BT - Psychiatrische zorg - Persoonlijkheidsstoornissen vPO21D

Psychiatrische zorg
Dissociatieve &  Persoonlijkheidsstoornissen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Psychiatrische zorg
Dissociatieve &  Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Vandaag dissociatieve stoornis en persoonlijkheidsproblematiek. 

Volgende week online, let op 8.30!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
  • Na de les kan je omschrijven wat een dissociatieve stoornis inhoudt. 
  • Na de les kan je drie verschillende persoonlijkheidsstoornissen benoemen. 
  • Na de les kan je drie kenmerken benoemen passend bij een borderline persoonlijkheidsstoornis

Slide 3 - Tekstslide

Dissociatie

Slide 4 - Woordweb

Dissociatie
Een dissociatieve stoornis is een psychische stoornis waarbij dissociatie het belangrijkste en meest centrale kenmerk vormt. Dissociatie is een verstoring en/of onderbreking van het normale psychisch functioneren, die van invloed is op onder andere het denken, geheugen, identiteit, emotie, perceptie, lichaamsbeleving, motorische controle en gedrag.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoeveel procent van de mensen met DIS (dissociatieve identiteitsstoornis) heeft ook PTSS?
A
12%
B
45%
C
>80%
D
2,5%

Slide 7 - Quizvraag

De DSM-5 onderscheidt op basis van kenmerken vijf typen dissociatieve stoornissen:

1. dissociatieve identiteitsstoornis (DIS);
2. dissociatieve amnesie;
3. depersonalisatie - derealisatiestoornis;
4. andere gespecificeerde dissociatieve stoornis (AGDS, voorheen dissociatieve stoornis NAO);
5. ongespecificeerde dissociatieve stoornis

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zoek op (thuisarts.nl - GGZstandaard etc.) wat de behandelmogelijkheden zijn en geef als antwoord.
timer
10:00

Slide 10 - Open vraag

Persoonlijkheidsproblematiek

Slide 11 - Woordweb

Bij persoonlijkheidsstoornissen is sprake van manieren van over zichzelf en anderen denken en voelen die een aanzienlijke negatieve invloed hebben op het functioneren van mensen in vele aspecten van hun leven. 

Slide 12 - Tekstslide


Persoonlijkheidsstoornissen: clusters

De verschillende persoonlijkheidsstoornissen worden onderverdeeld in 3 clusters:
• Cluster A  Mensen met deze stoornissen komen vaak eigenaardig of excentriek over.
• Cluster B  Deze mensen komen vaak dramatisch, emotioneel of wispelturig over.
• Cluster C  Deze mensen hebben gemeen dat ze vaak wat zorgelijk en vreesachtig overkomen.


Slide 13 - Tekstslide

Cluster A
Eigenaardig / Excentriek
Cluster B
Dramatisch / emotioneel / wispelturig
Cluster C
Zorgelijk / vreesachtig
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Borderline persoonlijkheidsstoornis
Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis
Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Narcistische persoonlijkheids-stoornis

Slide 14 - Sleepvraag

De volgende persoonlijkheidsstoornissen worden in de DSM-5 onderscheiden:

Paranoïde-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van wantrouwen en achterdocht waardoor de motieven van anderen als kwaadwillend worden geïnterpreteerd.
Schizoïde-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van afstandelijkheid in sociale relaties en een beperkt scala van emotionele expressies.
Schizotypische-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van direct gevoeld ongemak in intieme relaties, met cognitieve of perceptuele distorsies en excentriek gedrag.
Antisociale-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van gebrek aan respect voor en schending van de rechten van anderen.
Borderline-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van instabiliteit in de interpersoonlijke relaties, van het zelfbeeld en van het affect, en duidelijke impulsiviteit.

Slide 15 - Tekstslide

Histrionische-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van excessieve emotionaliteit en aandacht vragen.
Narcistische-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van grandiositeit, behoefte aan bewondering en een gebrek een empathie.
Vermijdende-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van sociale geremdheid, gevoelens van tekortschieten en hypersensitiviteit voor een negatief oordeel.
Afhankelijke-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van onderdanig en aanklampend gedrag dat samenhangt met een excessieve behoefte om te worden verzorgd.
Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis: een patroon van gepreoccupeerd bezig zijn met ordelijkheid, perfectionisme en controle.

Slide 16 - Tekstslide

zelf ingebeelde belangrijkheid en uniekheid, behoefte aan bewondering en een gebrek aan invoelend vermogen
alles overheersende behoefte om in het centrum van de aandacht te staan
instabiliteit in relaties, zelfbeeld en stemming (affect) en duidelijk aanwezige impulsiviteit
sociaal onverantwoordelijk gedrag en het gebruiken en uitbuiten van een ander zonder daarbij schuldgevoelens te hebben
narcistische persoonlijkheidsstoornis
histrionische persoonlijkheidsstoornis
borderline persoonlijkheidsstoornis
antisociale persoonlijkheidsstoornis

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Video

Symptomen BPS
zwart-wit denken
stemmingswisselingen
impulsiviteit
moeilijk contact kunnen leggen
moeilijk alleen kunnen zijn
woede uitbarstingen
dreigen met zelfdoding, evenals zelfverwonding, alcohol en drugsmisbruik,
eetstoornissen, gok- koopverslavingen, dissociatieve en psychotische verschijnselen


Slide 19 - Tekstslide

Maak een keuze
Script
Schrijf een script tussen een zorgvrager met een borderline persoonlijkheidstoornis en een verpleegkundige. 
Recensie schrijven
Bekijk de aflevering van de Bovenkamer #3. Ro (21) heeft door borderline geen controle over haar emoties. 

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
Na de les kan je omschrijven wat een dissociatieve stoornis inhoudt. 
Na de les kan je drie verschillende persoonlijkheidsstoornissen benoemen. 
Na de les kan je drie kenmerken benoemen passend bij een borderline persoonlijkheidsstoornis

Slide 21 - Tekstslide

Check-out

Slide 22 - Poll