Ik kan uitleggen wat de rechten van de huurder en plichten van verhuurder zijn bij huren van een woning
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
4.1 Huur en verhuur
Ik kan uitleggen wat de rechten van de huurder en plichten van verhuurder zijn bij huren van een woning
Slide 1 - Tekstslide
Introductie
Je gaat in de toekomst misschien een kamer huren of een huis kopen
Je sluit dan een huur -of koopovereenkomst af
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij van huur ?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Twee soorten huurwoningen:
Sociale huurwoning = woningen met een lage huur voor mensen met een laag inkomen
Vrije sector = woningen met een huur boven de huurgrens
§4.1 huur en verhuur
Slide 6 - Tekstslide
Huren
Sociale en vrije markt
Sociale markt voor mensen met lager inkomen
Vaak een wachtlijst
Vrije sector voor iedereen
Maar wel hogere huurprijzen
Slide 7 - Tekstslide
Ik wil in de toekomst op kamers wonen
Ja
Nee
Weet ik nog niet
Slide 8 - Poll
Ik wil graag in een grote stad wonen om te studeren
JA
Nee
Weet ik nog niet
Slide 9 - Poll
Huurcontract
- Rechten
- Plichten
Mondeling of schriftelijk maakt niet uit --> afspraak is afspraak!
Hoe zit dat met het onderhoud van de woning?
§4.1 huur en verhuur
Slide 10 - Tekstslide
Kun je de huur betalen?
Als je een huis huurt dan sluit je met de verhuurder een huurovereenkomst af.
Daarin staan de rechten en plichten van de huurde en de verhuurder
Slide 11 - Tekstslide
Huurovereenkomst
Afspraak tussen huurder en verhuurder.
Rechten
Plichten
gebruik maken van gehuurde object
Betalen van het gehuurde object.
Slide 12 - Tekstslide
Onderhoud
Onderhoud is verdeeld in klein en groot onderhoud
Klein voor kosten huurder, bijvoorbeeld een nieuw behangetje, kapotte lamp in de slaapkamer etc.
Groot voor de verhuurder
Slide 13 - Tekstslide
Opzeggen van de huur
Opzeggen verhuurder:
De verhuurder mag de huurder er niet uitzetten, behalve als de huurder geen huur betaalt of als de verhuurder de woning zelf moet gaan bewonen en een andere woning heeft voor de huurder (dat gebeurt bijna nooit)
Opzeggen huurder:
De huurder heeft een opzegtermijn van minimaal 1 maand. De verhuurder moet de tijd hebben om een nieuwe huurder te vinden.
Slide 14 - Tekstslide
Opzeggen van huurovereenkomst
De belangrijkste regels met betrekking tot het opzeggen van de huur zijn:
Koop breekt geen huur
Bij verkoop van de woning, kan de huurder niet gedwongen worden de woning te verlaten.
Dood breekt geen huur
Als de verhuurder overlijdt, mag de huurder in de woning blijven wonen.
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag
Wat ? Maak vraag 1 t/m 5 op bladzijde 114 en 115
Hoe ? In stilte
Tijd ? 10 minuten.
Uitkomst ? klassikaal bespreken
Klaar ? Ga verder met opgaven 6 t/m 11
timer
10:00
Slide 16 - Tekstslide
Verder aan de slag ?
Wat ? Maak vraag 6 t/m 11 op bladzijde 116 en 117
Hoe ? Op fluistertoon met je buurman/crouw
Tijd ? 15 minuten.
Klaar ? Laat mij zien dan kun je nakijken
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Noem een voorbeeld van een recht én een plicht voor de huurder
Slide 19 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een recht én een plicht voor de verhuurder
Slide 20 - Open vraag
§4.1 huur en verhuur
Slide 21 - Tekstslide
Wat bedoelen ze met de uitspraak "dood breekt geen huur"?
Slide 22 - Open vraag
Wat bedoelen ze met de uitspraak "koop breekt geen huur"?
Slide 23 - Open vraag
Wat is een plicht voor huurders?
A
Het krijgen van huur
B
Het betalen van huur
Slide 24 - Quizvraag
Is een mondelinge afspraak over huur geldig?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Een geldige reden voor het opzeggen van de huur is als de verhuurder wil zelf in het huis wonen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Iedereen mag in een sociale huurwoning wonen?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Aan de slag!
Wat? Opdrachten paragraaf 4.1
Hoe? In je boek of de online leeromgeving. code 971003
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent (die naast je zit).
Tijd? Tot 5 minuten voor de bel
Klaar? Ga verder met rekentrainer of een ander vak