h4.4 lens

2.4 Lenzen
Deze les ga je meer leren over hoe lenzen werken en wat ze doen met het beeld
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2.4 Lenzen
Deze les ga je meer leren over hoe lenzen werken en wat ze doen met het beeld

Slide 1 - Tekstslide

Lenzen
voorbeelden:
bril
in fototoestel
vergrootglas
lens in oog
lens op oog

Slide 2 - Tekstslide

Soorten lenzen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Lenzen en lichtbundels
Een bolle lens breekt de lichtstralen 
naar elkaar toe.

Convergerende werking.

Slide 6 - Tekstslide

Lenzen en lichtbundels
Een bolle lens breekt de lichtstralen 
naar elkaar toe. 

Convergerende werking.

Slide 7 - Tekstslide

Lenzen en lichtbundels
Een bolle lens breekt de lichtstralen 
naar elkaar toe. 
Convergerende werking.

Brandpunt is het punt waar de lichtstralen
samenkomen    (F).

Brandpuntafstand is de afstand tussen de lens
en het brandpunt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Lenzen en lichtbundels
Een holle lens breekt de lichtstralen uit elkaar.
Divergerende werking.

Slide 10 - Tekstslide

Beeldconstructie
Een beeld construeren doen we altijd met twee lichtstralen

1      - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2a   - Evenwijdig aan de hoofdas. Na lens door het brandpunt (F).
2b   - Voor de lens door het brandpunt en na de lens evenwijdig aan de optische as.

Slide 11 - Tekstslide

Construeren van beeld
We doen het altijd met drie lichtstralen

1  - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdas. Na de lens door brandpunt (F).
3 - Voor de lens door het brandpunt en na de lens evenwijdig      aan de hoofdas.

Slide 12 - Tekstslide

Lichtstralen tekenen

Lijn 1: lichtstraal evenwijdig aan hoofdas, vanaf de lens door F.

Lijn 2: lichtstaal door F, vanaf de lens evenwijdig aan de hoofdas.

Lijn 3: Vanaf het voorwerp een rechte lijn door het midden van de lens.

Slide 13 - Tekstslide

voorwerpsafstand (v)
beeldafstand (b)
beeld door lens:

  • beeld ontstaat altijd op de kop

  •  Grootte van beeld pas je aan door te variëren in voorwerpsafstand (v) of Beeld afstand (b)

  • Lichtstralen door het midden van een lens worden niet gebroken


Slide 14 - Tekstslide

Stappen:
1. Teken lens met hoofdas 
en brandpunt (F)
2. Voorwerp en pijl V1 V2 
juiste afstand.
3. Twee constructiestralen, B1 waar stralen samen komen.
4. Beeld B1 B2. Beeld ondersteboven.

Slide 15 - Tekstslide

+

Slide 16 - Tekstslide

+
Hoofdas
Positieve lens
Brandpunt (f)
Brandpunt (f)
Voorwerp

Slide 17 - Tekstslide

+

Slide 18 - Tekstslide

+

Slide 19 - Tekstslide

+

Slide 20 - Tekstslide

+

Slide 21 - Tekstslide

+

Slide 22 - Tekstslide

+

Slide 23 - Tekstslide

+

Slide 24 - Tekstslide

+

Slide 25 - Tekstslide

Tekenen van beeld bij een positieve lens

Slide 26 - Tekstslide

NOTEER DE REGELS!!
Tekenregels:
De stralen vanaf de uiteinden van het voorwerp tekenen
  1. de straal midden door de lens gaat in de zelfde richting  verder. => wordt niet afgebogen 
  2. de straal evenwijdig aan de hoofdas (loodrecht op de lens), tot aan de lens => na de lens gaat de straal door het brandpunt achter de lens
  3. het beeld ontstaat daar waar de stralen elkaar kruisen. => beeld is omgekeerd

Slide 27 - Tekstslide

Constructie beeldpunt
Als je het beeldpunt tekent noemen we dat het beeldpunt construeren
De twee 
constructie 
stralen komen 
samen in het 
beeldpunt

Slide 28 - Tekstslide

construeren
- Het tekenen van lichtstralen noemen we construeren
Stappenplan;
1.) Teken de hoofdas.
2.) Teken de lens.
3.) Geef de brandpunten aan op de hoofdas.
4.) Teken het voorwerp als een pijl op de juiste afstand.
5.) Teken de 2 constructiestralen
6.) Teken het beeld.

Slide 29 - Tekstslide

bijzondere lichtstralen 
Ik wil de groene pijl afbeelden achter de lens, maar waar moet nou een scherm plaatsen?

Slide 30 - Tekstslide

bijzondere lichtstralen 
1) een Lichtstraal die loodrecht door de lens gaat, gaat daarna door het brandpunt.
2) Een lichtstraal die precies door het midden van de lens gaat blijft rechtdoor gaan.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Onthouden !
Positieve lens (bolle lens)
  • Heeft een Convergerende werking (naar elkaar toe)
  • De  lichtstralen komen bij elkaar in het brandpunt (hoofdletter F)
  • Afstand lens => brandpunt heet brandpunts-afstand (kleine letter f)
Negatieve lens (holle lens)
  • Heeft een divergerende werking (van elkaar af).
  • Negatief brandpunt (dus vóór de lens) 
Tekenen Beeld bij positieve lens:
  • Teken altijd de twee constructie stralen
  • Beeld is omgekeerd.

Slide 36 - Tekstslide

In figuur 4 is een reëel beeld gemaakt met een positieve lens.
Welke twee lichtstralen zijn geen constructiestralen?
A
Lichtstraal 1
B
Lichtstraal 2
C
Lichtstraal 3
D
Lichtstraal 4

Slide 37 - Quizvraag

Voorkennis
Zijn er leerlingen in de klas die een bril of lenzen dragen en weten welke sterkte ze ongeveer hebben?

Heb jullie moeite met voorwerpen van dichtbij of van veraf?

Slide 38 - Tekstslide

Constructie reeel beeld
Een lamp projecteert een beeld op een lens
Vanuit de lamp gaan alle stralen uit elkaar (H1)
Een positieve lens brengt de lichtstralen weer bij elkaar
Dit punt heet het
brandpunt 
(groene pijl)

Slide 39 - Tekstslide

Projectie
In het brandpunt snijden de
stralen elkaar

Slide 40 - Tekstslide

Scherpstellen
Met een optische bank stel je het beeld scherp
De lens verplaats je naar voren of naar achteren
Op die manier kun je het beeld scherpstellen
Afstand tussen voorwerp en lens
heet de voorwerpafstand
Afstand tussen lens en scherpe 
beeld heet beeldafstand

Slide 41 - Tekstslide