Les 3 - periode 3 - TV3F
1 / 36
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
¿Qué recuerdas de antes de las vacaciones?
Slide 4 - Woordweb
Je gebruikt de pretérito indefenido wanneer ....
A
Je praat over iets wat helemaal is afgesloten.
B
Wanneer je het hebt over gewoontes en/of tradities uit het verleden.
Slide 5 - Quizvraag
Je gebruikt de pretérito imperfecto wanneer ....
A
Je praat over iets wat helemaal is afgesloten.
B
Wanneer je het hebt over gewoontes en/of tradities uit het verleden.
Slide 6 - Quizvraag
Pretérito indefenido
Pretérito imperfecto
En 2014...
Ayer
Normalmente
Cuando era pequeño
El año pasado
Cada día
Slide 7 - Sleepvraag
Maak van de onderstaande woorden een zin in de pretérito indefenido:
Slide 8 - Open vraag
Maak van de onderstaande woorden een zin in de pretérito indefenido:
Slide 9 - Open vraag
Maak van de onderstaande woorden een zin in de pretérito imperfecto:
Slide 10 - Open vraag
Maak van de onderstaande woorden een zin in de pretérito imperfecto:
Slide 11 - Open vraag
Kijk-Luistertoets Spaans
Makkie, met 2 vingers in mijn neus
Nog een oefentoets en ik kan het
Daar moet ik nog wel even flink voor oefenen
Help!
Slide 12 - Poll
Luisterstrategieën
Slide 13 - Woordweb
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Welke luisterstrategie ga je gebruiken?
Reproductief
Handelend
Herstructurerend
Globaal
Gericht
Intensief
Kritisch
Empatisch
Slide 16 - Poll
¿Dónde vivía la abuela Juliana?
A
En la calle París
B
En Madrid
C
En la calle Madrid
D
Con su hermano
Slide 17 - Quizvraag
¿Qué extraña la abuela Juliana?
A
Leer
B
Comer
C
A Pepe
D
Dormir
Slide 18 - Quizvraag
¿Cuál es el pastel preferido de la abuela Juliana?
A
De fresa
B
De chocolate negro
C
De vainilla
D
De limón
Slide 19 - Quizvraag
¿Qué le lee Michel a la abuela Juliana?
A
Una novela
B
Las noticias
C
Un cuento
D
Una receta
Slide 20 - Quizvraag
¿Cuándo sacan a pasear a Pepe?
A
En la mañana
B
Al mediodía
C
Antes de que anochezca
D
Por als noches
Slide 21 - Quizvraag
¿Cuántos años tiene la abuela Juliana?
A
85
B
92
C
98
D
75
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat is de juiste vertaling?
Vaak kopen wij meer dan wij nodig hebben.
Vaak kopen wij meer dan wij nodig hebben.
A
Muchas veces compramos más que necesitamos.
B
Muchas veces más compramos que necesitamos.
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Wat is de juiste vertaling?
De film was minder interessant dan ik mij voorstelde vanuit de trailer.
De film was minder interessant dan ik mij voorstelde vanuit de trailer.
A
La película fue menos interesante que lo propuesto en el tráiler.
B
La película fue más interesante que lo propuesto en el tráiler.
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Tengo _______ perros como tú.
A
tanto
B
tantos
C
tan
Slide 29 - Quizvraag
Soy _______ rápido como tú
A
tan
B
tanto
C
tantos
Slide 30 - Quizvraag
Ik vind sinterklaas minder leuk dan kerst.
Me gusta Sinterklaas ______ Navidad.
Me gusta Sinterklaas ______ Navidad.
A
más que
B
menos que
C
tan como
Slide 31 - Quizvraag
Ik eet met kerst meer dan normaal.
Como durante Navidad __________ normalmente.
Como durante Navidad __________ normalmente.
A
más que
B
menos que
C
tan como
Slide 32 - Quizvraag
Ik vind jouw cadeau net zo leuk als die van mij.
Me gusta ____ tu regalo _____ el mio.
Me gusta ____ tu regalo _____ el mio.
A
más que
B
menos que
C
tan como
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Juan is ouder dan Marta
Juan es ______ que Marta
Juan es ______ que Marta
Slide 35 - Open vraag
Marta is jonger dan Juan
Marta es ______ que Juan
Marta es ______ que Juan
