VMBO2 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2: Vrijheid en gelijkheid
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Vrijheid en gelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer ben je gelijk?

Slide 2 - Open vraag

Wanneer ben je vrij?

Slide 3 - Open vraag

Paragraaf 1: De macht van de koning
  • Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties
  • moeilijke begrippen: 
    - Verlichting
    - Absolutisme
    - Revolutie
    - Grondrechten

Slide 4 - Tekstslide

Frankrijk in de 18e eeuw
Standenmaatschappij

1) Geestelijkheid
2) Adel/Edelmannen
3) Boeren/Burgers 
(ookwel: "de rest" )

Slide 5 - Tekstslide

In de praktijk heel ongelijk!
1e en 2e stand:
5% van de bevolking 
75% van alle grond
Geen belasting
3e stand: 
95% van de bevolking
Heel veel belasting

Slide 6 - Tekstslide

Absolutisme
Er mist nog een persoon:
DE KONING

Had alle macht in handen, bepaalde alles wat er gebeurde en hoefde naar niemand te luisteren

Hij had de absolute macht
--> Absolutisme

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk
Schrijf het huiswerk van het bord op in je agenda

Vergeet niet de juiste boeken mee te nemen volgende les!

Daar mag je al mee beginnen

Slide 8 - Tekstslide

De Verlichting
--> Er gaat een lampje branden
"Dit kan zo niet langer"
 denken veel mensen in de 18e eeuw

Steeds kritischer --> Leidt tot het Verlichte denken (Verlichting)

2 woorden belangrijk:
VRIJHEID + GELIJKHEID

Slide 9 - Tekstslide


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.

Slide 10 - Tekstslide


Misoogst
1788



  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 11 - Tekstslide


Bestorming van de Bastille
14 juli 1789



  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 12 - Tekstslide

1789: 
De Franse Revolutie
  • Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap

  • Einde aan Koninkrijk Frankrijk

  • Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij

  • Een grondwet

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Nieuwe regels
  1. De adel moest belasting betalen
  2. Nationale vergadering
  3. Slavernij mocht blijven bestaan
  4. Bepaalde belastingen werden afgeschaft
  5. Koning kreeg minder macht

Slide 15 - Tekstslide

Terreur
- Robespierre 
- Radicalen --> Extreem
- Guillotine --> Ongemakkelijk
- Einde: 1794
- Nieuwe man op komst

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Herhaling
1) Wat zijn de drie standen in Frankrijk in de 18e eeuw? 
2) Welk voordeel hadden de eerste twee standen? 
3) De situatie leidt tot........? 
4) De periode van de Terreur werd geleid door? 
5) Wat betekende de periode van Terreur? 
6) Wie vroegen de Fransen om te fungeren als nieuwe leider?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Huiswerk
Leren voor de SO!!!
par 2.1/2.2 + aantekeningen

Slide 20 - Tekstslide

De Bataafse Revolutie

Slide 21 - Tekstslide

Bataafse revolutie
  • Patriotten kwamen in veel steden in opstand tegen de machthebbers.
  • De patriotten streden tegen de aanhangers van prins Willem V de stadhouder.
  • De aanhangers van de stadhouder werden prinsgezinden of Orangisten genoemd.
  • Willem kreeg hulp van zijn schoonvader de koning van Pruisen die een leger stuurde, Willem leek het te winnen.
  • Veel patriotten vluchten naar Frankrijk

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Bataafse Revolutie
  • 1794 > ijskoude winter > rivieren veranderen in ijsvlaktes
  • Jan 1795: Franse leger marcheerd NL binnen
  • Gevluchtte patriotten keren terug
  • Regenten dragen macht steeds vaker over aan revolutionaire burgers
  • Willem V vlucht met zoon naar Engeland
  • Patriotten roepen Bataafse Republiek uit

Slide 24 - Tekstslide

Napoleon Bonaparte

Lodewijk Napoleon

Koning van Holland 1806-1810)

Slide 25 - Tekstslide

toch een koninkrijk
  • Napoleon had een hekel aan de patriotten
  • stuurt zijn broer Lodewijk Napoleon naar Nederland
  • dit wordt de koning van Nederland

Slide 26 - Tekstslide

Napoleon
  • Lodewijk was te lief voor het volk
  • Lodeijk hield zich niet aan het Continentale Stelsel
  • Napoleon zet zijn broer af in 1810
  • Nederland een provincie van Frankrijk
  • Code civil ook hier 

Slide 27 - Tekstslide

Welk begrip of persoon hoort niet bij de Bataafse Revolutie?
A
Patriot
B
Orangist
C
Lodewijk Napoleon
D
Willem III

Slide 28 - Quizvraag

Wat veranderde er door de Bataafse Revolutie in Nederland?

Slide 29 - Open vraag

Wie werd in 1813 vorst van Nederland en in 1815 koning van Nederland, België en Luxemburg?
A
Lodewijk Napoleon
B
Willem I
C
Willem Frederik
D
Stadhouder Willem V

Slide 30 - Quizvraag

Bataafse Revolutie
(één woord per keer)

Slide 31 - Woordweb

Huiswerk op het bord
  • Lezen paragraaf 2.4
  • Maken: opdrachten 2.3
  • Doorkijken par 2.2 en 2.3

Slide 32 - Tekstslide

Slavernij

Slide 33 - Tekstslide

Slavernij

Slide 34 - Woordweb

Waarom hadden mensen slaven nodig?

Slide 35 - Open vraag

De handel in slaven
Tussen 1560 en 1866 zijn er ruim 13 miljoen mensen van Afrika naar Amerika vervoerd om daar als slaaf te werken. Van die 13 miljoen zijn er ongeveer 11 miljoen levend aangekomen. Een belangerijk deel ban die slaven ging naar de Engelse koloniën in Noord-Amerika, die de Verenigde Staten werden.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

DRIEHOEKSHANDEL

Slide 43 - Tekstslide