10 april 1941: Joden mogen niet uit Amsterdam verhuizen.
15 april 1941: Joden moeten hun radio's inleveren.
1 mei 1941: Joodse artsen, apothekers, vroedvrouwen, makelaars, vertalers en advocaten mogen alleen nog Joden helpen.
1 mei 1941: Joden mogen niet op de beurs komen.
2 mei 1941: Joden moeten de journalistiek verlaten.
6 mei 1941: Bepaalde straten in Amsterdam worden aangemerkt als 'Joodse straten' en 'Joodse grachten'.
15 mei 1941: Joodse musici worden ontslagen uit orkesten.
31 mei 1941: Joden mogen niet op het strand, in parken, zwembaden en hotels komen.
27 juni 1941: Joodse winkels moeten sluiten op zondag.
15 september 1941: Er verschijnen borden 'Voor Joden verboden' bij bibliotheken, restaurants, sportvelden, markten, leeszalen en musea.
15 september 1941: Joden moeten toestemming vragen om van woonplaats te veranderen.
15 september 1941: Er verschijnen borden met 'Joods lokaal': Joodse café's en schouwburgen waar niet-Joden niet mogen komen.
10 oktober 1941: Joodse winkels moeten zich als zodanig kenbaar maken.