Paragraaf 6.1 ab

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom DA11/DG11

Doe je telefoon op stil in het hotel, ga zitten, pak je wiskundespullen en laptop en ga naar LessonUp. 

6.1A het kwadraat van een getal

kwadraat = ?

6.1A het kwadraat van een getal

kwadraat = een getal met zichzelf vermenigvuldigen

6.1A het kwadraat van een getal

kwadraat = een getal met zichzelf vermenigvuldigen

notatie: 5² = 5 * 5 = 25

6.1A het kwadraat van een getal

kwadraat = een getal met zichzelf vermenigvuldigen

notatie: 5² = 5 * 5 = 25

kwadrateren = het kwadraat nemen van een getal

6.1A het kwadraat van een getal

kwadraat = een getal met zichzelf vermenigvuldigen

notatie: 5² = 5 * 5 = 25

kwadrateren = het kwadraat nemen van een getal

rekenvolgorde: kwadrateren gaat voor vermenigvuldigen en delen

De kwadraten die je moet kennen:

kwadraat van een breuk

We kunnen ook het kwadraat nemen van een breuk

(​2​​1​​)​2​​=

kwadraat van een breuk

We kunnen ook het kwadraat nemen van een breuk

(​2​​1​​)​2​​=​2​​1​​⋅​2​​1​​

kwadraat van een breuk

We kunnen ook het kwadraat nemen van een breuk

(​2​​1​​)​2​​=​2​​1​​⋅​2​​1​​=​4​​1​​

Bereken: 7²

1. 14
2. 49

Bereken: 9²

1. 18
2. 81

Bereken: 1²

1. 1
2. 2

Bereken: 8²

1. 16
2. 64

Bereken: 0²

1. 0
2. 1
3. 2

... ² = 81

1. 3
2. 6
3. 9
4. 40,5

6.1B Het kwadraat van een negatief getal

-7 * -7 = ?

6.1B Het kwadraat van een negatief getal

-7 * -7 = 49 of -49

6.1B Het kwadraat van een negatief getal

-7 * -7 = 49

-7 * -7 = -7²  of (-7)²

6.1B Het kwadraat van een negatief getal

-7 * -7 = 49

-7 * -7 = (-7)²

^conclusie:

6.1B Het kwadraat van een negatief getal

-7 * -7 = 49

-7 * -7 = (-7)²

^{conclusie: het kwadraat van een negatief getal is altijd positief}

6.1B Het kwadraat van een negatief getal

-7 * -7 = 49

-7 * -7 = (-7)²

^{conclusie: het kwadraat van een negatief getal is altijd positief}

Maar let op!  -42 = -4 * 4 = -16

Bereken:

(−9)​2​​

1. -81
2. 81
3. 18
4. -18

Bereken het kwadraat van -11.

1. -121
2. -22
3. 121
4. 22

Bereken:

−5​2​​

1. -25
2. 25
3. -10
4. 10

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Voorbeeld

Opgave

Bereken (zonder rekenmachine). Schrijf ook de tussenstappen op.

Uitwerking

Bereken de uitkomst van de som. Let op dat je voor elke stap een regel gebruikt.

Aan de slag

Maak de volgende opgaven:

basis: 2 t/m 4 + 8 t/m 10 

Midden: 2 t/m 5 +  8 t/m 10 

uitdagende: 2, 4, 5, 8 en 10

blz. 12 t/m 14