Op de stoel van de rechter
Henk en Miranda hebben een verstandelijke beperking. Ze hebben net een zoontje gekregen in het
ziekenhuis. Veel mensen denken dat Henk en Miranda niet goed voor hun kindje kunnen zorgen. De
rechter moet nu beslissen of het kindje naar een pleeggezin moet of thuis mag wonen.
De rechter moet een lastige afweging maken. Aan de ene kant hebben verstandelijk beperkten dezelfde
rechten als iedereen, ook als het gaat om kinderen krijgen. Aan de andere kant wil je voorkomen dat
kinderen worden verwaarloosd of mishandeld. Helaas gaat het vaak mis met kinderen van mensen met
een verstandelijke beperking. De opvoeding verloopt in ongeveer de helft van de gezinnen met licht
verstandelijk beperkte ouders problematisch. Overigens gaat de opvoeding in een derde van de gevallen
ook gewoon goed en blijkt niet de hoogte van het IQ, maar de bereidheid om hulp te aanvaarden de
belangrijkste voorspellende factor voor het welslagen van de opvoeding.