Persoonlijkheidsstoornis

Persoonlijkheidsstoornis
Planning
Theorie rondom begeleiden
Persoonlijkheidsproblematiek - opdracht
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijkheidsstoornis
Planning
Theorie rondom begeleiden
Persoonlijkheidsproblematiek - opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Je kunt bij cliënten met een persoonlijkheidsstoornis:
- veel voorkomende verpleegproblemen benoemen
- het veel voorkomende gedrag plaatsen vanuit de verschillende persoonlijkheidsstoornissen
- van daaruit de juiste benaderingswijze kiezen, waarin je een werkrelatie opbouwt en conflicten vermijdt

Je kunt over automutilatie in de GGZ uitleggen:
- wat automutilerend gedrag is
- wat oorzaken ervan kunnen zijn
- wat de risico's verhogen op automutilatie, en dit bijtijds herkennen
- wat bijdraagt aan het voorkomen van automutilerend gedrag
- wat aandachtspunten zijn in het begeleiden van een cliënt met automutilerend gedrag









Slide 3 - Tekstslide

Begeleiden
= het geven van sturing en ondersteuning
Wat is sturing geven dan precies? 

Het begeleiden van zorgvragers vormt een belangrijk onderdeel van je verpleegkundige taak. 
Beslissingen nemen voor de zorgvrager
Hem bewegen tot bepaalde gewenste beslissingen
Hem vertellen met, wanneer en hoe hij iets moet doen
En controleren of hij het ook op die manier doet

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Begeleidingsstijlen
Directieve stijl = voorschrijven en zeggen hoe iets moet.

Overtuigende stijl = iemand met bewijzen tot andere gedachten brengen, probeert de zorgvrager te betrekken in de besluiten.
Participerende stijl = (deelnemen/meedoen) je betrokkenheid tonen, elkaar accepteren zoals je bent, oprechte belangstelling
Delegerende stijl = overdragen van je taak. Je legt de verantwoordelijkheid voor de te nemen besluiten, het oplossen, geheel bij de ander neer.



Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijkheidsproblematiek

Slide 7 - Woordweb

Bij persoonlijkheidsstoornissen is sprake van manieren van over zichzelf en anderen denken en voelen die een aanzienlijke negatieve invloed hebben op het functioneren van mensen in vele aspecten van hun leven. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Persoonlijkheidsstoornissen: clusters

De verschillende persoonlijkheidsstoornissen worden onderverdeeld in 3 clusters:
• Cluster A  Mensen met deze stoornissen komen vaak eigenaardig of excentriek over.
• Cluster B  Deze mensen komen vaak dramatisch, emotioneel of wispelturig over.
• Cluster C  Deze mensen hebben gemeen dat ze vaak wat zorgelijk en vreesachtig overkomen.


Slide 11 - Tekstslide

Cluster A
Eigenaardig / Excentriek
Cluster B
Dramatisch / emotioneel / wispelturig
Cluster C
Zorgelijk / vreesachtig
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Borderline persoonlijkheidsstoornis
Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis
Narcistische persoonlijkheids-stoornis
Histrionische persoonlijkheids-stoornis

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Cluster B
zelf ingebeelde belangrijkheid en uniekheid, behoefte aan bewondering en een gebrek aan invoelend vermogen
alles overheersende behoefte om in het centrum van de aandacht te staan
instabiliteit in relaties, zelfbeeld en stemming (affect) en duidelijk aanwezige impulsiviteit
sociaal onverantwoordelijk gedrag en het gebruiken en uitbuiten van een ander zonder daarbij schuldgevoelens te hebben
narcistische persoonlijkheidsstoornis
histrionische persoonlijkheidsstoornis
borderline persoonlijkheidsstoornis
antisociale persoonlijkheidsstoornis

Slide 14 - Sleepvraag

Start met opdracht
Flap-over 

Beschrijf ten minste
- drie gedragingen passend bij de persoonlijkheidsproblematiek (en weten waarom)
- drie veel voorkomende verpleegproblemen
- vijf tips hoe je als verpleegkundige cliënt het beste kan begeleiden

Slide 15 - Tekstslide

Symptomen BPS
zwart-wit denken
stemmingswisselingen
impulsiviteit
moeilijk contact kunnen leggen
moeilijk alleen kunnen zijn
woede uitbarstingen
dreigen met zelfdoding, evenals zelfverwonding, alcohol en drugsmisbruik,
eetstoornissen, gok- koopverslavingen, dissociatieve en psychotische verschijnselen


Slide 16 - Tekstslide