les 29 formuleren les 1 (pleonasme, tautologie, dubb. ontk.)
Oefentoets spelling 4 t/m 13 Welkom 4h
Pak vast:
- een pen
- je laptop
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets spelling 4 t/m 13 Welkom 4h
Pak vast:
- een pen
- je laptop
Slide 1 - Tekstslide
Formuleren les 1
Slide 2 - Tekstslide
Wat is formuleren?
Bij taal (schrijven en spreken) vraag je... 1: wat ga ik zeggen? (inhoud) 2: hoe ga ik het zeggen (vorm)
Slide 3 - Tekstslide
Wat is formuleren?
Als schrijver/ spreker vraag je je af... vraag 1: wat ga ik zeggen? (inhoud) vraag 2: hoe ga ik het zeggen (vorm)
Slide 4 - Tekstslide
Wat is formuleren?
Als schrijver/ spreker vraag je je af... vraag 1: wat ga ik zeggen? (inhoud) vraag 2: hoe ga ik het zeggen (vorm)
stijlfiguur: Als poëtische versiering, of om iets te benadrukken
Stijlfout: Als afwijking op correct Nederlands
Slide 5 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
Je herkent stijlfiguren en stijlfouten in een tekst.
1. Pleonasme 2. Tautologie 3. Dubbele ontkenning
4. Contaminatie
5. Verkeerd verwijzen
6. Incongruentie
7. Dat/als-constructie
8. Foutieve samentrekking
9. Foutieve beknopte bijzin
10. Onjuist begrenzen
11. Onjuiste inversie
Slide 6 - Tekstslide
Wat gaan we deze les leren?
Les 1: iets wordt dubbel gezegd.
pleonasme
tautologie
(contaminatie)
dubbele ontkenning
Slide 7 - Tekstslide
Pleonasme en tautologie
Wat weet je al over het verschil tussen beide?
Slide 8 - Tekstslide
Pleonasme en Tautologie
Een bepaalde eigenschap wordt herhaald.
Iets wordt volledig herhaald.
Slide 9 - Tekstslide
Pleonasme en Tautologie
Een bepaalde eigenschap wordt herhaald.
Iets wordt volledig herhaald.
Slide 10 - Tekstslide
Pleonasme en Tautologie
Een bepaalde eigenschap wordt herhaald.
Iets wordt volledig herhaald.
Verbeteren: eigenschap weghalen
Verbeteren: willekeurig eentje weghalen
Slide 11 - Tekstslide
Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Een pleonasme kan een versterking zijn van een beeld dat je wilt schetsen. 'natte tranen' 'groen gras' 'witte sneeuw' Als je zo een eigenschap wilt benadrukken, maak je gebruik van een stijlfiguur.
Slide 12 - Tekstslide
Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Als de extra eigenschap overbodig is, is het wel een stijlfout.
De bal valt naar beneden
De uiterste grens is bereikt
Slide 13 - Tekstslide
Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Ook een tautologie kan een versterking zijn. Veel uitdrukkingen zijn een tautologie 'gratis en voor niets','zeker en vast' of 'list en bedrog'. Deze zijn geaccepteerd als stijlfiguur en zijn dus correct.
Slide 14 - Tekstslide
Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Voorbeelden van overbodige herhaling zijn:
Die jurken zijn identiek hetzelfde.
Om 12 uur ben ik nog wakker, want ik wil immers nooit slapen.
Slide 15 - Tekstslide
In het kort:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt.
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar.
Stijlfiguur: versterkt het effect - is correct.
Stijlfout: onnodige herhaling - is incorrect.
Slide 16 - Tekstslide
De bal is omlaag gevallen
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 17 - Quizvraag
Het minderjarige kind fiets al helemaal alleen naar school.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 18 - Quizvraag
Vaak en dikwijls gebeurt het dat we ons verslapen.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 19 - Quizvraag
Ik heb het pakketje zelf persoonlijk afgeleverd.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 20 - Quizvraag
Een eetbare groentesoep gaat er altijd wel in!
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 21 - Quizvraag
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 22 - Quizvraag
Nog even iets extra:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt.De woorden die gebruikt worden, behoren niet tot dezelfde woordsoort.
Tautologie:je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. Hier worden wel vaak dezelfde woordsoorten gebruikt.
Let op: soms maken een pleonasme of een tautologie een tekst sterker. Soms juist niet. Hier gaan we in een volgende les op in.
Slide 23 - Tekstslide
Ze zijn identiek gelijk aan elkaar.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 24 - Quizvraag
Lees dat eens hardop voor!
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 25 - Quizvraag
De antwoorden van de toets lagen open en bloot op tafel.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 26 - Quizvraag
Dubbele ontkenning
Je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt.
Bij zinnen met een woord dat al een ontkennend karakter heeft, wordt dan ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Ik zal je wel even afleren om niet meer zo’n grote mond te hebben.
Slide 27 - Tekstslide
Dubbele ontkenning
Ik zal je never nooit vergeten
Slide 28 - Tekstslide
Je kent nu:
Pleonasme (een mooie schoonheid)
Tautologie (vast en zeker; maar hij is echter op de fiets!)
Dubbele ontkenning (ik ontken dat ik geen schuld heb!)
Maak het werkblad
Oefen met het herkennen en verbeteren van deze stijlfouten (of stijlfiguren) met het werkblad. We kijken het zo na.
Slide 29 - Tekstslide
Werkblad nakijken A
1. De witte sneeuw is prachtig. pleonasme
2. Ik luister altijd en eeuwig naar Queen. tautologie
3. Stromae geeft zich open en bloot. tautologie
4. Mijn uiterste limiet is bereikt! pleonasme
5. Waar komt die vieze stank vandaan? pleonasme
6. Mijn persoonlijke mening is… pleonasme
7. Soms heb ik weleens last van mijn nek. tautologie
Slide 30 - Tekstslide
Werkblad nakijken B
1. Ik lees graag boeken over de toekomst, zoals bijvoorbeeld ‘1984’ van George Orwell.
1. Ik lees graag boeken over de toekomst, zoals bijvoorbeeld ‘1984’ van George Orwell.
Ik herken deze fout: Tautologie
Zo wordt de zin beter: zoals of bijvoorbeeld weglaten.
Slide 31 - Tekstslide
Werkblad nakijken B
2. De leerling ontkende chat-GPT niet gebruikt te hebben bij het verslag.
2. De leerling ontkende chat-GPT niet gebruikt te hebben bij het verslag.
Ik herken deze fout: dubbele ontkenning
Zo wordt de zin beter: 'niet' weghalen.
Slide 32 - Tekstslide
Werkblad nakijken B
3. Ik heb toestemming van de docent scheikunde om dit gevaarlijke proefje te mogen uitvoeren.
Ik heb toestemming van de docent scheikunde om dit gevaarlijke proefje te mogen uitvoeren.
Ik herken deze fout: Tautologie
Zo wordt de zin beter: [...] om dit gevaarlijke proefje uit te voeren.
Slide 33 - Tekstslide
Werkblad nakijken B
4. De luchtballon steeg langzaam omhoog.
De luchtballon steeg langzaam omhoog.
Ik herken deze fout: Pleonasme
Zo wordt de zin beter: steeg langzaam (op).
Slide 34 - Tekstslide
Werkblad nakijken B
5. De leerlingen deden veel moeite om te voorkomen dat in hun profielwerkstuk geen spelfouten staan.
5. De leerlingen deden veel moeite om te voorkomen dat in hun profielwerkstuk geen spelfouten staan.