BOA Hoofstuk 2.3 De gerechten

BOA HOOFDSTUK 2.3 
DE GERECHTEN
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

BOA HOOFDSTUK 2.3 
DE GERECHTEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van de les.
  • Herhaling → Nog vragen over de stof v gister?
  • Toetsmatrijs en leerdoelen.
  • Nut & belang.
  • Voorkennis.
  • Bespreken leerdoelen.
  • Samenvattende toetsvragen LessonUp.
  • Vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 soorten gerechten
(geen eten) zijn er?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De leden van het OM worden ook wel de Staande Magistratuur genoemd. Hoe noem je de rechters?
A
Knielende Magistratuur
B
Liggende Magistratuur
C
Zittende Magistratuur
D
Springende Magistratuur

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de volgende begrippen:
"Rechter"
"Vonnis"
"Arrondissement"

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de "Kantonrechter" en welke zaken behandeld hij?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een "politierechter"
en wat doet hij?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een "kinderrechter" en wat doet deze?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Cassatie?
A
Een nieuw Frans gerecht
B
Hoger beroep tegen een uitspraak van lagere rechters
C
Een uitspraak van de rechters
D
Het recht om te mogen zwijgen in de rechtzaal

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen;
1.In hoofdlijnen omschrijven hoe de rechtbank is georganiseerd en wat de taak is van de rechtbank en kan benoemen welke strafzaken door de verschillende rechters op de rechtbank worden behandeld.
2. de rol van de rechter-commissaris in relatie tot het opsporingen van strafbare feiten omschrijven.
3. in hoofdlijnen omschrijven hoe het gerechtshof is georganiseerd en wat de taak is van het gerechtshof en kan benoemen welke strafzaken door het gerechtshof worden behandeld.
4. in hoofdlijnen omschrijven wat de taken zijn van De Hoge Raad en
kan benoemen welke strafzaken door de Hoge Raad worden behandeld.

Toetsmatrijs EXTH
8.1.2 De kandidaat kan in hoofdlijnen omschrijven hoe de rechtbank is
georganiseerd en kan benoemen welke strafzaken door de
rechtbank en de te onderscheiden rechters worden behandeld.
6.3.16 De kandidaat kan de rol van de rechter-commissaris
omschrijven en de procedure van de voorgeleiding aan de
rechter-commissaris beschrijven.
8.1.3 De kandidaat kan in hoofdlijnen omschrijven hoe het gerechtshof is georganiseerd en wat de taak is van het gerechtshof en kan benoemen welke strafzaken door het gerechtshof worden behandeld.
8.1.4 De kandidaat kan in hoofdlijnen omschrijven wat de taken zijn van De Hoge Raad en kan benoemen welke strafzaken door de Hoge Raad worden behandeld



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut &
Belang

Slide 12 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.
OVERZICHT GERECHTEN
Rechtbank = strafzaken (M/O) in eerste aanleg
Kantonrechter = overtredingen
Politierechter = misdrijf + eenvoudig bewijs + <1jaar opleggen
Meerv.kamer = overige misdrijven
Kinderrechter = alle strafzaken (m+o) jeugdigen van 12-18 jaar

Gerechtshof (4)= alle hoger beroepszaken (inhoud en procedure)
                             = teruggewezen zaken v/d HR (cassatie/herziening)

Hoge Raad (1) = cassatie (alleen op procedure)
                         = herziening (na onherroepelijke uitspraak)
                         + in eerste aanleg ambtsfeiten hoge ambtsdragers

Slide 13 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.
Rechters en raadsheren
Op de rechtbank: rechters
Op het gerechtshof en Hoge Raad: raadsheren
Spreken recht:
alleen over zaken die het OM voordraagt
zijn onafhankelijk van de regering en tevens onpartijdig
Bij KB (door de regering) voor het leven aangesteld
Rechtspositie (zoals salaris) bij WET geregeld
Passen de wet toe
Hun uitspraken = jurisprudentie




Slide 14 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.
ONTSLAAN RECHTERS
op vordering van de PG/HR
-
kan de HR een rechter ontslaan
-
kan alleen
als hij niet meer
geestelijk/lichamelijk in staat is
of
vanwege een veroordeling voor
een misdrijf 

Slide 15 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DE RECHTER-COMMISSARIS (RC)

Slide 18 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.
Noem een aantal taken van de RC

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

R.C.
RC = (onafhankelijke) onderzoeksrechter = geen lid OM

In het opsporingsonderzoek = toezichthoudende en toetsende rol:
Rechtmatige toepassing bevoegdheden
Voortgang en volledigheid onderzoek
Evenwichtige bewijsverzameling (belastend EN ontlastend)
In het onderzoek betrokken door:
Vordering OvJ
Verzoek van verdachte/raadsman
Eigen (RC) initiatief/ambtshalve (vanaf bewaring of enig onderzoek RC)



Slide 20 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.
R.C. bevoegdheden
Verdergaande bevoegdheden dan de OvJ zoals:
In bewaring stellen (14 dagen)
Doorzoeken woning ter inbeslagneming
Psychiatrisch onderzoek verdachte
Bevelen aan de opsporingsambtenaar (141/142)
RC kan ter opsporing bevelen geven aan de opsporingsambtenaar
zoveel mogelijk door tussenkomst van de officier van justitie
OvJ = nl gezag over het opsporingsonderzoek
      Opsporingsambtenaar staat onder dat gezag




Slide 21 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

PRAKTIJKVOORBEELDEN
3 VOORBEELDEN:
1. CASSATIEVERZOEK
2. HERZIENINGSVERZOEK
3. CASSATIE IN BELANG DER WET

Slide 24 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een andere naam voor het 'ressortsparket'?
A
Rechtbank
B
Gerechtshof
C
Hoge Raad
D
Arrest

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de stoel van de rechter
Henk en Miranda hebben een verstandelijke beperking. Ze hebben net een zoontje gekregen in het
ziekenhuis. Veel mensen denken dat Henk en Miranda niet goed voor hun kindje kunnen zorgen. De
rechter moet nu beslissen of het kindje naar een pleeggezin moet of thuis mag wonen.

