3.3A: Je kunt verklaren wat de oorzaken zijn van de
groeiende populariteit van het nationaalsocialisme in Duitsland aan het begin van de jaren ‘30.
3.3B: Je kunt verklaren wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen het fascisme en het nationaalsocialisme.
3.3C: Je kunt uitleggen wat de rassenleer van het nationaalsocialisme inhield aan de hand van de termen Untermenschen en Übermenschen.
3.3D: Je kunt uitleggen hoe Duitsland onder Hitler een dictatuur werd.
3.3E: Je kunt het verband verklaren tussen gelijkschakeling, indoctrinatie en een totalitaire samenleving.