2.3 Wonen in de grote stad

Lesplanning 10-3
- Vorige les herhalen
- Planning?
- Zelfstandig lezen 2.3
- Uitleg
- Zelfstandig werken

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning 10-3
- Vorige les herhalen
- Planning?
- Zelfstandig lezen 2.3
- Uitleg
- Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Het aantal kinderen dat in 1 jaar geboren wordt per 1000 inw
Als er in een jaar meer mensen sterven dan geboren worden.
Groei van de bevolking door het verschil tussen immigratie en emigratie.
Het aantal mensen dat in een jaar sterft per 1000 inw.
Groei van de bevolking door het verschil tussen geboorte en sterfte.
Het verhuizen.
Natuurlijke bevolkingsgroei
Migratie
Sterfte overschot
Sterftecijfer
Sociale bevolkingsgroei
Geboorte cijfer

Slide 3 - Sleepvraag

Zorg dat je deze begrippen kent en kunt uitleggen!
Sociale bevolkingsgroei
Natuurlijke bevolkingsgroei
Geboorte en sterfte
Geboorteoverschot
Migratie
Sterfteoverschot
Vestigingsoverschot
Vertrekoverschot

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe noem je vertrekredenen ook wel?
A
Pull-factoren
B
Push-factoren
C
Verhuis-factoren
D
Ga weg-factoren

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurd er als er in een land zowel vergrijzing als ontgroening plaatsvindt?
A
De bevolking krimpt.
B
De bevolking groeit.
C
Er is een te kort aan jongeren, en teveel aan ouderen.
D
Er is een te veel aan jongeren, en te kort aan ouderen

Slide 6 - Quizvraag

Groei-
regio
Krimp-
regio
Genoeg voorzieningen
Verlies  van voorzieningen
Veel luchtvervuling
Veel werkgelegenheid
Vergrijzing en ontgroening
Veel leegstaande huizen
Dure woningen

Slide 7 - Sleepvraag

Vergrijzing is....
A
toename van het aantal jongeren
B
afname van het aantal jongeren
C
toename van het aantal ouderen
D
afname van het aantal ouderen

Slide 8 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding. Welke uitspraak is NIET juist?
A
Er zijn heel veel jonge mensen in dit land
B
Dit is een ontwikkelingsland
C
Er is hier sprake van vergrijzing
D
In dit land is de oudste persoon een vrouw

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noem je de trek van de stad naar het omringend platteland?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Ontstedelijking
D
Verstedelijking

Slide 10 - Quizvraag

Wat is krimp
A
Dat de mensen steeds kleiner worden (kabouters in opkomst!!)
B
Dat een gebied of stad of dorp kleiner worden
C
Dat de bevolking in een gebied afneemt
D
Dat er meer kleinere huizen worden gebouwd

Slide 11 - Quizvraag

Wat iseerder begonnen?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noem je de trek van de stad naar het omringend platteland?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Ontstedelijking
D
Verstedelijking

Slide 13 - Quizvraag

Wat iseerder begonnen?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie

Slide 14 - Quizvraag

Groei-
regio
Krimp-
regio
Genoeg voorzieningen
Verlies  van voorzieningen
Veel luchtvervuling
Veel werkgelegenheid
Vergrijzing en ontgroening
Veel leegstaande huizen
Dure woningen

Slide 15 - Sleepvraag

Zelfstandig lezen 2.3

Slide 16 - Tekstslide

2.3 Wonen in de grote stad

Aan het einde van de les kun je…
  • Aangeven wat leefbaarheid en een goede ruimtelijke kwaliteit met elkaar te maken hebben
  • Uitleggen waarom sommige wijken aantrekkelijker zijn om in te wonen dan andere wijken
  • Aangeven hoe wijken van elkaar kunnen verschillen
  • Uitleggen wat het verschil is tussen integratie en segregatie

Slide 17 - Tekstslide

Aantrekkelijkheid van woonwijken
Als een woonwijk fijn is om in te wonen, is de leefbaarheid goed
Def.: Geschiktheid om ergens te wonen

De ruimtelijke kwaliteit (kwaliteit van de woonomgeving) is dan vaak goed
  ...maar soms is dit niet het geval

Slide 18 - Tekstslide

Leefbaarheid
Welke zaken bepalen de leefbaarheid van een wijk?
  • ruimtelijke kwaliteit: de kwaliteit van de woonomgeving
  • veiligheid
  • sociale contacten: door sociale controle houden mensen de buurt in de gaten
  • onderhoud van de huizen en de wijk

Slide 19 - Tekstslide

Video: Leefstraat Hugo de Grootkade

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Verschillen tussen wijken
  • Sociale verhoudingen
        De manier waarop mensen met elkaar omgaan
  • Sociale ongelijkheid 
      Dat zijn verschillen tussen groepen mensen (vaak in inkomens). Als er weinig sociale ongelijkheid is, zijn de sociale verhoudingen vaak beter
  • Intergratie   is de opname in een (groter) geheel. 
  • Segregatie  is scheiding tussen groepen.
  • Infrastructuur
       Alle voorzieningen die nodig zijn voor vervoer (wegen, bruggen, havens, enz.)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Bron lezen
Welke wijk heeft meer inwoners met migratieachtergrond?

Slide 25 - Tekstslide

Samen of apart?
Integratie of segregratie

Slide 26 - Tekstslide