P. 74 discussion

Today's Programme
- Discuss p. 74





Lesson Objective:
- You know when to use 'will' 
and when to use 'to be going to'
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Today's Programme
- Discuss p. 74





Lesson Objective:
- You know when to use 'will' 
and when to use 'to be going to'

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'to be going to' is used for a
A
plan
B
prediction
C
promise
D
offer

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'will' is used for a
A
plan
B
prediction
C
promise
D
offer

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ex. 1-3 
On Pearson website

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ex. 4

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

When can you use 'to be going to' for a prediction?

Slide 6 - Open vraag

When you have evidence / proof
My friend / come / on holiday with me next summer. (going to)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I think / we / have / a school trip soon. (will)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My parents / drive / me to school tomorrow. (will not)

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I / see / my friends this evening. (not going to)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I don’t think we / have / any homework tonight. (will)

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ex. 6

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

You enjoy cycling and you love planes.
We think you 1. ____ love the flying bike!
A
will
B
are going to

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Computers do all the work on this bike,
so it 2. ____ be difficult to ride at all.
A
won't
B
isn't going to

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Of course, there are a few problems with this new idea. It’s bigger than the usual bike. You can get one, but where
3. ______ keep it?
A
will you
B
are you going to

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Also, the bike can only fly for 30–40 minutes.
We 4. ____ try it for you this weekend. We can’t wait!
A
will
B
're going to

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. _____
the flying bike be in the shops soon?
A
Will
B
Is going to

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maybe not, but we 6. _____ be very excited when it is!

A
'll
B
're going to be

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When 'to be going to'?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

When 'will'?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

I know when to use 'will' and when to use 'to be going to'
YES!!!
NO, not yet...
Almost...

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies