Les 5 werkwoordspelling PV VT

Les 4 werkwoordspelling PV VT
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 4 werkwoordspelling PV VT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

van 5.55 - 10.15 min. 

Persoonsvorm in de verleden tijd.


ZWAKKE en STERKE

werkwoorden




Wat is het verschil?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STERKE

werkwoorden


hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen

ik loop - ik liep

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PERSOONSVORM

in de

VERLEDEN TIJD



ZWAKKE WERKWOORDEN

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


In het enkelvoud: ik-vorm + te / ik-vorm + de

 ik fietste /  hij wandelde

In het meervoud: Ik-vorm + ten / ik-vorm + den

wij klapten / zij voetbalden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


- Vaak hoor je of je stam + te(n) of stam + de(n)

moet gebruiken

- Gebruik een ezelsbruggetje als je

het niet (zeker) weet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'T SeXy FoKSCHaaP / 'T KoFSCHiP X

Om te weten of je bij een zwak werkwoord in de verleden tijd nu de(n) of te(n) moet schrijven, gebruik je 't sexy fokschaap/ 't kofschip

1.  hele werkwoord -en = stam : branden / surfen
 2. laatste letter van de stam in 't kofschip x?: brand / surf
 3. nee: de(n): de(n)
 4. ja: te(n): te(n)
 5. ik-vorm van werkwoord + uitgang : brandde(n) / surfte(n)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PV VT: de(n) of te(n)?

Pas wel op bij bijzondere werkwoorden als: verhuizen


  1.  hele werkwoord -en  = stam verhuizen
  2.  laatste letter van de stam in 't kofschip x?: nee
  3.  dus de(n)
  4.  ik-vorm van werkwoord + uitgang : verhuiSde(n)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De storm ... (verwoesten, VT) ons tuinhuisje.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het team .... (landen) gisteren pas laat op schiphol.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij .... (bekleden) de stoel opnieuw.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn mentor.... (worden) kwaad als ik een onvoldoende haal.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik .... (vermoeden) dat al.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ga aan de slag met de opdracht PV vt

Sluit je LessonUp nog niet af! 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?
  • Je weet hoe je de persoonsvorm(PV) vindt in de zin.
  • Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.
  • Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wist je al?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat snap je nog niet zo goed?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Volgende les 
Voltooid deelwoord + gebiedende wijs 

Huiswerk: 
Lees:  hoofdstuk "Voltooid deelwoord" & "gebiedende wijs"
Maak: Opdracht Persoonsvorm Verleden tijd af. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies