In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
oefentoets kgt hoofdstuk 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een stofeigenschap: de kleur, volume en/of de massa?
Slide 2 - Open vraag
Welke stofeigenschap hebben melk en yoghurt gelijk?
A
kleur
B
dichtheid
Slide 3 - Quizvraag
Op een pak melk staat op de achterkant een lijst. Hierop staan de voedingsmiddelen, de smaakstoffen en eventuele kleurstoffen. Wat zijn de ingrediënten?
A
De smaakstoffen
B
de kleurstoffen
C
de voedingsmiddelen
D
alle verschillende stoffen die in melk zitten
Slide 4 - Quizvraag
leg uit waarom suiker een zuivere stof is en cola niet
Slide 5 - Open vraag
Een oplossing is altijd helder
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wat gebeurd er met zout wat in warm water terecht komt? Hoe heet het soort overgebleven mengsel?
Slide 7 - Open vraag
Met welk voorwerp kun je de massa van een voorwerp meten?
A
maatcilinder
B
weegschaal
C
onderdompelmethode
D
lengte x breedte x hoogte
Slide 8 - Quizvraag
3 kg is hetzelfde als .... gram
Slide 9 - Open vraag
3 mililiter staat gelijk aan ..... cm3
Slide 10 - Open vraag
12 L= ....m3
Slide 11 - Open vraag
Bereken het volume van een kubus met een lengte van 3 cm, een hoogte van 2 cm en een diepte van 2 cm
Slide 12 - Open vraag
Het blok weegt 20 gram. Wat is de dichtheid? (volume: 12 cm2)
Slide 13 - Open vraag
Een zilveren ring van met een volume van 2 cm3 weegt 2 gram. Een gouden ring met een volume van 3 cm3 weegt 4 gram. Wat heeft een grotere dichtheid. Reken uit
A
gouden ring
B
zilveren ring
Slide 14 - Quizvraag
Hoe werkt filtreren?
A
een oplosmiddel trekt bepaalde stoffen uit een vaste stof. De vaste stof blijft achter in het filter, de vloeistof kan er doorheen.
B
zware deeltjes zakken naar de bodem zodat er een scheiding komt en je de vloeistof eruit kan halen.
Slide 15 - Quizvraag
Koffie wordt gefilterd. Er blijft zwarte prut achter in het filter en de koffie gaat naar de koffiekan. Wat is het filtraat en wat is het residu?
Slide 16 - Open vraag
Is een suspensie helder?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Zitten er stukjes of grote deeltjes in een suspensie
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quizvraag
Hoe kan een stof gevaarlijk zijn?
Slide 19 - Open vraag
massa van de steen: 10 gram wat is de dichtheid?
Slide 20 - Open vraag
keukenzout heeft een dichtheid van 2,2 g/cm2. Het volume van een theelepel keukenzout is 0,5 cm2. Wat zou dan de massa moeten zijn?
A
2,2
B
4,4
C
1,1
D
0,55
Slide 21 - Quizvraag
Deze 3 stoffen worden gemengd in een bak. Een stof zinkt naar de bodem. de andere twee stoffen ontmengen en je ziet 2 lagen ontstaan. Welke stof zit waar in het bekerglas (welke stof zinkt, welke vloeistof zit bovenaan, en welke onderaan?)
A
Slide 22 - Quizvraag
Deze 3 stoffen worden gemengd in een bak. Een stof zinkt naar de bodem. de andere twee stoffen ontmengen en je ziet 2 lagen ontstaan. Welke stof zit waar in het bekerglas (welke stof zinkt, welke vloeistof zit bovenaan, en welke onderaan?)
Slide 23 - Open vraag
Deze 3 stoffen worden gemengd in een bekerglas. Een stof zinkt naar de bodem. De andere twee stoffen ontmengen en je ziet 2 lagen ontstaan. Welke stof zit waar in het bekerglas (welke stof zinkt, welke vloeistof zit bovenaan, en welke onderaan?)