In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Kijk naar het vorige plaatje. Welke veranderingen zag je als je het vergelijkt met hoofdstuk 4?
Slide 2 - Open vraag
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5: Stedelingen, vorsten en de paus speelt zich nog steeds af in de Middeleeuwen. Alleen in een ander tijdvak: de tijd van steden en staten (zie afbeelding).
Slide 3 - Tekstslide
Over welke periode gaat hoofdstuk 4?
A
Middeleeuwen
B
Tijd van steden en staten
Slide 4 - Quizvraag
Oriëntatie
Als je naar de tijdbalk kijkt op blz. 117 van je handboek, zie je dat er veel nieuwe onderwerpen aan bod komen. Daarom gaat hoofdstuk 5 ook over een ander tijdvak. In het tweede gedeelte van de Middeleeuwen verandert er namelijk weer veel.
Zoals je op de eerste afbeelding al zag: in deze tijd ontstaan er weer steden, het is veiliger in Europa en misschien wel het bekendste van deze tijd: de kruistochten vinden plaats.
Slide 5 - Tekstslide
Nederlands
Wat ook wel grappig is, is dat in deze tijd het eerste bewijs is gevonden van onze taal: het Nederlands. Het eerste Nederlandse zinnetje is gevonden op een klein briefje papier: "Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda tu? Wat unbidan we nu?"
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekenen de volgende woorden: "Hebban olla vogala.."
Slide 7 - Open vraag
Wat betekenen de volgende woorden: "...nestas hagunnan..."
Slide 8 - Open vraag
Wat betekenen de volgende woorden: "... hinase hic anda tu?"
Slide 9 - Open vraag
Wat betekenen de volgende woorden: "Wat unbidan we nu?"
Slide 10 - Open vraag
Hebban olla vogala...
"Hebben alle vogels al nestjes gemaakt, behalve jij en ik? Waar wachten wij dan op?" is de eerste Nederlandse zin en een liefdesgedichtje. Het is opgeschreven op een kladblaadje.
Slide 11 - Tekstslide
Wie zou deze Nederlandse tekst hebben opgeschreven?
A
Prins
B
Boer
C
Handelaar
D
Monnik
Slide 12 - Quizvraag
Waarom zou deze tekst op een kladblaadje geschreven zijn?
A
De tekst was mislukt.
B
Niemand zou dit mogen lezen.
C
Dit was om de pen te testen.
D
Dit was te opvulling van het papier
Slide 13 - Quizvraag
Schrijven
De tekst is opgeschreven door een monnik. Monniken (mensen van de kerk) waren namelijk de enigen die in de Middeleeuwen konden schrijven. De monnik deed dit om zijn pen te testen.
Slide 14 - Tekstslide
Schrijven
Schrijven deden de monniken op dierenhuid. Dit deden zij vaak de hele dag. Zij waren maanden bezig met het overschrijven van de bijbel. Het was erg duur om te maken. Daar kan je nu een huis van kopen.
Slide 15 - Tekstslide
Inkt
De inkt om mee te schrijven, werd zelf gemaakt. De meeste kleuren die voorkwamen, waren: zwart, bruin en rood. Zij vermalen dan producten uit de natuur en mengen dat met water.