Paragraaf 5.6 - Bruto Netto

Bruto - Netto
Paragraaf 5.6
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bruto - Netto
Paragraaf 5.6

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat het verschil tussen bruto- en nettoloon is. 
- Je kunt voorbeelden noemen van belastingen en premies.
- Je kunt uitleggen hoe belastingaangiftes en teruggaves werken. 
- Je kunt het verschil tussen bruto- en nettoloon berekenen. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Brutoloon 
- heffingen
- premies
= Nettoloon

Slide 5 - Tekstslide

Progressief belastingstelsel
Hoe hoger je inkomen is, hoe groter het PERCENTAGE is dat je aan loonheffing betaalt. 

Je betaalt dus niet alleen meer belasting, het percentage is hoger.

Slide 6 - Tekstslide

Progressief belastingstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Aangifte en teruggaaf
- Jaarlijkse aangifte voor de loonheffingen
- Als je teveel belasting hebt betaald, krijg je een gedeelte terug
- Als je te weinig belasting hebt betaald, moet je een gedeelte bijbetalen

Slide 9 - Tekstslide

Ondernemers
- Geen loonheffing, maar inkomstenbelasting
- Wordt betaald over de nettowinst van hun bedrijf

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 10 van $ 5.6 maken
Bespreken over 10 minuten

Slide 11 - Tekstslide

Hoe voer je opdracht 10 uit?
Je gaat individueel aan de slag.

Je gaat eerst goed lezen voordat je vragen stelt.

Iedereen is stil en geeft aan wanneer je klaar bent bij de docent!

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 10
Welke heffingen betaalt Gerrit zelf?

AOW = 17,9%
Anw = 0,6%
Wlz = 12,65%

Totaal: 31,15%


Slide 13 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 10
€ 1.077,05 : 100 = € 10,77 (1%)

€ 10,77 x 31,15 = € 335,50

€ 335,50 + € 65 (loonbelasting) = € 400,50

Slide 14 - Tekstslide

400,50
720,55

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat het verschil tussen bruto- en nettoloon is. 
- Je kunt voorbeelden noemen van belastingen en premies.
- Je kunt uitleggen hoe belastingaangiftes en teruggaves werken. 
- Je kunt het verschil tussen bruto- en nettoloon berekenen. 

Slide 16 - Tekstslide