Week 29 jan en 4 feb : les 1 en 2 wwspelling

H2Q
29 jan


welkom!








1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2Q
29 jan


welkom!








Slide 1 - Tekstslide


Wageningen 

drie kinderen


Mevrouw Daniels
Wageningen         mevrouw  Daniels
1967
- getrouwd & 
3 kinderen
-eerder bij bedrijven
gewerkt
India, Suriname, Israel, 
Zuid-Afrika, Costa Rica, Slovenië, Spanje; 10 jaar
in België gewoond
wandelen
lezen / nieuws
spelletjes 
lekker eten...!

Slide 2 - Tekstslide

De afspraak: voorbereid komen, dat betekent: 
spullen mee, huiswerk af

Slide 3 - Tekstslide

Beschrijf jezelf met drie bijvoeglijke naamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Zonder Titel

Slide 5 - Tekstslide

Startopdracht: noteer alle werkwoorden
  1.  Schijnbaar uit het niets is de Chinese AI-app DeepSeek met een indrukwekkende opmars begonnen. 
  2. Het model presteert uitmuntend, tegen een fractie van de kosten. 
  3. Dit leidt in de VS tot onrust.
  4. In de basis gebeurt er bij DeepSeek hetzelfde als bij ChatGPT: de gebruiker stelt een vraag en het AI-model geeft antwoord. 

Slide 6 - Tekstslide

Startopdracht: noteer alle werkwoorden
  1.  Schijnbaar uit het niets is de Chinese AI-app DeepSeek met een indrukwekkende opmars begonnen
  2. Het model presteert uitmuntend, tegen een fractie van de kosten. 
  3. Dit leidt in de VS tot onrust.
  4. In de basis gebeurt er bij DeepSeek hetzelfde als bij ChatGPT: de gebruiker stelt een vraag en er wordt antwoord gegeven door het AI-model. 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen P3


  • taalverzorging: spelling, werkwoordspelling, leestekens, samenstellingen => taaltoets in TEA3
  • Diataalmeting TEA 3 (leesvaardigheid)
  • Lezen in Zonder Titel (toets voor de meivakantie) 
  • Workshop Spoken Word: ma. 17 maart


     

    Slide 8 - Tekstslide

    Leerdoelen komende weken
    • je weet waaraan je deze periode werkt 
    • je kent de werkwoordspelling, zowel in enkelvoudige als samengestelde zinnen

    • je hebt in je Zonder Titel gelezen

    Slide 9 - Tekstslide

    Leerdoelen P3



    Deze vind je bij Teams/Lesmateriaal/P3

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    Werkwoordspelling

    Slide 12 - Tekstslide

    Doel: herkennen van de belangrijkste soorten ww. in de zin

    • Wat is de allerbelangrijkste vraag die je jezelf stelt voordat je een ww schrijft?
    • is dit ww een persoonsvorm (PV)?
    • PV (persoonsvorm)
    • VD (voltooid deelwoord)
    • INF (infinitief / volledige werkwoord)
    !PV is verbonden met het OW uit de zin! 

    Slide 13 - Tekstslide

    Doe de tijdproef om PV te vinden

    • Ik ga naar school, omdat ik wijzer wil worden.
    • => Ik ging naar school, omdat ik wijzer wilde worden.
    • Hij belt zijn moeder.
    • =>....
    • Hij heeft zijn moeder gebeld, omdat hij buikpijn heeft.
    • ...

    Slide 14 - Tekstslide

    De belangrijkste vraag:  pv of niet?
    • is het werkwoord een persoonsvorm? JA 
    • voor de tegenwoordige tijd 
    • ik-vorm voor 'ik'  en 'je/ jij' achter het werkwoord
    • lopen - zingen - chatten
    • ik loop / loop jij?
    • ik-vorm+ t voor 'je/ jij' en hij/zij: jij/hij loopt 
    • hele werkwoord voor het meervoud: wij, jullie, zij
    • de kinderen lopen
    • Dus: wie het doet (ow) bepaalt de uitgang van de pv.





    Slide 15 - Tekstslide

    De allerbelangrijkste vraag:  
    • is het ww een pv? JA 
    • voor de verleden tijd:
    • sterk ww? => klankverandering: ga, ging
    • zwak ww? => haal van hele werkwoord -en af (stam)
    • kappen
    • laatste letter van de stam in  'T SeXy FoKSCHaaP'? Dan + -te /-ten. Andere medeklinker? Dan voeg je -de/-den toe
    • klappen => p => ik klapte / verven => v => hij verfde
    • raden => d => hij raadde



    Slide 16 - Tekstslide

    De allerbelangrijkste vraag:  
    • is het ww een persoonsvorm? JA 
    • En is de pv ook een bevel of opdracht? JA
    • Dat is de gebiedende wijs. Daarvoor gebruik je de ik-vorm: 
    • Loop door! Houd afstand! 




    Slide 17 - Tekstslide

    Modelen werkwoordspelling 


    1. Het ......[gebeuren, tt] vaak dat er uitval is.


    2. ..... [berichten] je broer gisteren dat hij ziek is?

    Slide 18 - Tekstslide

    Zelfstandig werken /Plenda
    1.  Hoofdstuk 1.9, opdracht 4 en 5 maken
    2. Hoofdstuk 2.9, lezen pag. 148, opdracht 1 maken





    Slide 19 - Tekstslide

    H2Q
    5 feb


    De afspraak: voorbereid komen => 
    spullen mee, huiswerk af





    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Tekstslide

    Startopdracht tt/vt/geb. wijs

    1. .....[verzenden] dit pakket onmiddellijk! 
    2. Elke week ..... [bezorgen] hij een postpakket.
    3. Gisteren ....[geven] zij een feestje. 
    4. Cynthia ...[melden] zich gisteren beter. 
    5. Er ...[gebeuren] iets geks. 

    Slide 22 - Tekstslide

    Startopdracht tt/vt/geb.wijs

    1. Verzend dit pakket onmiddellijk! 
    2. Elke week bezorgt hij een postpakket.
    3. Gisteren gaf zij een feestje. 
    4. Cynthia meldde zich gisteren beter. 
    5. Er gebeurt iets geks. 

    Slide 23 - Tekstslide

    Huiswerk
    1.  Hoofdstuk 1.9, opdracht 4 en 5 maken
    2. Hoofdstuk 2.9, lezen pag. 148, opdracht 1 maken

    => nakijken met nakijkbladen op Teams





    Slide 24 - Tekstslide

    Stappenplan werkwoordspelling

    1. Is het ww een persoonsvorm? 
    2. Ja? Is het TT of VT?
    3. TT? stam & uitgang (kijk naar het onderwerp)
    4. TT? is het een bevel? Dan de ik-vorm (Loop! Pak! Ga weg!)
    5. VT sterk ww:  klank verandert 
    6. VT zwak ww: -TE / -TEN laatste letter stam in 't exkofschip zit (klap-te)
    7. VT zwak ww: -DE/-DEN als die er niét inzit (kam-de)

    Slide 25 - Tekstslide

    Stappenplan werkwoordspelling

    1. Is het ww een persoonsvorm? 
    2. Nee? 
    3. Dan is het een Voltooid deelwoord (volt.dw)
    4. Of een Tegenwoordig deelwoord (tgw.dw)
    5. of een bijv. gebruikt (volt.dw) of (tgw.dw)
    6. Of een infinitief 

    Slide 26 - Tekstslide

    Voltooid deelwoord (VD)

    • Een voltooid deelwoord als onderdeel van het wwg heeft altijd een hulpwerkwoord bij zich
    • Hulpwerkwoorden: hebben / zijn / worden
    • Hij heeft gewandeld; dit is gebeurd; zij wordt gestalkt
    • VD schrijven (kies je d of t?) gebruik je 't ex-kofschip: T als stam van het ww erin zit; zo niet: D 

    Slide 27 - Tekstslide

    Modelen werkwoordspelling volt.dw 


    1. Het is al ......[gebeuren] vaak dat er uitval is.

    2. Ze heeft deze man .....[achtervolgen] naar zijn huis.
    3. Is je broer ....[bezorgen] omdat hij te laat is?

    Slide 28 - Tekstslide

    Tegenwoordig deelwoord
    • hele werkwoord + D
    • lachend, spelend, lopend
    • geeft aan dat de handeling bezig is en nog niet klaar is.

    Hele werkwoord: infinitief

    Slide 29 - Tekstslide

    Check werkwoordspelling volt. & tw. dw 

    1.  Hij heeft ....[klappen] terwijl ik sliep.
    2. Ze heeft zich ziek ...[melden].
    3. Ik heb mijn haar ...[kammen].
    4. Ze heeft het huis ...[verven].
    5. Heeft hij de tuin ...[verwaarlozen]? 
    6. .....[Huilen] viel ze haar vader in de armen. 

    Slide 30 - Tekstslide

    Check werkwoordspelling volt.dw 

    1.  Hij heeft geklapt terwijl ik sliep.
    2. Ze heeft zich ziek gemeld.
    3. Ik heb mijn haar gekamd.
    4. Ze heeft het huis geverfd.
    5. Heeft hij de tuin verwaarloosd
    6. Huilend viel ze haar vader in de armen. 

    Slide 31 - Tekstslide

    Overzicht ww.spelling
    1. pv tegenwoordige tijd (hij loopt / zij wordt / jij bezorgt)
    2. pv verleden tijd (hij liep / zij meldde / wij waren)
    3. gebiedende wijs (Kom! Word wakker!)
    4. volt. tijd ( hij heeft gestuurd - zij is gewaarschuwd)
    5. tegenwoordig deelwoord (lachend)
    6. infinitief of hele werkwoord (ik wil graag chillen.)
    7. bijv. gebruikt volt. deelwoord (de beklede bank)

    Wat ken je nu beter? 

    Slide 32 - Tekstslide

    Pak je computer 
    Registreren bij LessonUp (met schoolgegevens)
    klascode: pfmqq

    Slide 33 - Tekstslide

    Zelfstandig werken /Plenda 12 feb
    1. Hoofdstuk 2.9, opdracht 1, 3, 7 en 8 (gebiedende wijs en hoofdletters)
    2. Hoofdstuk 3.9, opdracht 3, 4 en 5 maken (volt. en tegenw. deelw)
    3. Huiswerk van vorige keer nakijken (opdr. 4 en 5 van 1.9, zie nakijkbladen op Teams)

    Straks samen lezen in Zonder Titel vanaf pag. 16

    Slide 34 - Tekstslide