4.4 Nederland 1848

4.4 Nederland in 1848
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.4 Nederland in 1848

Slide 1 - Tekstslide

4.4: Drie onderwerpen
  1. koning Willem I en België 
  2. liberalen en conservatieven
  3. democratische grondwet 1848

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis testen
Wie heeft de paragraaf gelezen?

Slide 3 - Tekstslide

Wie is wie uit uit par. 4?
Koning Willem II
Koning Willem I
Johan Thorbecke
Napoleon

Slide 4 - Sleepvraag

In welk jaar was Napoleon definitief verslagen?
A
1812
B
1813
C
1814
D
1815

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet de eerste koning van het Koninkrijk der Nederlanden?
A
Lodewijk Napoleon
B
Willem V
C
Willem Alexander
D
Willem I

Slide 6 - Quizvraag

Koning Willem I was...
A
de zoon van stadhouder Willem V
B
de kleinzoon van Napoleon
C
een door het volk gekozen koning
D
geen familie van Willem van Oranje

Slide 7 - Quizvraag

Willem I had als bijnaam 'Koopman Koning'. Waarom? (2 antwoorden zijn goed)
A
Hij was voor zijn koningschap koopman geweest
B
Hij wilde de Nederlandse economie en handel verbeteren
C
Hij richtte de Nederlandse Handelsmaatschappij op
D
Hij had vele aandelen op de beurs om snel rijk te worden

Slide 8 - Quizvraag

Tussen welke twee steden reed de eerste stoomtrein in Nederland?
A
Amsterdam en Beverwijk
B
Amsterdam en Haarlem
C
Haarlem en Leiden
D
Amsterdam en Utrecht

Slide 9 - Quizvraag

Tot welk jaar hoorde België bij Nederland?
A
1815
B
1830
C
1848
D
1850

Slide 10 - Quizvraag

Wat is WAAR over een constitutionele monarchie?
A
De koning staat boven de grondwet
B
De koning houdt zich aan de grondwet

Slide 11 - Quizvraag

Wie had in 1815 in Nederland de meeste macht?
A
de koning
B
het parlement
C
het volk
D
regenten

Slide 12 - Quizvraag

In welk jaar kreeg het parlement (en dus het volk) meer macht dan de koning?
A
1830
B
1844
C
1848
D
1870

Slide 13 - Quizvraag

Koninkrijk der Nederlanden
- 1815 Napoleon verslagen 
- overwinnaars: 
  1. macht koningen herstellen 
  2. Frankrijk zwak houden

gevolg:
> Willem I koning Nederland
> België bij NL (sterke buffer Fr)


Slide 14 - Tekstslide

Filmpje aankomst Willem I Scheveningen 1813 


Wat is echt waar?

Slide 15 - Tekstslide

1

Slide 16 - Video

03:48
Wat was 'echt waar' in dit filmpje?

Slide 17 - Open vraag

Bestuur Nederland
vorige les

Slide 18 - Woordweb

Willem I
  • 1813-1840
  • 'Koopman-koning': stimuleerde de economie en handel in het noorden
  • wegen en kanalen 
  • Nederlandse Bank
  • NLse Handelsmaatschappij

Slide 19 - Tekstslide

Opstand Belgen 1830
Waarom komen ze in opstand?
Wat is de rol van Willem I bij de opstand?
Welke karaktereigenschap van Willem I komt naar voren?

vanaf min. 7.35

Slide 20 - Tekstslide

3

Slide 21 - Video

09:25
Noem zoveel mogelijk redenen voor de ontevredenheid van de Belgen.

Slide 22 - Open vraag

10:59
Waarom heeft Willem I de opstand van de Belgen deels aan zichzelf te wijten?

Slide 23 - Open vraag

12:50
LEG UIT welke karaktereigenschap van Willem I duidelijk naar voren komt.

Slide 24 - Open vraag

1830 afscheiding België
- Belgen in opstand tegen Willem I
- redenen:
1. hoge belastingen en weinig economische investeringen
2. weinige Belgische bestuurders in Den Haag
3. Nederlandse taal officieel ipv Frans
4. Protestanten voorgetrokken, Belgen meestal katholiek

Slide 25 - Tekstslide

Waarom is Willem II bekend?
A
Hij werd in één nacht van conservatief liberaal
B
Hij was zowel conservatief als liberaal
C
Hij was zijn hele leven een liberaal
D
Hij was zijn hele leven een conservatief

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent conservatief in de politiek?
A
oppassend
B
behoudend
C
makkelijk
D
ouderwets

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent liberaal in de politiek in de 19e eeuw?
A
een sociale revolutie
B
democratie voor iedereen
C
macht bij de koning
D
economische vrijheid

Slide 28 - Quizvraag

Nederlandse politiek 
tot ca. 1870
politici waren conservatief óf liberaal
(geen politieke partijen)

Slide 29 - Tekstslide

conservatieven

behoudend
macht bij adel en koning
geen inspraak burgers
geen veranderingen

inspiratie uit:
tijd vóór Franse Revolutie
liberalen

vooruitstrevend
macht bij rijke burgers
grondrechten
economische vrijheid

inspiratie uit:
Verlichting en Franse Revolutie

Slide 30 - Tekstslide

Koppel de ideeën
conservatief
liberaal
economische vrijheid
adel aan de macht
democratie
grondrechten
geen veranderingen

Slide 31 - Sleepvraag

Wat veranderde er in 1848?
A
Er kwam een nieuwe koning: Willem II
B
Er kwam een nieuwe, democratische grondwet
C
Er kwam een opstand van het volk
D
Er kwam een nieuwe Tweede en Eerste Kamer

Slide 32 - Quizvraag

Wat is 'censuskiesrecht'?
A
Alleen rijke mannen en vrouwen hadden kiesrecht
B
Alleen de koning bepaalde wie mocht stemmen
C
Alleen de adel en kooplieden mochten stemmen
D
Alleen een groep rijke mannen had kiesrecht

Slide 33 - Quizvraag

Kenmerken
DEMOCRATIE

Slide 34 - Woordweb

Wat is ook al weer de trias politica?

Slide 35 - Open vraag

Uitvoerende macht
wetgevende macht
rechtsprekende macht
Regering
Eerste & Tweede Kamer
Rechters
Controleren
elkaar

Slide 36 - Tekstslide

Vóór 1848

weinig democratie
Koning bijna alle macht
- benoemde ministers
- kon wetten maken
- 1e & 2e kamer niet door volk gekozen
- censuskiesrecht

Ná 1848

meer democratie
parlement alle macht ipv koning
- parlement maakt wetten
-parlement controleert koning
- bevolking kiest 2e kamer en 1e kamer (direct/indirect)
- censuskiesrecht

Slide 37 - Tekstslide

Kijkopdracht
Hoe regeerde de koning vóór 1848 (filmpje) en hoe daarna (zelf bedenken)?

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Hoe regeerde de koning vóór 1848 (filmpje) en hoe daarna (zelf bedenken)?

Slide 40 - Open vraag