Les 43 Persoonsvorm verleden tijd zwak werkwoord

👨‍🏫 Volgorde van de les
1. Leeskilometers maken  2- Wat weet je al?    3- Instructie + samen oefenen   4- Zelfstandig werken   5. Terug- en vooruitblik



  Start met lezen 
timer
10:00
Nodig:  Leesboek - boek NN - schrift - pen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

👨‍🏫 Volgorde van de les
1. Leeskilometers maken  2- Wat weet je al?    3- Instructie + samen oefenen   4- Zelfstandig werken   5. Terug- en vooruitblik



  Start met lezen 
timer
10:00
Nodig:  Leesboek - boek NN - schrift - pen

Slide 1 - Tekstslide

           Spelling werkwoorden

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd
Nodig:  Leesboek - boek NN - schrift - pen
                        Lesdoel: ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd goed spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je al?
    Ik weet wat een zwak werkwoord is.
    Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden.
    
   
   

Slide 3 - Tekstslide

Sterk of zwak werkwoord?
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
stoppen
hebben
dansen
worden
schrijven
boffen
lopen
zijn
fietsen
lachen

Slide 4 - Sleepvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij vindt
B
hij vind

Slide 5 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

De buurman (verbranden) ... zich.
A
verbrandt
B
verbrand
C
verbrant
D
verbrandde

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de vormen van de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
stam + de/te of stam + den/ten
B
stam, stam + t of het hele werkwoord
C
het hele werkwoord + d
D
alleen de stam

Slide 7 - Quizvraag

          Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
  • ik weet wat zwakke werkwoorden zijn.
  • ik kan de persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden   goed spellen. 
Wat kan ik straks?
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- Wat weet je al?    2- Instructie + samen oefenen   3- Zelfstandig werken   4. Terug- en vooruitblik



Slide 8 - Tekstslide

          Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Enkelvoud: ik-vorm (nu) + de of te: beweerde, landde, danste, berichtte.

Meervoud: ik-vorm (nu) + den of ten: beweerden, landden, dansten

Om te bepalen of er de(n) of te(n) achter de ik-vorm komt, gebruik je als ezelsbruggetje ('t (e)x-k(o)fsch(i)p) of ’t s (e) x (y) – f (o) k s ch (aa) p. In dat woord zitten de medeklinkers t, x, f, k, s, ch en p. 
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- Wat weet je al?    2- Instructie + samen oefenen   3- Zelfstandig werken   4. Terug- en vooruitblik



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Gebruiksaanwijzing 't sexy-fokschaap

Stap 1:  Kijk naar het hele werkwoord (zwakke ww!)

Stap 2: Haal -en  eraf
Stap 3: Kijk naar de letter waar het ww nu mee eindigt

Stap 4: Staat deze letter in 't sexy-fokschaap?

Stap 5: Ja > stam + te(n)
                Nee > stam + de(n)

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 
1. Fietsen
2. Fietsen 
3. Fiets
4. 's' komt voor in
't sexy-fokschaap
5. dus de verleden tijd is
(ik) fietste (wij fietsten)

 

Slide 12 - Tekstslide

Let op!
verbazen-> = verbaz
-z staat niet in '"t sexy-fokschaap" dus -> +d
 ik verbaasde

doven-> = dov-
-v staat niet in "t ex-kofschip" dus -> hij doofde(n)

Slide 13 - Tekstslide

Hoe spel je de verleden tijd?
Ik kook, ik ………….
A
kookte
B
kookde
C
kookten
D
kookden

Slide 14 - Quizvraag

Hoe spel je de verleden tijd?
Ik raad, ik ………….
A
raad
B
raadt
C
raade
D
raadde

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag
Opdr.  1-2-3-4-5-6
236-237
Weekopdracht
Terug- en vooruitblik 
                       Lesdoel: ik weet wat zwakke werkwoorden zijn en kan deze in de verleden tijdgoed spellen.     
     naturel = 
     ontwikkelen
     overgewicht = te veel gewicht
     producten = dingen die gemaakt zijn
natuurlijk, zonder toevoegingen
ontwerpen

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Opdr.  1 (tm5 ) -2-4-5   7+
254-237
Weekopdracht
Terug- en vooruitblik 
                       Lesdoel: ik weet wat zwakke werkwoorden zijn en kan deze in de verleden tijdgoed spellen.     
     naturel = 
     ontwikkelen
     overgewicht = te veel gewicht
     producten = dingen die gemaakt zijn
natuurlijk, zonder toevoegingen
ontwerpen

Slide 17 - Tekstslide

      Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd hoe je de persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden kunt spellen.  (check)

Vooruitblik
In de volgende les ga je de onderdelen voor het SO herhalen.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Hoe Hoe spel je een zwak ww in de verleden tijd en hoe werkt 't ex-kofschip?
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

DENK ERAAN:
EERST de ik-vorm
DAARNA  schrijf je -te/-de
MEERVOUD? vergeet de N niet

Ik-vorm = raad  
Ik-vorm+de = raadde
Meervoud = raadden

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de verleden tijd van:
ik antwoord, ik ...

Slide 22 - Open vraag

Hoe spel je de verleden tijd?
Jullie praten, jullie ...
A
praten
B
praatte
C
praatten
D
pratte

Slide 23 - Quizvraag

Hoe spel je de verleden tijd?
Wij verven, wij ………….
A
verfte
B
verfde
C
verften
D
verfden

Slide 24 - Quizvraag