ARCHITECTUUR - vorm, inhoud en betekenis


Vorm, inhoud en betekenis
ARCHITECTUUR
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Vorm, inhoud en betekenis
ARCHITECTUUR

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


"Architectuur is de kunst en de wetenschap van het ontwerpen van de bebouwde omgeving."

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk gebouw, elke straat: bij alles wat je om je heen ziet is nagedacht.

Waar moet een architect allemaal over nadenken tijdens het ontwerpen van een gebouw?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet een architect allemaal aan denken tijdens het ontwerpen van een gebouw?

  • Schoonheid / esthetiek
  • Bruikbaarheid / functie
  • Veiligheidseisen
  • Stedelijk landschap: past (goed) in de omgeving

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KUNST

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VORM
HOE is het gemaakt?

Kleuren, lijnen, vormen, compositie, licht/donker (beeldend)
Materiaal, techniek, kleuren, lijnen, vormen (architectuur)

HET WAARNEEMBARE (WAT ZIE JE?)

Slide 6 - Tekstslide

De gebruikte materialen dragen in belangrijke mate bij aan de uitstraling van een gebouw. Voor bankgebouwen worden luxe materialen gebruikt, zoals marmer. Metselwerk met bakstenen is typisch Hollands en geeft de gebouwen een vertrouwd uiterlijk. In de negentiende eeuw geven gewapend beton, staal en glas architecten
Verschillende architecten en vormgevers, 
Paleis van Versailles, Parijs (vanaf 1624)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emiel van Averbeke / Zaha Hadid, Havenhuis Antwerpen, 1922 / 2016

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INHOUD
WAT is gemaakt?

Is het gebouw klassiek of is het abstract? 
En dan nog: zit er een idee of visie achter?

VOORSTELLING - BETEKENIS - BOODSCHAP

Slide 9 - Tekstslide

Soms sluit nieuwe architectuur aan op de bestaande omgeving. Een nieuw gebouw gaat dan als het ware op in het ritme van de omringende gebouwen. Bijvoorbeeld doordat de hoogte, vorm, materialen en kleuren hetzelfde zijn. Maar een architect kan ook bewust kiezen voor een contrast, door een gebouw te ontwerpen dat sterk van zijn omgeving afwijkt. 
Jørn Utzon, Sydney Opera Huis, 1973

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BETEKENIS
WAAROM is het gemaakt?

Wat is het doel van het kunstwerk? Is het voor decoratie of amusement, drukt het bepaalde gevoelens uit, is het symbolisch of religieus? Wat wil de kunstenaar bereiken?

HET DOEL

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende architecten en opdrachtgevers, Kathedraal van Milaan, 1386 - 1950

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KUNST
HOE <---
---> WAT
---> WAAROM

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorm, inhoud en betekenis in architectuur

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VORM (hoe)
De stijl van bouwen. De architect maakt keuzes in het materiaalgebruik, de constructie, de kleur, de grootte van het gebouw, enz.

Denk aan: stijl, materiaal, constructie, grootte, licht, kleur, ruimte en omgeving.

Slide 15 - Tekstslide

De gebruikte materialen dragen in belangrijke mate bij aan de uitstraling van een gebouw. Voor bankgebouwen worden luxe materialen gebruikt, zoals marmer. Metselwerk met bakstenen is typisch Hollands en geeft de gebouwen een vertrouwd uiterlijk. In de negentiende eeuw geven gewapend beton, staal en glas architecten ongekende nieuwe mogelijkheden. Hierdoor kunnen grotere en lichtere constructies worden ontworpen. 
INHOUD (wat)
UITSTRALING

Wat is de uitstraling van het gebouw en waarom?
Wat laat de architect met het gebouw zien?

Slide 16 - Tekstslide

Soms sluit nieuwe architectuur aan op de bestaande omgeving. Een nieuw gebouw gaat dan als het ware op in het ritme van de omringende gebouwen. Bijvoorbeeld doordat de hoogte, vorm, materialen en kleuren hetzelfde zijn. Maar een architect kan ook bewust kiezen voor een contrast, door een gebouw te ontwerpen dat sterk van zijn omgeving afwijkt. 
 Skidmore, Owings and Merrill, Burj Khalifa
Dubai (2010)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

R.H.M. Schuurman en Sjoerd Soeters, 
Johan Cruijff ArenA (1996)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INHOUD: wat laat de architect met het gebouw zien? 
Bijvoorbeeld: 
  • Om de functie van het gebouw te laten zien. 
  • Een herkenningspunt omdat veel gebouwen met dezelfde functie er zo uitzien. 
  • Een reactie op de omgeving of het gebouw wat er eerder stond. 
  • Of juist iets aparts om de aandacht te trekken. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Hoe laat de architect de functie van dit gebouw zien?
- Hoe is dit gebouw een herkenningspunt?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk goed naar het gebouw/de architectuur in het
volgende filmpje. 

Kijkvraag: wat straalt dit gebouw uit en hoe komt dat?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

BETEKENIS
WAAROM is het gemaakt?

Wat is het doel van het kunstwerk? Is het voor decoratie of amusement, drukt het bepaalde gevoelens uit, is het symbolisch of religieus? Wat wil de kunstenaar bereiken?

HET DOEL

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Johan Cruijff ArenA

  • VORM: Stijl, vorm, materiaal, kleur, grootte, etc.

  • INHOUD: Functie van het gebouw laten zien en een herkenningspunt (opvallend).

  • FUNCTIE: Gemaakt voor een voetbalclub, in betreffende stad voor wedstrijden en training. Om (veel) supporters bij elkaar te brengen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies