Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4 Spelling - Afkortingen en symbolen
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik Spelling H3
Spelling H4
Zelf/samen oefenen
Doel: Ik weet hoe ik afkortingen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen en symbolen moet schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk
Maandag 21 maart:
Spelling H3: opdr. 1 t/m 7
Spelling H4: opdr. 1 t/m 6
Vrijdag 1 april:
Grote Rep. 2
Maandag 4 april:
Leesboek uit
Slide 3 - Tekstslide
Is dit getal juist of onjuist uitgeschreven?
Ik heb 628 euro op mijn rekening staan
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Is dit getal juist of onjuist uitgeschreven?
De batterij van mijn telefoon is vijfendertig procent.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Is dit getal juist of onjuist uitgeschreven?
Beyonce heeft 36 miljoen euro gedoneerd bij dat gala.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
De Grote Repetitie P2
Grammatica H3 - Verwijzen
Formuleren H3 - Fouten met verwijswoorden
Grammatica H4 - Beknopte bijzin
Formuleren H4 - Beknopte bijzin controleren
Spelling H3 - Getallen
Spelling H4 - Woorden korter schrijven
Spelling ww H3 + H4 - Herhaling lastige ww-vormen
Toets in week 12
(21 - 25 maart)
Slide 7 - Tekstslide
Op welke manier kan je woorden korter schrijven?
Slide 8 - Tekstslide
Spelling H4 - Woorden korter schrijven
Het is fijn om soms woorden af te korten of korter op te schrijven. Er zijn vijf manieren waarop je woorden of woordgroepen korter kunt schrijven.
afkorting
:
e.d.
letterwoord
:
pin
initiaalwoord
:
btw
verkorting
:
wifi
symbool
:
ml
Tip: leer deze manieren uit je hoofd met behulp van (m.b.v.) een voorbeeld.
Slide 9 - Tekstslide
Spelling H4 - Woorden korter schrijven
Een
afkorting
(Z.M. > Zijne Majesteit)
:
is een weergave van een woord of woordgroep met een beperkt aantal letters;
spreek je uit als het oorspronkelijke woord;
schrijf je met een of meer punten;
schrijf je met een hoofdletter als deze ook in het oorspronkelijke woord voorkomt.
Slide 10 - Tekstslide
Spelling H4 - Woorden korter schrijven
Een
letterwoord
(havo > hoger algemeen voortgezet onderwijs)
:
bestaat uit de eerste letters van een naam of woordgroep;
spreek je uit als een woord;
schrijf je zonder punten;
schrijf je met hoofdletters als deze ook in het afgekorte woord voorkomt.
Slide 11 - Tekstslide
Spelling H4 - Woorden korter schrijven
Een
initiaalwoord
(NS > Nederlandse Spoorwegen)
:
wordt gevormd volgens dezelfde regels als een letterwoord;
spreek je uit als losse letters (in tegenstelling tot een letterwoord)
Slide 12 - Tekstslide
Spelling H4 - Woorden korter schrijven
Een
verkorting
(airco > airconditioning)
:
is opgebouwd uit een of meer (delen van) lettergrepen;
spreek je uit als een woord.
Slide 13 - Tekstslide
Spelling H4 - Woorden korter schrijven
Een
symbool
(GB > gigabyte)
:
is een notatie van een wetenschappelijk begrip, een eenheid of een valuta;
spreek je uit als het woord waar het voor staat;
is (inter)nationaal afgesproken;
schrijf je zonder punt.
Slide 14 - Tekstslide
Neem dit schema over in je schrift.
Slide 15 - Tekstslide
Checken!
Log in in de LessonUp. Houd je aantekeningen erbij. Kijk goed wat het juiste antwoord is.
Slide 16 - Tekstslide
m.a.w.
Afkorting
Letterwoord
Initiaalwoord
Verkorting
Symbool
km/h
wc
ufo
prof
Slide 17 - Sleepvraag
CS (Centraal Station) is een ...
A
afkorting
B
symbool
C
letterwoord
D
initiaalwoord
Slide 18 - Quizvraag
Li (Lithium) is een ...
A
afkorting
B
symbool
C
letterwoord
D
initiaalwoord
Slide 19 - Quizvraag
blz. (bladzijde) is een ...
A
afkorting
B
symbool
C
letterwoord
D
initiaalwoord
Slide 20 - Quizvraag
EHBO is een ...
A
afkorting
B
symbool
C
letterwoord
D
initiaalwoord
Slide 21 - Quizvraag
Horeca is een ...
A
afkorting
B
symbool
C
verkorting
D
initiaalwoord
Slide 22 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak Spelling H4: opdr. 1 t/m 3, 5, 6
Als je online werkt, volg je jouw leerroute.
Je mag dit samen doen, maar overleg
zachtjes
.
Klaar?
Maak de extra opdracht (4), begin vast met opdr. 7 en 8
of ga lezen uit je leesboek.
timer
20:00
Slide 23 - Tekstslide
Ik weet hoe ik afkortingen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen en symbolen moet schrijven.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 25 - Tekstslide
Huiswerk
Maandag 21 maart:
Spelling H3: opdr. 1 t/m 7
Spelling H4: opdr. 1 t/m 6
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H4 Spelling - woorden korter schrijven
April 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H4 Spelling - Afkortingen en symbolen
Maart 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
NN6 V3 - Spelling H4
Maart 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
NN6 H3 - Spelling H4
Februari 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 Spelling Afkortingen en symbolen
April 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V3 - Spelling H4
Maart 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 Spelling - Woorden korter schrijven
September 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
afkortingen en symbolen
April 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3