De rechter moet een lastige afweging maken. Aan de ene kant hebben verstandelijk beperkten dezelfde
rechten als iedereen, ook als het gaat om kinderen krijgen. Aan de andere kant wil je voorkomen dat
kinderen worden verwaarloosd of mishandeld. Helaas gaat het vaak mis met kinderen van mensen met
een verstandelijke beperking. De opvoeding verloopt in ongeveer de helft van de gezinnen met licht
verstandelijk beperkte ouders problematisch. Overigens gaat de opvoeding in een derde van de gevallen
ook gewoon goed en blijkt niet de hoogte van het IQ, maar de bereidheid om hulp te aanvaarden de
belangrijkste voorspellende factor voor het welslagen van de opvoeding. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij bent de rechter.
Wat beslis jij?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit besloot de rechter
Deze zaak speelde in 2008. De rechter bepaalde dat Henk en Miranda hun zoontje na de geboorte meteen
naar een tijdelijk pleeggezin moest. De rechter was bang dat Henk en Miranda bijvoorbeeld zouden
vergeten om de luier van hun kindje te verschonen, of dat ze het kindje niet genoeg eten zouden geven of
het niet zouden merken wanneer hun kindje koorts zou hebben. De rechter vond het wel belangrijk dat
Henk en Miranda hun kindje mogen blijven zien.
NB: In 2009 mochten Henk en Miranda van de rechter toch twee dagen per week voor hun zoontje
zorgen, maar wel met intensieve begeleiding van een gezinsvoogd. 

http://vorige.nrc.nl/article2228125.ece

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de stoel van de rechter
Dennis en Tyron wilden een hotel in Nijmegen overvallen. Toen ze de politie zagen, sloegen ze op de
vlucht. Ze scheurden met een scooter door de stad. Doordat ze niet goed opletten, raakten ze een
voetganger die net de weg overstak. De voetganger bezweek aan zijn verwondingen. Dennis zegt dat
Tyron de scooter bestuurde. Tyron beweert het tegenovergestelde. Dennis zou de scooter hebben
bestuurd. Nu moet de rechter beslissen wie er gestraft moet worden voor doodslag.

De rechter moet een lastige afweging maken. Aan de ene kant wil de rechter dat de dader(s) van deze
fatale aanrijding niet zonder straf wegkomen. Aan de andere kant moet het oordeel van de rechter
gebaseerd zijn op wettig en overtuigend bewijs. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij bent de rechter.
Wat beslis jij?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit besloot de rechter
De rechters hebben niet kunnen vaststellen wie de scooter bestuurde en wie achterop zat. Verdachten
beschuldigen elkaar en getuigen spreken elkaar tegen. De rechters moeten een oordeel vormen over het
bewijs dat voorhanden is. De rechters oordeelden in deze zaak dat het bewijs niet wettig en overtuigend
was. Daarom volgde er vrijspraak voor beide verdachten. Dennis en Tyron zijn wel veroordeeld voor het
voorbereiden van de overval. Dennis kreeg 24 maanden gevangenisstraf en Tyron kreeg 18 maanden cel,
waarvan drie maanden voorwaardelijk.

https://www.rechtspraak.nl/actualiteiten/nieuws/pages/vijf-vragen-over-moeilijk-te-verteren-uitspraak.aspx

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de stoel van de rechter
Karel en Sandra hebben hun relatie beëindigd. Hun twaalfjarige zoon Chris woont nu bij zijn moeder en
is één weekend per twee weken bij zijn vader. Sandra heeft officieel het ouderlijk gezag. Karel wil dit
aanvechten: hij wil evenveel te zeggen hebben over zijn zoon als Sandra. De ruzie is zo hoog opgelopen
dat Karel en Sandra inmiddels nauwelijks meer communiceren. Hierdoor kan Chris zijn ouders tegen
elkaar uitspelen. Chris heeft het er moeilijk mee; hij wil geen partij kiezen tussen zijn ouders. Nu moet
de rechter beslissen of beide ouders het ouderlijk gezag krijgen of dat Sandra alleen deze bevoegdheid
houdt.

De rechter moet een lastige afweging maken. Aan de ene kant wil de rechter dat de ouders meer
communiceren en afspraken maken over de opvoeding. Aan de andere kant wil de rechter voorkomen dat
er meer ruzie en spanningen ontstaan.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij bent de rechter.
Wat beslis jij?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit besloot de rechter
Gelet op het loyaliteitsconflict en het feit dat Chris zijn ouders tegen elkaar uit leek te spelen, zag de
rechtbank de meerwaarde van gezamenlijk gezag. Op deze manier zouden de ouders worden gedwongen
met elkaar om de tafel te gaan en te proberen hun communicatie te verbeteren, de huisregels op elkaar
af te stemmen en uiteindelijk voor wat betreft de opvoeding van hun zoon op één lijn te komen. De
rechtbank wees het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag dus toe.

Bron: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ9187.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOLGENDE LES
MAAK EEN VERSLAG, WOORDWEB OF WAT VOOR JOU WERKT OVER DEZE LES.
LEES HOOFDSTUK 2.4 TM 2.5 DOOR
NOTEER DE MOEILIJKE WOORDEN

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies