In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 65 min
Onderdelen in deze les
4 Basis
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Lekker lezen (in stilte)
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Programma vandaag
Lezen
Grammatica werkwoordspelling, uitleg
Zelfstandig werken
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van de les
1) ken je de regels van de werkwoordspelling weer en heb je ze kunnen toepassen
2) heb je inzicht in je eigen prestaties op dit gebied
Slide 4 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Slide 5 - Tekstslide
Wist je dat?
Spelling alleen goed voor je persoonlijke ontwikkeling en/of carrière? Je heb het mis! Taalfouten blijken ook een hot item tbij online daten. Mannen met taalfouten in hun teksten krijgen zeker 14% minder reacties op hun profiel dan foutloos schrijvende mannen. Vooral fouten in werkwoordspelling worden zwaar aangerekend.
bron:zogespeld.nl
Slide 6 - Tekstslide
Even checken!
Er is de laatste tijd zo veel ....[gebeuren].
Edward ...[aanvaarden] zijn taak als groepsleider.
Ik ....[worden] altijd vrolijk als het mooi weer is.
[Vinden].... je broer het leuk als ik langs kom?
Simone ...[lachen] me gisteren in mijn gezicht uit.
Daar ....[verbazen, voltooide tijd] ik me echt niet over....., hoor!
Slide 7 - Tekstslide
Even checken!
Er is de laatste tijd zo veel gebeurd.
Edward aanvaardt zijn taak als groepsleider.
Ik word altijd vrolijk als het mooi weer is.
Vindt je broer het leuk als ik langs kom?
Simone lachte me gisteren in mijn gezicht uit.
Daar heb ik me echt niet over verbaasd, hoor!
Slide 8 - Tekstslide
Stappenplan werkwoordspelling
Het werkwoord is een pv:
tegenwoordige tijd?
enkelvoud: ik-vorm voor ik & jij erachter / andere vormen: ikvorm + t
meervoud: hele ww
verleden tijd zwak ww? => T eX FoKSCHaaP' + -te /-ten
verleden tijd sterk ww? => klankverandering
Slide 9 - Tekstslide
Stappenplan werkwoordspelling
Het werkwoord is GEEN pv
volt. deelwoord => verlengproef / T eX FoKSCHaaP ("beloofd" => "het beloofde cadeau") OF
het is een bijv. gebruikt volt.dw => zo kort mogelijk ("de beklede bank") ("de gewonnen wedstrijd") OF
het is een infinitief ("spelen") OF
het is onvolt. deelwoord: infin. + d ("lachend")
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Hoe bepaal je of een
ww een PV is?
Slide 12 - Tekstslide
Tips voor ww-spelling
Schrijf ik:
--d of --dt? word of wordt? => 1e of 3e persoon TT
--d of --t ? verdiend of verdient? => volt.dw of TT
--d of --t ? gebeurd of gebeurt? => volt.dw of TT
--te(n) of --tte(n) ? miste of mistte ? => stam met/zonder t?
--de(n) of --dde(n) ? verbrede of verbreedde? => bijv. gebruikt vtd of zwak VT met d in stam
Slide 13 - Tekstslide
Extra oef. ww sp.
Mijn oom ....[verwaarlozen] zijn tuin.
Tijdens de training heeft hij een spier ...[verrekken].
Het nieuws ...[verbreiden] zich gisteren snel door de stad.
Jij ....[raden] het nooit!
Op dit ogenblik.... [worden] de nieuwe school ...[bouwen].
6. Hij ....[bedoelen] het goed.
7. Het .....[misten] gisteren de hele dag.
8. Daardoor .....[missen] wij gisterenavond het vliegtuig.
Slide 14 - Tekstslide
Extra oef. ww sp.
Mijn oom verwaarloost zijn tuin.
Tijdens de training heeft hij een spier verrekt.
Het nieuws verbreidde zich gisteren snel door de stad.
Jij raadt het nooit!
Op dit ogenblik wordt de nieuwe school gebouwd.
6. Hij bedoelt het goed.
7. Het mistte gisteren de hele dag.
8. Daardoor misten wij gisterenavond het vliegtuig.
Slide 15 - Tekstslide
Oefenen
Heb jij dat verhaal van Esther eigenlijk ...[geloven]?
Hij heeft die vraag goed ...[beantwoorden].
Mijn zusje is laatst in het bos ...[verdwalen].
Hebben je ouders ooit ...[vermoeden] dat jij een zwemtalent zou worden?
"Ik ben bijzonder ...[vereren] met uw bezoek", zei de minister.
Slide 16 - Tekstslide
Oefenen
Heb jij dat verhaal van Esther eigenlijk geloofd?
Hij heeft die vraag goed beantwoord.
Mijn zusje is laatst in het bos verdwaald.
Hebben je ouders ooit vermoed dat jij een zwemtalent zou worden?
"Ik ben bijzonder vereerd met uw bezoek", zei de minister.
Slide 17 - Tekstslide
Wat valt je op?
Zij laadden de vrachtwagen uit.
Wij troostten onze vrienden.
Slide 18 - Tekstslide
Zwakke ww met -t / -d in infinitief
pv in tegenwoordige tijd: infinitiefvorm
=> zij berichten ons dagelijks over hem
pv in de verleden tijd: verdubbeling
=>Wij leidden de groep naar de uitgang
LET OP: Verschil tt en vt niet te horen
Slide 19 - Tekstslide
Zwakke ww met -t / -d in infinitief
als bijv. nw gebruikt: zo kort mogelijk
=> de bevrijde stad
Slide 20 - Tekstslide
Samenvattend:
Zoek de persoonsvorm (pv) (getal- of tijdproef)
Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?
Kijk of de zin in de tegenwoordige of in de verleden tijd staat.
Is het ww sterk of zwak ? => 'T eX FoKSCHaaP'
geen pv? Dan (vd), (od), (inf) of (bn). Regel: zo kort mogelijk!
Slide 21 - Tekstslide
Dat ...(gebeuren) je niet vaak, dat je je telefoon vergeet!
A
gebeurt
B
gebeurdt
C
gebeurd
Slide 22 - Quizvraag
...(Houden) je aan de maximum snelheid!
A
Houdt
B
Houd
C
Houden
Slide 23 - Quizvraag
De ...(downloaden) bestanden bleken beschadigd te zijn
A
downloadde
B
gedownloadde
C
gedownloade
Slide 24 - Quizvraag
Als de vijand de stad ...(heroveren), zullen we moeten vluchten
A
herovert
B
heroverd
C
heroverend
Slide 25 - Quizvraag
Gisteren ...(heffen) hij nog het glas op mijn gezondheid
A
hefte
B
hief
C
hefde
Slide 26 - Quizvraag
Dat jij en Esmee nog steeds verkering hebben, ...(verbazen) ons nog steeds.
A
verbaasd
B
verbazend
C
verbaast
Slide 27 - Quizvraag
Aan de slag
Maken Test blz 41 en 42
timer
15:00
Slide 28 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van de les
1) ken je de regels van de werkwoordspelling weer en heb je ze kunnen toepassen
2) heb je inzicht in je eigen prestaties op dit gebied