Week 11: PV vt sterke ww

Welkom!
  1. Ga rustig op je plek zitten
  2. Leg je leesboek op tafel
  3. Leg je werkspullen op tafel
  4. Log in op LessonUp
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  1. Ga rustig op je plek zitten
  2. Leg je leesboek op tafel
  3. Leg je werkspullen op tafel
  4. Log in op LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Kletsen (5 minuten)
  • Lezen (10 minuten)
  • Woord van de dag (10 minuten)
  • Uitleg (10 minuten)
  • Zelfstandig oefenen (10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert deze les de persoonsvorm van sterke werkwoorden in verleden tijd goed spellen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een werkwoord?
A
Een mens, dier, ding of plant.
B
Een woord dat in de zin aangeeft wat je kan doen.
C
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
D
Het woord waar de tekst over gaat.

Slide 6 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
Een sterk werkwoord verandert niet van klank in vt.
B
Een sterk werkwoord verandert als je de tijdproef toepast.
C
Een sterk werkwoord staat vooraan in de zin als je de vraagproef toepast.
D
Een sterk werkwoord verandert wel van klank in vt.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van het volgende werkwoord?
"Schenken"
timer
0:30

Slide 8 - Open vraag

PV verleden tijd van sterke werkwoorden
  • Sterke werkwoorden veranderen wel van klank in vt.
  • Schrijf het woord zo kort mogelijk.
  • Alleen dubbele medeklinkers gebruiken als dat nodig is voor de uitspraak.
  • Kijk naar de meervouden om erachter te komen of je het met -t of -d schrijft.
  • Let op: Een PV in verleden tijd eindigt nooit op -dt.


Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig oefenen
  • Maak opdracht 1 t/m 7 van §11
  • Boek: blz. 238
  • Eerder klaar? Ga aan de slag met de extra oefeningen in de digitale methode.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiten
  • Wat is een sterk werkwoord?
  • Is het werkwoord goed gespeld?
  • "De docent werdt boos omdat we de hele tijd kletsten."
  • Is het werkwoord goed gespeld?
  • "Vera aanbad vroeger Harry Styles, maar nu luistert ze liever andere muziek."

Slide 11 - Tekstslide