zenuwstelsel kunnen stoornissen ontstaan in:
A
Bewegen (bewegingsstoornissen)
B
Bewegen en voelen (Bewegingsstoornissen en gevoelsstoornissen)
C
Voelen (gevoelsstoornissen)
D
Geen van de antwoorden is goed

Slide 6 - Quizvraag

Smetten ontstaan NIET door:
A
Allergie
B
Overgewicht
C
Slecht afdrogen in de huidplooien
D
Transpiratie

Slide 7 - Quizvraag

Welk advies moet je NIET geven aan een zorgvrager met reuma?
A
Eet gezond en probeer overgewicht te voorkomen
B
Neem pauzes na uw dagelijkse activiteiten
C
Voorkom pijnklachten door stil te blijven zitten in de stoel
D
Zorg voor een gelijkmatige temperatuur

Slide 8 - Quizvraag

Horen de volgende kenmerken bij reuma of artrose? Sleep naar de goede plek.
Reuma
Artrose
Gewrichten zijn ontstoken
Meer klachten bij kou en vochtig weer
Ontstaat door overbelasting
Vooral pijn bij begin van een beweging
Ochtendstijfheid
Slijtage van kraakbeen en gewrichten
Vermoeidheidsklachten
Na een actieve periode volgt een inactieve periode

Slide 9 - Sleepvraag


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 10 - Quizvraag

sleep naar de juiste plek:
wel een functie van het skelet
geen functie van het skelet
Aanhechtingsplaats voor organen
Beschermt kwetsbare organen
Geeft stevigheid en vorm aan het lichaam
Opslagplaats voor kalk
Vormt bloedcellen en bloedplaatjes
Zorgt dat afvalstoffen het lichaam kunnen verlaten

Slide 11 - Sleepvraag

Je neemt een prikkel waar en reageert op de prikkel. Wat is de juiste route?
A
zintuig - gevoelszenuwcellen - hersenen - bewegingszenuwcellen - spieren
B
zintuig - gevoelszenuwcellen - bewegingszenuwcellen - hersenen – spieren
C
zintuig - bewegingszenuwcellen - hersenen - gevoelszenuwcellen - spieren
D
gevoel-zintuigcellen-bewegingcellen-hersenen-spieren

Slide 12 - Quizvraag

Centraal zenuwstelsel
Perifeer Zenuwstelsel
Buiten de schedel en wervelkolom
Hersenen
Ruggenmerg
Zenuwcellen met zenuwvezels

Slide 13 - Sleepvraag

Wat wordt aangegeven
bij b?
A
Grote hersenen
B
hersenstam
C
kleine hersenen
D
Grijze stof

Slide 14 - Quizvraag

De huid bestaat uit 3 lagen welke hoort en NIET bij:
A
Eelt
B
Lederhuid
C
Onderhuidsbindweefsel
D
Opperhuid

Slide 15 - Quizvraag

Ronde 2 
van alles wat

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel wenkbrauwen hebben Bert en Ernie samen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Monopoly
Hoe heet de straat direct na de gevangenis?
A
Houtstraat
B
Kalverstraat
C
Barteljorisstraat
D
Vreeburg

Slide 19 - Quizvraag

Wat waren de meest voorkomende jongens- en meisjesnamen van baby's geboren in 2019?
A
Mees & Sara
B
Lucas & Tess
C
Sem & Noor
D
Noa & Emma

Slide 20 - Quizvraag

Welk genre is dit?
A
Breath Rap
B
Trip-hop
C
High-hop
D
Cloud Rap

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel kilo voedsel gooit de gemiddelde Nederlandere jaarlijks weg?
A
12
B
23
C
34
D
45

Slide 22 - Quizvraag

34kilo=

€120,-

Slide 23 - Tekstslide

Ingeborg
Esther
Fok
Aynur

Slide 24 - Sleepvraag

Pule is
A
Gefrituurde oogballen
B
Een kruid dat alleen groeit op de Noordpool
C
De duurste kaas ter wereld
D
Een taart met veel chocolade

Slide 25 - Quizvraag

Pule is: 
De duurste kaas ter wereld. Deze wordt in Servië gemaakt. 
De kaas wordt van ezelinnenmelk gemaakte en kost een slordige € 1000,- per kilo.

