Brandaan thema 5 les 2 stap 3 en 4 Naar Oost-Indië?
Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
Slide 1 - Tekstslide
Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.
Slide 2 - Tekstslide
Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.
Slide 3 - Tekstslide
Ontdekkers en hervormers
Thema 5, les 2, stap 3 en 4
Boek bladzijde 100 en 101
nodig
wisbordje, stift, vragenblokje, pen
Slide 4 - Tekstslide
Je leert vandaag:
wat boekdrukkunst is;
hoe een boek wordt gedrukt;
waarom dat belangrijk is geweest voor de ontdekkingsreizigers
enkele ontdekkingen en uitvindingen kennen.
wat specerijen zijn
Slide 5 - Tekstslide
Boeken
In de middeleeuwen schrijven monniken boeken met de hand. Het kost veel tijd om één boek te maken.
Slide 6 - Tekstslide
Boekdrukkunst
Aan het eind van de middeleeuwen wordt de boekdrukkunst ontdekt.
Drukken gaat veel sneller dan schrijven.
Zo kun je veel boeken tegelijk maken.
Het drukken van boeken heet boekdrukkunst.
Slide 7 - Tekstslide
De verschillen
Boek uit een drukkerij
Boek uit de middeleeuwen
Slide 8 - Tekstslide
Een middeleeuws boek en een gedrukt boek:
hebben allebei plaatjes.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een middeleeuws boek en een gedrukt boek: ...
... hebben allebei teksten om te lezen.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een middeleeuws boek en een gedrukt boek: ...
... hebben allebei mooie kleuren.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Een middeleeuws boek en een gedrukt boek: ...
... hebben allebei versierde hoofdletters.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Wat dachten ze in de middeleeuwen over de aarde?
A
Dat is een platte pannenkoek.
B
Dat is een bol.
Slide 13 - Quizvraag
Het drukken van boeken met een drukpers in plaats van met de hand overschrijven. Hoe heet dat?
A
boekdrukkunst
B
druk van boeken
C
boekdrukken
D
kunst van boek
Slide 14 - Quizvraag
Waarom wilden de ontdekkingsreizigers zo graag specerijen hebben?
A
Ze maken het eten lekkerder.
B
Je kan ze voor veel geld doorverkopen.
C
Om indruk te maken op andere mensen.
D
Om te verzamelen.
Slide 15 - Quizvraag
Waarom heten Ommelandvaarders nou eigenlijk Ommelandvaarders?
A
Omdat ze uit Ommeland kwamen.
B
Omdat ze uit Ommen kwamen en dat was een hanzestad.
C
Omdat ze OM land heen vaarden (ze hadden toen nog geen kompas).
D
Dat vonden ze gewoon een mooie naam.
Slide 16 - Quizvraag
Waarom werd Kampen zo'n belangrijke stad voor de handel?
A
Kampen had veel ruimte om te bouwen.
B
Kampen lag aan de rivier én de zee.
C
Kampen was de hoofdstad.
D
Kampen had goede handelaars.
Slide 17 - Quizvraag
Aan welke zee lag Kampen vroeger?
A
De Noordzee
B
Niet aan de zee juf, aan het IJsselmeer!
C
De Zuidzee
D
De Zuiderzee
Slide 18 - Quizvraag
Waarom moet je de letters in spiegelbeeld op het rekje leggen als je wilt drukken?
Slide 19 - Woordweb
Slide 20 - Tekstslide
Uitvindingen en ontdekkingen
De tijd na de middeleeuwen wordt de tijd van de ontdekkers genoemd.
De boekdrukkunst is niet de enige uitvinding.
Er worden allerlei nieuwe instrumenten bedacht door geleerden, zoals de telescoop en het kompas.
Daarnaast ontdekken ze dat buskruit in gevechten op zee gebruikt kunnen worden. Met buskruit kun je dingen laten ontploffen, zoals vuurwerk maar ook kanonnen.
Slide 21 - Tekstslide
Uitvindingen en ontdekkingen
Om de sterren goed te bekijken is een telescoop handig. Dit is een hele sterke verrekijker waar je mee naar sterren en planeten
kunt kijken.
Zo ontdekten geleerden dat de aarde om de zon draait.
Vroeger waren er geen smartphones waarmee je de weg kon vinden. Toen gebruikten ze een kompas. Een kompas heeft een naald die magnetisch is, net als onze aarde. Daardoor wijst hij altijd naar het noorden.
Slide 23 - Tekstslide
Waar werd het buskruit uitgevonden?
A
Amerika
B
China
C
Europa
D
Rusland
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Ontdekkingsreizigers
In die tijd kennen de mensen alleen Afrika en Indië.
Ze hebben nog nooit van Amerika gehoord.
Kooplieden kopen al heel lang mooie spullen in Indië.
Ze reizen altijd over land, want ze weten niet hoe ze met een schip in Indië moeten komen.
Slide 26 - Tekstslide
De aarde plat of rond?
De romeinen wisten al dat de aarde een bol was. De Arabieren leerden dat in de middeleeuwen weer aan de Italianen. Die gingen toen op zoek naar nieuwe landen!
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Hoe vonden de ontdekkingsreizigers de route over zee?
A
Met hulp van een kompas
B
Met hulp van de zon en sterren
C
Door de wind
D
Door anderen achterna te varen
Slide 29 - Quizvraag
Ontdekkingsreizigers
Er zijn wel mannen die proberen over zee naar Indië te reizen, dat zijn ontdekkingsreizigers.
Eén van hen is Christoffel Columbus.
Hij zegt dat de aarde rond is en dat Indië in het oosten ligt.
Hij wil naar het westen varen, want dan komt hij vanzelf uit in Indië. In de volgende lessen leren jullie waar hij uit kwam....