2.4: Slaven op de plantages

- Huiswerkcontrole
- Begrippen: Napoleon, patriot, Bataafse republiek, Koninkrijk Holland
1) Ik weet waarom er sprake was van slavenhandel en waarom er ook een verbod op kwam
2) Ik ken de begrippen: abolitionist, slavernij

- middels lessonUp
BK blz 48 t/m 51, maken opdr 1 t/m 9
KGT: HB lezen blz 26 en 27, WB blz 35 t/m 37, maken opdr: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10


Kan ik antwoord geven op het doel?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

- Huiswerkcontrole
- Begrippen: Napoleon, patriot, Bataafse republiek, Koninkrijk Holland
1) Ik weet waarom er sprake was van slavenhandel en waarom er ook een verbod op kwam
2) Ik ken de begrippen: abolitionist, slavernij

- middels lessonUp
BK blz 48 t/m 51, maken opdr 1 t/m 9
KGT: HB lezen blz 26 en 27, WB blz 35 t/m 37, maken opdr: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10


Kan ik antwoord geven op het doel?

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen herhalen:
Napoleon: Generaal die zichzelf tot keizer kroonde
  patriot: Iemand die in de 18e eeuw tegen de stadhouders was
 Bataafse republiek: naam van NL toen patriotten de baas waren
Koninkrijk Holland: naam van NL toen de broer van Napoleon de baas was

Slide 2 - Tekstslide

Slaven op de plantages

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom er slavernij in de tijd van Pruiken en Rovulties was, en hoe het leven van een slaaf in die tijd eruit zag.

Slide 5 - Tekstslide

Video
Histoclips: Slavernij

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Een wereldkaart uit 1700. Sommige delen van Noord-Amerika en Australië zijn nog niet 'ontdekt'.
suikerrietplantages
🇧🇷
katoenplantages
🇺🇸
Spaanse kolonie
Engelse kolonie
Tabaksplantages
🇨🇺
Portugese kolonie
Nederlandse kolonie
Cacao- en suikerrietplantages
🇸🇷

Slide 8 - Tekstslide


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...



Slide 9 - Tekstslide

Plantages in de tropen


  • WIC veroverde oa Curacao, Aruba, Bonaire, Sint Maarten (nu Antillen!!)
  • Curacao te droog voor landbouw en werd een slavenmarkt
  • In 1667 werd Suriname en NL kolonie
  • Vruchtbare grond in Suriname en dus werden er plantages opgezet



Slide 10 - Tekstslide

Handel in mensen
  • Slavernij was in de 18e eeuw heel normaal
  • Bij oorlogen tussen stammen werden mensen gevangen genomen en verhandeld als slaaf tegen bv munitie, wapens, gereedschap
  • slavenhandel duurde 200 jaar
  • 11 miljoen zwarte Afrikanen als slaaf naar Amerika gebracht
  • 500.000 door Nederlanders vervoerd 

Slide 11 - Tekstslide


Slavenmarkten

  • De slaven die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de slaven 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Slaven waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.
  • ...maar eigenlijk kocht je dus een mens voor een paar duizend euro...







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 12 - Tekstslide


Transatlantische slavenhandel

  • Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
  • Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen slaven: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze slaven werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen was vreselijk
  • Slaven werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode slaven werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 15 - Tekstslide


Op de plantages

  • Slaven moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden slaven mishandeld en/of verkracht
  • Slaven werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de slaaf was
  • De meeste plantagehouders hadden blanke opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 16 - Tekstslide

Geluk! (voor een kleine groep)

  • Sommige slaven hadden geluk en hadden het goed bij hun baas
  • Een vakman zoals een timmerman of metselaar deed lichter werk
  • Ook een huisslaaf had het meestal beter en werd gewaardeerd
  • Maar dit was een kleine groep mensen en waren niet vrij








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 17 - Tekstslide


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1.  de slavenhouders de slaven geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de slaven uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommige slaven bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.

Slide 18 - Tekstslide

Abolitionist
Iemand die in de 18e en 19e eeuw streed voor de afschaffing van de slavernij

Slide 19 - Tekstslide

Afschaffing slavernij:
- 1789 eiste het Franse volk vrijheid en gelijkheid
- dit gold dan toch zeker ook voor zwarte mensen?
- in Engeland vereniging tegen slavernij
- 1806 algeheel verbod op slavernij in Engeland
- 1833 slavernij verbod in alle Engelse kolonieen
- 1865 verbod in VS

Slide 20 - Tekstslide

Nederland schaft de slavernij af


  • Nederland schaft pas laat de slavernij af: 1863
  • Pas als het economisch niet meer zo interessant wordt, wordt slavernij stapje voor stapje afgeschaft.
  • Slavenhouders kregen 300 gulden (nu: €3000) per vrijgelaten slaaf.
  • Sommige slaven worden verplicht om nog 10 jaar op de plantages te blijven werken








    Op 1 juli wordt Keti Koti gevierd. Dit is een jaarlijks terugkerende Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken

    Slide 21 - Tekstslide

    Actie!
    BK:
    blz 48 t/m 51, m opdr 1 t/m 9
    KGT: 
    1)HB lezen blz 26 en 27
    2)WB blz 35 t/m 37, maken opdr: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10

    Klaar = nakijken

    Slide 22 - Tekstslide