Thema 14: longen en gaswisseling - pls1337

Eindexamentraining: Het lichaam in stand houden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Eindexamentraining: Het lichaam in stand houden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke bewering is juist?
A
Luchtpijptakjes zijn, in tegenstelling tot bloedvaten in de longen, sterk vertakt
B
Bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide niet sterk vertakt
C
Bloedvaten in de longen en de luchtpijptakjes zijn beide sterk vertakt
D
Bloedvaten in de longen zijn, in tegenstelling tot luchtpijptakjes, sterk vertakt

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ademhalingsstelsel
  1. Tegenhouden stof
  2. Vochtig en warm maken lucht
  3. Keuren van lucht

Slide 3 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Ademhalingsstelsel: de organen
Mondholte/neusholte
keelholte
luchtpijp
bronchien
luchtpijptakjes
longblaasjes

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ademhalingsstelsel
  • Lucht gaat via luchtpijp, bronchiën en bronchioli naar longblaasjes.
  • Gaswisseling gebeurt in longblaasjes, waar bloed zuurstof opneemt en koolstofdioxide afgeeft.
  • Bloed transporteert opgenomen zuurstof naar weefsels.
  • In weefsels geeft bloed zuurstof af, die door cellen wordt gebruikt voor glucoseverbranding.
  • Verbranding produceert koolstofdioxide, dat door bloed wordt opgenomen en naar longen vervoerd.
  • In longen wordt koolstofdioxide uit het bloed afgestaan en zuurstof opgenomen voor herhaling van proces.

Slide 7 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Longaandoeningen
Astma: overgevoeligheid voor prikkels, spieren en de bronchiën trekken krampachtig samen

Bronchitis: de wand van bronchiën is ontstoken. De luchtwegen maken meer slijm aan waarbij meer slijm wordt opgehoest
Hooikoorts: allergie voor stuifmeel (pollen van planten, vaak grassen of boomsoorten
Longemfyseem: een chronische ziekte, waarbij longblaasjes verloren gaan



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een aantal stappen tijdens de inademing van een mens:
1) De borstholte wordt groter
2) Lucht stroomt de longen in
3) De inhoud van de longen wordt groter
4) De ribben bewegen omhoog en de borstkast gaat iets naar voren
Welke volgorde is juist?
A
4 2 1 3
B
4 1 3 2
C
1 4 3 2
D
1 4 2 3

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Longaandoeningen
In één van de twee erlenmeyers geeft de indicator het snelst aan dat er koolstofdioxide aanwezig is.

Vraag:
In welk van de twee erlenmeyers neemt de hoeveelheid koolstofdioxide het snelst toe, in erlenmeyer P of in erlenmeyer Q?
Leg je antwoord uit.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Jullie gaan alvast leren voor de toets
-bereid vragen voor
-maak opdrachten

volgende week;
-extra uitleg
-opdrachten maken
-examenbundel meenemen
-laptop meenemen
-(boek mag je thuis laten)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies