In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Hoe voel je je?
Slide 1 - Open vraag
Wat mis je het meest aan school?
Slide 2 - Open vraag
Wat mis je het minst aan school?
Slide 3 - Open vraag
Je hebt de voorkennis gemaakt.
Ik weet wat kwadraten en wortels zijn, hoe je er mee kan rekenen en wat de rekenvolgorde is.
Ik kan er formules mee maken en gebruiken.
Badzijde 10 van je B boek. paragraaf 6.1 Kwadraten
Wiskunde
maak opg 2, 3, 4, 7 & 8
opg 2, 3, 4, 7 & 8
Slide 4 - Tekstslide
Vandaag
Introductie
Uitleg 6.1
De Voorkennis heb je gemaakt.
Nu gaan we aan de slag met kwadraten en wortels (nee, niet die oranje)
Slide 5 - Tekstslide
Introductie H6
Slide 6 - Tekstslide
Introductie H6
Wat leer je dit hoofdstuk?
Wat het kwadraat van een getal is?
Slide 7 - Tekstslide
Introductie H6
Wat het kwadraat van een getal is?
Rekenen met kwadraten.
Slide 8 - Tekstslide
Introductie H6
Wat het kwadraat van een getal is?
Rekenen met kwadraten.
Wat de wortel van een getal is.
Slide 9 - Tekstslide
Introductie H6
Wat het kwadraat van een getal is?
Rekenen met kwadraten.
Wat de wortel van een getal is.
Werken met kwadratische formules.
Slide 10 - Tekstslide
Introductie H6
Wat het kwadraat van een getal is?
Rekenen met kwadraten.
Wat de wortel van een getal is.
Werken met kwadratische formules.
dat de grafiek van een kwadratische formule een parabool is en hoe je deze tekent.
Slide 11 - Tekstslide
Introductie H6
Wat het kwadraat van een getal is?
Rekenen met kwadraten.
Wat de wortel van een getal is.
Werken met kwadratische formules.
dat de grafiek van een kwadratische formule een parabool is en hoe je deze tekent.
Hoe je met letters rekent.
Slide 12 - Tekstslide
6.1A het kwadraat van een getal
kwadraat = ?
Slide 13 - Tekstslide
6.1A het kwadraat van een getal
kwadraat = een getal met zichzelf vermenigvuldigen
Slide 14 - Tekstslide
6.1A het kwadraat van een getal
kwadraat = een getal met zichzelf vermenigvuldigen
notatie: 52 = 5 * 5 = 25
Slide 15 - Tekstslide
6.1A het kwadraat van een getal
kwadraat = een getal met zichzelf vermenigvuldigen
notatie: 52 = 5 * 5 = 25
kwadrateren = het kwadraat nemen van een getal
Slide 16 - Tekstslide
6.1A het kwadraat van een getal
kwadraat = een getal met zichzelf vermenigvuldigen
notatie: 52 = 5 * 5 = 25
kwadrateren = het kwadraat nemen van een getal
rekenvolgorde: kwadrateren gaat voor vermenigvuldigen en delen
Slide 17 - Tekstslide
6.1B Het kwadraat van een negatief getal
-7 * -7 = ?
Slide 18 - Tekstslide
6.1B Het kwadraat van een negatief getal
-7 * -7 = 49 of -49
Slide 19 - Tekstslide
6.1B Het kwadraat van een negatief getal
-7 * -7 = 49
-7 * -7 = -72 of (-7)2
Slide 20 - Tekstslide
6.1B Het kwadraat van een negatief getal
-7 * -7 = 49
-7 * -7 = (-7)2
conclusie:
Slide 21 - Tekstslide
6.1B Het kwadraat van een negatief getal
-7 * -7 = 49
-7 * -7 = (-7)2
conclusie: het kwadraat van een negatief getal is altijd positief
Slide 22 - Tekstslide
huiswerk
maak opg 2, 3, 4, 7 & 8
Slide 23 - Tekstslide
0
Slide 24 - Video
Het kwadraat van een getal
Bereken: -17 - (3 + 5)² : 2
Eerst binnen de haakjes, dus 3 + 5 = 8
-17 - 8² : 2
Dan kwadrateren, dus 8² = 64
- 17 - 64 : 2
Dan delen, dus 64 : 2 = 32
- 17 - 32
Dan aftrekken
-49
Slide 25 - Tekstslide
Het kwadraat van een getal
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Paragraaf 1.3
Belangrijk:
Let goed op waar het 'min'-teken staat. Als de min ook in het kwadraat staat, komt er dus een positief getal uit (min x min = plus) als de '-' niet in kwadraat gaat komt er een negatief getal uit (min x plus = min)