Slide 26 - Tekstslide

Volgens het oude spreekwoord leiden alle wegen naar
A
Praag
B
Parijs
C
Maaskantje
D
Rome

Slide 27 - Quizvraag

Ronde3

Zorg praktijk!

Slide 28 - Tekstslide

Waarmee reinig je een kunstgebit
A
Poetsen met alleen water
B
Poetsen met tandpasta
C
Poetsen met handzeep
D
Wegzetten in een bakje water

Slide 29 - Quizvraag

Handhygiëne: Alcohol of water en zeep?

Wanneer was je je handen met water en zeep?
A
Altijd
B
Alleen als je handen vies zijn
C
Bij zichtbare vervuiling, natte handen en na toiletgebruik
D
Je kunt altijd kiezen tussen alcohol en zeep

Slide 30 - Quizvraag

Goed handen wassen duurt:
A
20-30 seconden
B
40-60 seconden
C
1 tot 2 minuten
D
Je moet je handen stukwassen volgens Rutte

Slide 31 - Quizvraag

Tilnormen:
Om je rug niet te belasten mag je max .... kilo tillen (af en toe!!)
A
17
B
20
C
23
D
25

Slide 32 - Quizvraag

Wat is NIET waar over lotiondoekjes
(verzorgend wassen)
A
Cliënt kan niet meehelpen omdat hij gewend is aan washandjes
B
Als er doekjes over zijn mag je die dezelfde dag nog gebruiken
C
Je gebruikt een aangebroken pakje altijd bij dezelfde cliënt
D
Afdrogen is niet nodig

Slide 33 - Quizvraag

Wat observeer je bij urine
A
Dikte en hoeveelheid
B
Kleur en helderheid
C
Geur en bloed in de urine
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 34 - Quizvraag

Wat is dit?
A
Een zak om haar mee te drogen
B
Een hulpmiddel om steunkousen mee aan te trekken
C
Een steunkous
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Mevrouw van Adrichem heeft reuma. Zij kan op een goede dag nog met enig ondersteuning lopen. Wanneer mevrouw een mindere dag heeft, heeft zij veel pijn en gaat lopen moeizaam. Zij gebruikt dan een rolstoel. Welk hulpmiddel kan je gebruiken om mevrouw van bed naar de rolstoel te helpen?

A
Een passieve tillift
B
Een actieve tillift
C
Een draaischijf
D
Geen van deze drie hulpmiddelen

Slide 36 - Quizvraag

Wat is ergonomisch werken?
A
Hulpmiddelen inzetten om sneller klaar te zijn.
B
Werken met de juiste en goede werkhouding om klachten te voorkomen.
C
Om ziekteverzuim te voorkomen.
D
Zorgen voor een veilige omgeving van de zorgvrager.

Slide 37 - Quizvraag

Ronde 4
Zomer

Slide 38 - Tekstslide

Als je een donkere huid hebt hoef je je niet in te smeren met zonnebrand. Deze stelling is:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Hoe worden aardbeien ook wel genoemd?
A
Zomerbeien
B
Zomerkoninkjes
C
Zonnekoninkjes

Slide 40 - Quizvraag

Nederland is een van de natste landen ter wereld. Deze stelling is:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quizvraag

De meeste regen valt in gebieden rond de evenaar, waar ze een tropisch regenklimaat hebben.

Slide 42 - Tekstslide

Hoeveel zeehonden leven er in het waddengebied
A
200
B
40.000
C
120.000

Slide 43 - Quizvraag

Ook in Nederland zijn er mooie plekken om naar toe te gaan.

Hoe heet het plekje op de afbeelding?
A
Giethoorn
B
Openluchtmuseum
C
Texel
D
Zaanse Schans

Slide 44 - Quizvraag

Welk ijsje smelt het snelst?
A
Het roomijsje
B
Het waterijsje
C
Beide even snel

Slide 45 - Quizvraag

Alle kleuren waterijs hebben dezelfde smaak
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quizvraag

en nu de allerlaatste vraag...
tromgeroffel

Slide 47 - Tekstslide

Wat is de hoogste temperatuur in Nederland ooit gemeten?
A
38,6
B
40,7
C
42,1
D
43,9

Slide 48 - Quizvraag

en de winnaar is....

Slide 49 - Tekstslide