Communicatie en vitale functies

Communicatie bij persoonlijke zorg
- Hoe spreek je over zorgvragers?
-Hoe spreek je tegen zorgvragers?
- Waar houd je rekening mee tijdens de communicatie?
- Verbale en non-verbale communicatie!
https://www.zorgvoorbeter.nl/thema-s/communiceren-in-de-zorg
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Communicatie bij persoonlijke zorg
- Hoe spreek je over zorgvragers?
-Hoe spreek je tegen zorgvragers?
- Waar houd je rekening mee tijdens de communicatie?
- Verbale en non-verbale communicatie!
https://www.zorgvoorbeter.nl/thema-s/communiceren-in-de-zorg

Slide 1 - Tekstslide

Heb je weleens te maken gehad met onplezierige communicatie van een zorgvrager, familielid of collega?
Benoem kort hoe jij je hierdoor voelde (beschrijf niet de hele situatie)

Slide 2 - Open vraag

Vitale functies

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt het belang aangeven van kennis over de vitale functies.
- Je kunt aangeven wat jouw rol is als het gaat om vitale functies.
- Je weet waarop je observeert mbt bewustzijn, ademhaling en bloedsomloop.
- Je weet waarop je observeert als het gaat om bloeddruk.
- Je weet wat normaalwaardes zijn van de vitale functies

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de vitale functies?
A
Hartfrequentie, bloeddruk, saturatie, temperatuur en bewustzijn
B
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
C
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
D
Bewustzijn, ademhaling, bloedsomloop

Slide 5 - Quizvraag






De hartslag (polsslag) kan gemakkelijk
    gemeten worden door de kloppingen te
    tellen van een bloedvat in de pols vlak
    onder de duim. Dit wordt de polsslag genoemd.
   

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de vitale functies?
Bewustzijn
Ademhaling
Bloedsomloop

Hoe meten we deze?

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer te meten?
  • Deze kunnen af en toe worden gemeten bij een bezoek aan een dokter ter controle maar soms ook continu, bijvoorbeeld op de intensive care.  Bij ouderen in een verzorgingshuis of in de thuiszorg moeten soms ook de vitale functies worden gemeten.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom meten we vitale functies?
Vitale functies zorgen ervoor dat wij in leven blijven. Als er problemen zijn met de vitale functies kan er bijvoorbeeld een ziekte zijn die behandeld moet worden door een dokter. 

Het compleet wegvallen van een vitale functie is levensgevaarlijk!

Slide 9 - Tekstslide

Deze les
- Controle
bewustzijn
- ademhaling
- bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Bewustzijnscontrole
Aanspreken en voorzichtig schudden aan schouders

Indien een noodsituatie: ga uit van een reanimatiesituatie
(112, AED en start reanimatie). Hier gaan we later op in

Slide 11 - Tekstslide

Ademhalingscontrole
Gedurende 10 seconden:
kijken luisteren en voelen


Slide 12 - Tekstslide

Hartfrequentie
Je observeert het aantal hartslagen per minuut
Je observeert de hartslag in rusttoestand

Gemiddelde hartslag
   - pasgeborene: 120 – 140 sl/min
   - kinderen: de frequentie hangt af van de leeftijd, maar is hoger dan
     een bij een volwassene
   - volwassene 60 – 80 sl/min

Slide 13 - Tekstslide

Wat gebeurt er tijdens een hartslag?
Bij elke hartslag vult het hart zich met bloed. Daarna trekt de hartspier samen om bloed naar je organen en spieren te pompen. Dit lijkt eenvoudig geregeld, maar in werkelijkheid zit hier een ingewikkeld systeem achter.

Saturatie= zuurstofgehalte in het bloed.


Slide 14 - Tekstslide

Ritme
Normale hartslag: regelmatig
“Normaal” zijn alle hartslagen even krachtig en gelijkmatig

Onregelmatige hartslag kan wijzen op een stoornis in de werking van het hart

Verzorgende noteert bij onregelmatig ritme: irregulair

Slide 15 - Tekstslide

Afwijkende hartfrequentie
Verhoogde hartfrequentie (tachycardie)
Oorzaken: emoties, koorts, bloedingen, hartafwijkingen, bepaald medicatiegebruik

Verlaagde hartfrequentie (bradycardie)
Oorzaken: conditieverbetering, tijdens de slaap, een hersenaandoening, bij hartafwijkingen, bepaald medicatiegebruik, in een later stadium van shock


Slide 16 - Tekstslide

Wat voor een hartfrequentie verwacht je bij een zieke Corona patiënt?
A
Normale hartslag
B
Versnelde hartslag
C
Verlaagde hartslag
D
Onregelmatige hartslag

Slide 17 - Quizvraag

Bloeddruk

Slide 18 - Tekstslide

Bloeddruk
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
mmHg= millimeter kwikdruk 

Slide 19 - Tekstslide

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
  • Het bloed 'drukt' tegen wanden van bloedvaten: bloeddruk
  • Bloeddruk verschilt in je lichaam

  • Hoge bloeddruk slecht op de lange termijn: beschadiging bloedvat
  • Lage bloeddruk kan zorgen voor duizeligheid en flauwvallen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is hypertensie
A
te lage bloeddruk
B
te hoge bloeddruk
C
een normale bloedruk
D
te druk in de klas

Slide 21 - Quizvraag

Slagaderverkalking
Door:
Stress
Roken
Cholesterol 
Hoge bloeddruk

Info:
https://www.hartstichting.nl/
hart-en-vaatziekten/
slagaderverkalking

Slide 22 - Tekstslide

Slagaderverkalking (atherosclerose) is een proces waarbij de wand van de slagaderen door verkalking dikker wordt. Deze verdikking kan leiden tot vernauwing van het bloedvat en problemen geven met de doorbloeding van organen en weefsels.

Bij een gladde binnenlaag van een bloedvat is er een kleine kans dat er iets aan de vaatwand blijft plakken. Wanneer die laag beschadigt, dringen er witte bloedcellen en vette stoffen zoals cholesterol doorheen. Ze hopen zich op in de vaatwand. Dit zorgt voor een steeds dikkere vaatwand, ook wel plaque genoemd. Er kan op die plek minder bloed doorheen.
https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/slagaderverkalking

Slide 23 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten voorkomen
Erfelijke factoren en leefstijl spelen een rol

Gezond eten, onverzadigde vetten (laag cholesterol), weinig zout en weinig alcohol 

Slide 24 - Tekstslide

Hoe geef je de verschillende waarden aan?
Bloeddruk (RR (oftewel Riva-Rocci)) = mmHg (millimeter kwikdruk).

Saturatie= procent

Bloedsuiker= mmol/l (millimol per liter); dat staat voor een bepaalde hoeveelheid glucosemoleculen per liter bloed.

Pols=  P of bpm 

Temperatuur= graden celsius C*

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat verhoogt de kans op een hartinfarct?
A
Lage bloeddruk
B
Hoge bloeddruk

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de onderdruk?
A
De bloeddruk wanneer de kamers samentrekken.
B
De bloeddruk wanneer de boezems samentrekken.
C
De bloeddruk tijdens de hartpauze.

Slide 29 - Quizvraag

Heeft iemand die regelmatig eventjes duizelig wordt als hij uit bed stapt last van lage of hoge bloeddruk?
A
Lage bloeddruk
B
Hoge bloeddruk

Slide 30 - Quizvraag

Door veroudering van de bloedvaten worden deze
A
Elastischer en wordt de bloeddruk hoger
B
Elastischer en wordt de bloeddruk lager
C
Minder elastisch en wordt de bloeddruk lager
D
Minder elastisch en wordt de bloeddruk hoger

Slide 31 - Quizvraag

Opdracht 
Noteer van alle controles de 'normaalwaarde'.

- Bloeddruk
- Pols

- Saturatie
- Temperatuur
- Bloedsuiker

Slide 32 - Tekstslide

Antwoord
Bloeddruk: 120/80 mmHg
Pols: 70
Saturatie: saturatie van 95% of hoger
Temperatuur: tussen 36,5 en 37,5
Bloedsuiker: tussen 4,5 en 8

https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/heb-ik-diabetes/wat-zijn-normale-bloedsuikerwaarden?psafe_param=1&gclid=EAIaIQobChMI8dmYltD5iQMV45KDBx27dRcsEAAYASAAEgLkxfD_BwE

Slide 33 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 34 - Tekstslide