Mobiliteit

Mobiliteit
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Mobiliteit

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van het eerste deel van de les;
Kan je benoemen wat het belang is van ergonomisch werken
Kan je de mobiliteitsklassen benoemen 
Ben je op de hoogte van verschillende hulpmiddelen
 



Slide 2 - Tekstslide

Wat is volgens jou mobiliteit?

Slide 3 - Woordweb

Mobiliteit zegt iets over de bewegelijkheid van iemand. Dus hoe kan iemand lopen, zitten of bewegen. Hoe mobiel is de zorgvrager?

De beperkingen van de bewoners hebben 
invloed op de lichamelijke belasting 
van jou als zorgverlener.

Slide 4 - Tekstslide

Welke oorzaken van mobiliteitsproblemen zie je in de praktijk?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel procent van de zorgverleners heeft lichamelijke klachten?
A
15%
B
25%
C
40%
D
60%

Slide 6 - Quizvraag

Hoe kun je lichamelijke klachten bij jezelf voorkomen?

Slide 7 - Woordweb

Ergonomisch werken

Bij ergonomisch werken in de zorg staat veilig werken centraal. Weten hoe je op een juiste manier een patiënt verplaatst en verzorgt en daarbij de juiste hulpmiddelen op een correcte en efficiënte manier gebruiken zijn hierin de grootste aandachtspunten. Door ergonomisch te werken voorkom je lichamelijke en geestelijke klachten door je werk. 
  • Lichaamshouding
  • Volgens een logische volgorde werken 
  • Hulpmiddelen --> tillift, glijzijl, draaischijf 
  • Materialen in hoogte verstelbaar --> bureaustoel

Slide 8 - Tekstslide

Richtlijnen
Praktijkrichtlijn Fysieke belasting;
Indeling in mobiliteitsklassen;
Transferprotocol

Werken jullie hiermee in de praktijk?

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel kg mag je tillen volgens landelijke richtlijn fysieke belasting

Slide 10 - Open vraag

Praktijkrichtlijn fysieke belasting

* maximaal 23 kg tillen
* maximaal 15 kg per hand duwen/trekken, twee handen 25 kg
* maximaal 5 kg bij trekken vanuit de vingers


Slide 11 - Tekstslide

Juiste werkhouding
Let op juiste houding bij het aan- en uittrekken van steunkousen

Slide 12 - Tekstslide

Welk hulpmiddel gebruik jij voor het aantrekken van steunkousen?
A
easy slide
B
doff 'n donner
C
rubberen handschoenen
D
niets

Slide 13 - Quizvraag

Juiste werkhouding
Let op de juiste houding tijdens het verschonen of helpen van een zorgvrager op bed

Slide 14 - Tekstslide

De cliënt heeft een hoog-laag bed. Je gaat haar samen met je veel langere collega verzorgen. Op welke hoogte staat het bed?
A
Op hoogte van de langste
B
Op hoogte van de kleinste
C
Ergens er tussen in
D
We passen de bedhoogte niet aan

Slide 15 - Quizvraag

Hoe til je ergonomisch?
door je knieën, rechte rug
zo dicht mogelijk bij jezelf houden
draai met je voeten 

Slide 16 - Tekstslide

Mobiliteitsklassen

Slide 17 - Tekstslide

Mobiliteitsklasse A,B en C
A               A = vrijwel zelfstandig in mobiliteit
                  B= Vrij zelfstandig maar hulp bij transfers en ADL;                                geven van aanwijzingen of richting bij opstaan. Kleine                      hulpmiddelen als papegaai of draaischijf
                  C= Kunnen niet zelfstandig opstaan, meestal rolstoel-                      gebonden, enige rompbalans, steunen op 1 been

Slide 18 - Tekstslide

Mobiliteitsklasse D en E


D= vrij passief in mobiliteit, 
onvoldoende rompbalans, 
geen steun op 1 
of beide benen. 



E= vrijwel volledig passief, bijna volledig bedlegerig, neiging tot stijfheid en contracturen

Slide 19 - Tekstslide

Transferprotocol
Onderdeel van het zorgdossier
Geeft precies aan hoe de transfers moeten verlopen
Regelmatige herziening noodzakelijk

Kijk eens in het dossier

Slide 20 - Tekstslide

Welke hulpmiddelen
gebruik je al?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide

Casus
Meneer Jansen woont al een aantal jaren in een verpleeghuis. Meneer kan niet meer lopen en heeft geen sta-functie meer. Meneer is rolstoelafhankelijk.
Welk hulpmiddel gebruik je om meneer uit bed te halen?

A
Een draaischijf
B
Een actieve tillift
C
Een passieve tillift
D
Geen van de drie

Slide 23 - Quizvraag

Dilemma; de cliënt wil niet dat je een actieve tillift gebruikt. Hij vindt dit eng en vraagt je of het alsjeblieft zonder lift mag omdat hij je dan vast kan houden en zich veiliger voelt. Wat doe je?
A
Ik gebruik wel de tillift
B
Ik gebruik geen tillift
C
Ik overleg eerst even met de fysio voor ik dhr help met de transfer
D
Ik help dhr zonder lift en vraag daarna collega's hoe zij dhr helpen.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Wat kunnen oorzaken zijn van valincidenten?

Slide 27 - Open vraag

Vallen door:
  • verminderd evenwichtsgevoel
  • afnemende spierkracht
  • slechter zicht
  • andere manier/ houding van lopen
  • ziekte
  • niet gebruiken van hulpmiddelen
  • slechte verlichting
  • hindernissen (deurmat, drempels etc)
  • uitglijden
  • medicijnen of genotsmiddelen
  • duizeligheid

Slide 28 - Tekstslide

Een zorgvrager loopt met rollator, waar let je op?

Slide 29 - Open vraag

Wat is het verschil tussen actief en passief bewegen?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Video

Je gaat lopen met een zorgvrager met Parkinson. Wat kun je verwachten?

Slide 32 - Woordweb

Kenmerken van zorgvrager met parkinson bij lopen

stijfheid van armen en benen (rigiditeit)
trillen van armen en benen
traagheid
gemakkelijk vallen (houdingsinstabiliteit)
moeite met opstaan (terugvallen in de stoel)
moeite met omdraaien tijdens het lopen
verminderd optillen van de benen bij lopen en daardoor een sloffende gang
lopen met kleine pasjes
voorovergebogen houding met doorgezakte knieën
moeite met starten en stoppen van een beweging

Slide 33 - Tekstslide

Rol verzorgende
Vooraf uitleg geven
Korte duidelijke instructies
Eventueel houdingscorrectie
Goed schoeisel
Geen obstakels
Deuntje te neuriën of in zijn hoofd een liedje te zingen
Ondersteunen aan de sterkste kant zo nodig
Jouw arm door die hem van steken zo nodig



Slide 34 - Tekstslide

Leg uit : Een ergotherapeut is er voor de zorgvrager maar ook voor het verzorgend personeel

Slide 35 - Open vraag

Wat weet jij over de arbowet ?

Slide 36 - Open vraag

arbowet 
Alle werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. Daarvoor bestaat de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). De Arbowet verplicht werkgevers ervoor te zorgen dat de werkzaamheden geen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van werknemers. Dit noemen we ook wel de zorgplicht. Werkgevers voeren daarom een beleid dat gericht is op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden.

Slide 37 - Tekstslide

Wat kun jij doen aan valpreventie ?

Slide 38 - Open vraag