Les 12 week 49

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • Laptop (dicht) + werkboek + schrift
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • Laptop (dicht) + werkboek + schrift

Slide 1 - Tekstslide

Wie is aanwezig?
Schrift en werkboek bij? Geef het aan als je spullen niet op orde zijn!

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
-planagenda
- nakijken
- starten met Kapitel 2
- basisregels der / die / das
- huiswerk maken in de les

Slide 3 - Tekstslide

Planagenda:
huiswerk af op: 

vanaf blz. 51 opdr. 7 / 8 / 9/ 10 / 11


timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

nakijken

blz. 38 opdr. 1 / 2 / 3 / 4/ 6 / 7 /8 

Slide 5 - Tekstslide

starten Kapitel 2 

maken
: blz. 48 opdr. 1 / 2 / 3 / 5

timer
15:00
Zelfstandig en stil

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Basisregels der die das
der
die
das
die
mannelijk   
vrouwelijk     
onzijdig         "het"
meervoud

Slide 8 - Tekstslide

Mannelijk = der
Voor mannelijke personen en dieren komt het lidwoord der.
der Mann der Onkel der Lehrer
der Stier, der Hahn, der Hengst

Slide 9 - Tekstslide

Vrouwelijk = die
-Voor vrouwelijke personen en dieren komt het lidwoord die.
die Frau, die Lehrerin, die Schwester, die Kuh

De meeste woorden die op e eindigen zijn vrouwelijk: die Familie, die schule

Slide 10 - Tekstslide

Onzijdig = das
-Onzijdig zijn vaak de zelfstandige naamwoorden waar je in het Nederlands het voor zet. 
das Schwimmbad, das Jahr, das Kind.


Slide 11 - Tekstslide

der / die / das aanvullende regels:
DER


DIE


DAS

Slide 12 - Tekstslide

Het bepaald en onbepaald lidwoord
der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het (bepaald) een (onbepaald)
worden in het Duits aangegeven met:
der, die en das
der = mannelijk
die = vrouwelijk
das = onzijdig


Schrijf het goede lidwoord op en leg uit waarom het der, die of das moet zijn


Maak de volgende opdracht in je aantekenschrift

Slide 13 - Tekstslide

Het bepaald en onbepaald lidwoord
der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het (bepaald) een (onbepaald)
worden in het Duits aangegeven met:
der, die en das
der = mannelijk
die = vrouwelijk
das = onzijdig
der, die und das
--- Oma, omdat
--- Buch, omdat
--- Stier, omdat
---Katze, omdat
---Lehrer, omdat
---Schule, omdat
---Werbung, omdat
---Mädchen, omdat

Even oefenen

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk maken in de les:
Je gaat je huiswerk maken, zie planagenda.





timer
20:00

Klaar?: 

Slide 15 - Tekstslide

Tschüss

Slide 16 - Tekstslide