Herhaling verenkeling en verdubbeling

Herhaling verenkeling en verdubbeling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling verenkeling en verdubbeling

Slide 1 - Tekstslide


Verenkeling

Slide 2 - Tekstslide

De regel 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het woord dat ik zoek?

A
bomen
B
bommen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
notten
B
noten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
appen
B
apen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
boten
B
botten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
violen
B
viollen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
bennen
B
benen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
muren
B
murren

Slide 10 - Quizvraag


Verdubbeling

Slide 11 - Tekstslide

De regel

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het woord dat ik zoek?
A
huten
B
hutten

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
kikker
B
kiker

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
baker
B
bakker

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
besen
B
bessen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
vlaggen
B
vlagen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
zwemmen
B
zwemen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het woord dat ik zoek?
A
visen
B
vissen

Slide 19 - Quizvraag

Dictee

Slide 20 - Tekstslide

Luister naar de woorden en schrijf ze op onder elkaar!

Slide 21 - Open vraag